De woorden die je gebruikt hebben niet alleen een effect op hoe anderen je zien, maar ook op je eigen gedrag. Dat blijkt uit een onderzoek van Bernard Roth, een onderzoeksprofessor aan de Universiteit van Stanford. In zijn nieuwe boek bewijst hij dat je zelfs succesvoller kan worden als je bepaalde woorden uit je vocabulaire schrapt.
1. Schrap ‘maar’ en vervang het door ‘en’
Professor Bernard Roth legt het uit aan de hand van een voorbeeld waarom je beter ‘en’ zegt in plaats van ‘maar’. In plaats van “Ik wil naar de cinema gaan, maar ik heb nog veel werk” zeg je beter “Ik wil naar de cinema gaan en ik heb nog veel werk”.
“Als je het woord ‘maar’ gebruikt, creëer je een conflict voor jezelf dat eigenlijk oorspronkelijk niet eens bestond”, schrijft Roth. Met andere woorden: het is goed mogelijk om naar de cinema te gaan én je werk te doen. Je moet gewoon een oplossing vinden. Door het woord ‘en’ te gebruiken zullen je hersenen volgens Roth beter omgaan met beide delen van de zin en sneller tot een oplossing komen in plaats van te focussen op het probleem.
2. Vervang ‘moeten’ door ‘willen’
“Mensen moeten realiseren dat de dingen die ze doen in hun leven – zelfs de dingen die ze onaangenaam vinden – eigenlijk dingen zijn waar ze voor gekozen hebben”, schrijft Roth in zijn boek. En de professor heeft daar een heel simpele oefening voor gemaakt. “De volgende keren als je ‘Ik moet’ zegt, probeer dan eens ‘Ik wil’ te zeggen in de plaats daarvan.”
Als voorbeeld haalt de professor een opleidingsprogramma aan. In elk studieprogramma zijn er vakken die je liever niet volgt en waarvoor je absoluut niet wil studeren, maar je ‘moet’ de vakken volgen om een diploma te behalen. Maar eigenlijk wil je die vakken volgen, omdat ze nu eenmaal horen bij de opleiding waar je zelf voor gekozen hebt. Op die manier zou je makkelijker taken kunnen oplossen die je normaal allesbehalve graag doet.