De Oostenrijkse extreemrechtse partij FPÖ heeft met een historische score de parlementsverkiezingen gewonnen. Met 29,2 procent van de stemmen werd de FPÖ de grootste partij, maar een deelname aan de regering lijkt voorlopig onwaarschijnlijk. De andere partijen willen immers niet met de omstreden partij in zee gaan.
De Oostenrijkse Vrijheidspartij (FPÖ), onder leiding van Herbert Kickl, boekte een opvallende zege tijdens de parlementsverkiezingen. Met 29,2 procent van de stemmen doet de partij het 13 procent beter dan zes jaar geleden en is daarmee de grootste politieke formatie van het land. De conservatieve Oostenrijkse Volkspartij (ÖVP) van bondskanselier Karl Nehammer moest genoegen nemen met de tweede plaats en behaalde 26,5 procent van de stemmen, een verlies van 13 procent ten opzichte van de vorige verkiezingen.
Op de derde plaats eindigde de sociaaldemocratische SPÖ met 21,1 procent van de stemmen, een lichte daling van 0,1 procent. De liberale NEOS en Die Grünen eindigden respectievelijk op 9 en 8 procent. Vooral Die Grünen verloor flink terrein met een daling van 5,9 procent.
Geen cordon sanitaire in Oostenrijk
In tegenstelling tot veel andere Europese landen, kent Oostenrijk geen cordon sanitaire tegen extreemrechtse partijen. De FPÖ maakte in het verleden al viermaal deel uit van de regering, meest recent van 2017 tot 2019 in een coalitie met de ÖVP onder leiding van toenmalig bondskanselier Sebastian Kurz.
Toch lijkt een nieuwe regeringsdeelname voor de FPÖ moeilijk te worden. Bondskanselier Karl Nehammer liet meteen na de verkiezingen weten dat zijn ÖVP niet zal samenwerken met Kickl. “Het is onmogelijk een regering te vormen met een aanhanger van complottheorieën”, verklaarde Nehammer. Ook andere partijen, zoals de SPÖ, NEOS en Die Grünen, hebben al laten weten geen coalitie te willen vormen met de FPÖ.
Kan de FPÖ toch in de regering belanden?
Ondanks de uitsluiting door de grootste partijen, is het niet volledig uitgesloten dat de FPÖ toch aan de onderhandelingstafel komt. Experts wijzen erop dat als de gesprekken tussen de ÖVP en andere partijen mislukken, de druk op Nehammer kan toenemen. Dit kan leiden tot een koerswijziging binnen de ÖVP, mogelijk onder een nieuwe partijleider, die wél bereid is samen te werken met de FPÖ.
Een andere optie is dat Herbert Kickl zelf zijn ambities opzij zet om bondskanselier te worden, om zo een coalitie te kunnen vormen. Een gelijkaardige situatie deed zich voor in Nederland, waar Geert Wilders zijn eisen als premier liet varen om zijn partij, de PVV, aan een regeringsdeelname te helpen.