Het demografisch tekort is niet langer een dystopisch sciencefiction-verhaal. Het is realiteit geworden in de ontwikkelde wereld. Dat terwijl de bevolkingsgroei ook in andere delen van de wereld geleidelijk tot stilstand komt. Vooral in het Verre Oosten is er duidelijk sprake van een crisis. Hoewel dit gevoelig ligt, hebben landen zoals Japan geen andere optie dan meer buitenlandse arbeidskrachten aan te trekken.
- Het geboortecijfer in Japan is een van de laagste ter wereld, met slechts 1,42 kinderen per vrouw. Terwijl een minimum van 2,1 nodig is om de bevolking te vervangen.
- De Japanse levensverwachting was lange tijd erg hoog en verdoezelde het probleem, maar hun aantal neemt nu gestaag af.
- Sinds de piek van 128,1 miljoen in 2009 is de bevolking van het land al met 4,8 miljoen mensen gedaald. In 2050 zouden er nog minder dan 85 miljoen mensen zijn. Samen met het groeiende aantal ouderen dat niet meer kan werken, zal dit een negatieve invloed hebben op de economie.
Er is maar één oplossing: buitenlanders aantrekken
Het probleem beperkt zich niet tot Japan: Zuid-Korea wordt nog harder getroffen en ook China ziet zijn bevolking krimpen. Seoul wil de trend keren door de herziening van het schoolsysteem. Beijing improviseert een kindvriendelijk beleid en probeert abortus te ontmoedigen.
- In Tokio probeert men een traditioneel taboe te doorbreken door meer immigranten te verwelkomen. De overheid heeft onlangs de criteria voor professionele immigratie herzien, zodat deze niet langer beperkt is tot universitairen, maar ook geldt voor geschoolde arbeiders.
- Aan de andere kant heeft de overheid de taalvaardigheidscriteria voor aanwerving verhoogd, zoals gemeld door The Guardian. Veel geschoolde banen vereisen nu een taalvaardigheidsniveau N1, wat betekent dat kandidaten ongeveer 2.000 karakters in het kanji-schrift moeten kunnen lezen.
- Voor laaggeschoolde immigranten is de situatie nog moeilijker. Hoewel Japan juist behoefte heeft aan deze arbeiders, met name in de zorgsector, de kinderopvang en de landbouw, moeten zij een “stage”-systeem doorlopen dat bekendstaat als Kenshusei, aldus het Journal du Japon.
- Een win-winformule waarin Vietnamese, Indonesische of Filipijnse arbeiders naar Japan trekken om er zich gedurende 5 jaar professioneel te scholen. Ze dragen bij aan de lokale economie om daarna terug te keren naar hun eigen land met nieuwe vaardigheden.
- Maar het systeem wordt zwaar bekritiseerd, omdat het bol staat van misbruik. Vaak worden deze buitenlandse arbeiders eerder gezien als goedkope arbeidskrachten die worden uitgebuit in plaats van opgeleid.
- Hun kans op een werkvergunning na deze 5 jaar blijft gering. Als hun visum verloopt, lopen ze het risico om geïnterneerd te worden. Zo is er in 2021, door gebrek aan medische zorg, een studente van Sri Lankaanse afkomst overleden. In 15 jaar tijd zijn 18 vreemdelingen in deze staatsinstellingen om het leven gekomen.
Japan moet zich moet aanpassen aan immigratie
De Japanse samenleving lijkt nog steeds moeite te hebben met het idee dat diaspora zich in het land vestigen. Er zijn echter precedenten, zoals Chinese en Koreaanse gemeenschappen in Japan. Zij verloren hun Japanse nationaliteit in 1951 en de meeste van hun nakomelingen hebben geen stemrecht.
Er zijn ook Brazilianen en Peruvianen in het land. De meerderheid van hen zijn nakomelingen van Japanse immigranten uit de 19e eeuw. Vanaf 1990 kregen zij echter een speciale regeling om terug te keren naar het land van hun voorouders. Dit gebeurde niet zonder gemengd succes: toen de crisis van 2008 uitbrak en veel Japanse bedrijven gedwongen waren werknemers te ontslaan, bood de regering een premie van 3.000 dollar aan elke Zuid-Amerikaanse immigrant die bereid was opnieuw de Stille Oceaan over te steken.
- Toch zijn er veranderingen: in 2022 had Japan 2,1% immigranten, wat neerkomt op 2,76 miljoen mensen. Het totale aantal buitenlandse inwoners bedroeg 3 miljoen. Dit is veel lager dan het OESO-gemiddelde van 12%, maar toch nog een quasi-verdubbeling op dertig jaar. (ddw)