Een nieuwe EU-enquête onthult schokkende cijfers over gendergerelateerd geweld in Europa. Meer dan 50 miljoen vrouwen hebben te maken gehad met fysiek of seksueel geweld. De verschillen tussen leeftijdsgroepen en landen zijn groot.

Uit een EU-enquête naar geweld (2021) blijkt dat maar liefst 31 procent van de vrouwen in de EU op volwassen leeftijd slachtoffer is geweest van fysiek of seksueel geweld. Dat komt neer op 50 miljoen vrouwen tussen de 18 en 74 jaar. Vooral jongere vrouwen blijken vaker slachtoffer: 35 procent van de vrouwen tussen 18 en 29 jaar rapporteerde geweld, tegenover 24 procent van de vrouwen tussen 65 en 74 jaar.

De cijfers benadrukken ook dat vrouwen vaak in hun eigen huis gevaar lopen. Van de vrouwen die eerder een relatie hadden, gaf 18 procent aan fysiek of seksueel geweld door hun partner te hebben ervaren. Wanneer ook psychologisch geweld wordt meegeteld, stijgt dit cijfer naar 32 procent.

Seksueel geweld treft 1 op de 8 vrouwen

De enquête maakt ook duidelijk hoe wijdverspreid seksueel geweld is. 1 op de 8 vrouwen gaf aan ooit slachtoffer te zijn geweest van seksueel geweld, inclusief verkrachting. Van fysiek of seksueel geweld door iemand anders dan een partner meldde 20 procent van de vrouwen ooit slachtoffer te zijn geweest. Specifieke vormen van geweld, zoals vernederende handelingen, kwamen bij 9 procent van de vrouwen voor.

Grote verschillen tussen EU-landen

De prevalentie van geweld verschilt aanzienlijk per EU-land. Noord-Europese landen rapporteren hogere percentages geweld dat niet door een partner is gepleegd. In Finland (47 procent), Zweden (42 procent) en Nederland (36 procent) zijn de cijfers veel hoger dan in landen als Bulgarije (6 procent), Polen (8 procent) en Tsjechië (10 procent).

Een vergelijkbaar patroon is zichtbaar bij seksuele handelingen anders dan verkrachting: in Zweden en Finland gaf 24 procent van de vrouwen aan hier slachtoffer van te zijn geweest, tegenover minder dan 2 procent in Polen, Tsjechië en Bulgarije.