De eerste dag van vervroegd stemmen in de cruciale Amerikaanse staat Georgia zorgde voor een ongeziene opkomst. Maar liefst 252.000 inwoners brachten hun stem uit, dubbel zoveel als bij de vorige presidentsverkiezingen in 2020. De strijd tussen Donald Trump en Kamala Harris lijkt meer dan ooit te leven bij de kiezers.

Hoewel de Amerikaanse presidentsverkiezingen officieel pas op 5 november 2024 plaatsvinden, konden inwoners van Georgia op dinsdag 15 oktober al naar de stembus. Deze swingstate, waar de uitslag vaak moeilijk te voorspellen is, kreeg als eerste de kans om vervroegd te stemmen. Georgia is een staat die bijzonder veel aandacht trekt door zijn onvoorspelbare kiezersgedrag. In 2016 won Donald Trump er overtuigend van Hillary Clinton, maar in 2020 verloor hij nipt van Joe Biden met een verschil van slechts 0,2 procent.

De Republikeinse nederlaag van 2020 wordt nog steeds fel betwist door Trump en zijn aanhangers, ondanks meerdere onafhankelijke onderzoeken die bevestigden dat de telling correct verliep. Voor Trump en zijn campagne is Georgia dit jaar opnieuw een sleutelstaat, en de hoge opkomst lijkt te wijzen op een gespannen strijd.

Ongezien hoge opkomst

Op de eerste dag van vervroegd stemmen brachten al 252.000 inwoners van Georgia hun stem uit, zowel persoonlijk als via de post. Dat is een verdubbeling ten opzichte van 2020, en een duidelijk signaal dat deze verkiezing de gemoederen in de staat beroert. Het stemmen per post blijft echter controversieel, vooral binnen de Republikeinse partij. Zij stellen dat deze methode minder veilig is, hoewel er tot op heden geen overtuigend bewijs is van grootschalige fraude.

Na de geruchten over verkiezingsfraude in 2020, werden de regels rond stemmen per post aangescherpt, wat de discussie alleen maar heeft aangewakkerd. Veel Republikeinen willen dat stemmen enkel op de dag zelf en in persoon gebeurt. Voor kiezers uit lagere-inkomensgroepen, die vaak ver van een stembureau wonen of geen vrije dag krijgen om te stemmen, is dat echter een obstakel.