De invoering van statiegeld op plastic flesjes en metalen drankblikjes blijft een onzeker dossier binnen de Vlaamse regering. Hoewel het onderwerp al een tijd op tafel ligt, kiest de nieuwe regering ervoor om voorlopig af te wachten en te onderzoeken of er andere oplossingen mogelijk zijn.

Het statiegeldplan komt voort uit een Europese doelstelling: tegen 2029 moet 90 procent van de plastic flesjes en blikjes apart worden ingezameld. Momenteel worden deze in Vlaanderen nog gezamenlijk opgehaald in de pmd-zak. De Europese Unie ziet statiegeld als een middel om gescheiden ophaling te stimuleren en zwerfvuil te verminderen. Echter, landen met een even doeltreffend systeem kunnen van deze verplichting vrijgesteld worden.

Volgens het kabinet van de nieuwe Vlaams minister van Leefmilieu, Jo Brouns (cd&v), is de regering echter “niet overtuigd dat dit de juiste weg is”. Dit werd duidelijk nadat de VRT opmerkte dat er in het nieuwe regeerakkoord niets vermeld stond over statiegeld.

Van Demir naar Brouns: verschil in aanpak

De voorganger van Brouns, Zuhal Demir (N-VA), was van plan om statiegeld in te voeren, ondanks de terughoudendheid binnen haar partij. Demir beschouwde het als een noodzakelijke maatregel om aan de Europese doelstellingen te voldoen. Brouns daarentegen wil eerst onderzoeken of er alternatieven zijn die even effectief zijn. Toch sluit ook hij de invoering van statiegeld niet volledig uit.

Demir had eerder aangegeven dat de invoering van een statiegeldsysteem minstens 12 tot 15 maanden voorbereiding vereist, wat betekent dat het pas eind 2025 ingevoerd zou kunnen worden. Nu Brouns de kwestie opnieuw onderzoekt, is er een reële kans dat dit nog later wordt, of dat het systeem er zelfs helemaal niet komt.