Over de doden niks dan goed. En hij was een geweldige entertainer. Maar het verhaal van Prince verdient desalniettemin ook door een minder rooskleurige – paarse? – bril bekeken te worden. Al was het maar omdat het toont hoe complex en menselijk zelfs de grootste talenten en sterren zijn.
De volgende dagen zullen we al dan niet te weten komen in hoeverre Prince verslaafd was en aan wat. Fans zullen nu misschien verontwaardigd zijn, maar, such is life. Het zal allemaal nog wat vreemder lijken, omdat Prince een getuige van Jehovah was. Dat weet ik omdat hij mij – en een stuk of vijf andere journalisten – in 2013 probeerde te bekeren tijdens wat een interview had moeten zijn.
Maar Prince gaf geen interviews, hij gaf audiënties. Ons treffen was kort, een kwestie van minuten. Prince moest duidelijk niks van mij en een Spaanse en – ik denk – een Braziliaanse collega weten. Toen we door één of andere manager verwijderd werden, kregen we een exemplaar van De Wachttoren mee en de boodschap dat als we klaar waren om het licht te zien, we het telefoonnummer in het boekje moesten bellen.
De hitmachine
Voor journalisten die geen vragen stelden, zo heb ik gehoord, was Prince wel een leukerd. Hij nodigde ze uit in Paisley Park en speelde liedjes voor hen en daagde hen zelfs uit mee te zingen. Wat nogal eens gênant afliep, zeker de jongste jaren wanneer hij iets speelde uit zijn nieuw repertoire, want, eerlijk is eerlijk, wie kende dat?
Ga nu niet denken dat ik het muzikale vernuft van Prince niet weet te appreciëren. Ik heb hem – ik ben 46 – meegemaakt van begin tot einde. Van pakweg 1981 tot 1993 was Prince de max. Een hitmachine, die uitstekend deinde op de golven van het fenomeen MTV. Een griezelig goeie entertainer ook, maar ik ben het wel niet eens met de stelling dat Prince een van de grootste vernieuwers was die de popmuziek de jongste vijftig jaar heeft voortgebracht. “Een genie die tot dezelfde categorie als David Bowie, Bob Dylan en Bruce Springsteen mag worden gerekend”, las ik zelfs vanochtend.
Wat Prince erg goed deed was zijn zwarte voorgangers in zich opnemen en die te overgieten met zijn eigen sausje. De muziek van echte vernieuwers zoals James Brown, Jimi Hendrix, ja zelfs Ray Charles en Sam Cooke (leg de teksten maar eens naast elkaar) en Stevie Wonder.
Sputter
De hitmachine stopte ook 22 jaar geleden. Ze was toen al een poosje aan het sputteren. De diehard fans van Prince zijn fanatiek, en ze zullen zeggen dat hij uitstekende platen bleef maken tot aan zijn dood. Maar de realiteit is dat de kwaliteit – en zeker de hitgevoeligheid – zich een laatste keer manifesteerde met The Most Beautiful Girl in The World in 1993.
Er zijn een aantal theorieën over wat er gebeurde. Een eerste is een vaststelling die ingaat tegen de cultuur van het fandom maar ook meer algemeen het idee waar we als mens tegenwoordig graag aan vasthouden, namelijk dat niemand ooit oud moet worden. Maar de realiteit is dat bij elke pop- en rockartiest het creatieve vat na een tijd af is. We hebben allemaal onze topperiode – en die is eindig.
Paranoïde en Boy Gregory
Prince, altijd al een beetje een rare geweest, was ook behoorlijk paranoïde geworden. Hij voelde zich bijvoorbeeld als een slaaf behandeld door zijn platenfirma. Hij vertelde ook steeds gekkere dingen en besloot op een gegeven moment zelfs zijn naam te veranderen in een soort liefdessymbool.
Op z’n 37ste trouwde hij met zijn 22-jarige backupzangeres -en danseres Mayte Garcia. Acht maanden later was er een zoontje, Boy Gregory, die na een week overleed aan de gevolgen van een zeldzame genetische afwijking.
Die 16de oktober 1996, als je het nu allemaal in hindsight bekijkt, was wellicht de dag dat Prince, de artiest zoals de wereld die kende, ook zelf echt stierf. Alles wat volgt is weirdness en wereldvreemdheid. Prince begon zich ook tegen zijn fans te keren – iets wat een rode draad is in de laatste decennia van zijn leven en nu een beetje opportuun genegeerd wordt.
De fans, de vijand
Zo liet hij die fans verschillende keren geld ophoesten voor platen die niet kwamen op de beloofde data, alleen op de manier die hij wilde verkrijgbaar waren en heel vaak volstonden met echt abominabele vullertjes. Prince was één van de eersten om op de kar te springen van het internet om zijn muziek te verkopen overigens. Maar toen dat tegenviel, liet hij iedereen die zich had ingeschreven gewoon vallen, en in 2010 verklaarde hij zelfs dat het internet een mislukking was en niet zou blijven duren.
In een wanhoopsdaad maakte hij toen een deal met een aantal kranten, die zijn nieuwste plaat zo gratis konden weggeven aan lezers. Enkele dagen later moest Prince opnieuw beroep doen op de gazetten, want er waren rampzalig weinig tickets verkocht voor zijn optreden op de wei van Werchter. Ze werden dan maar gratis weggegeven aan de lezers.
Creep
Prince maakte er ook een gewoonte van om fans die hem filmden of fotografeerden tijdens optredens te schofferen. Verschillende van die fans, die bijvoorbeeld een filmpje dat ze maakten tijdens een optreden, op YouTube zette, bedreigde hij met rechtszaken.
In 2007 probeerde hij alle fansites – je leest het goed, fans die ter ere van hem een site hadden – van het internet te halen. In 2014 deed hij het opnieuw, en wilde hij 22 sites van fans vervolgen omdat die foto’s die ze hadden genomen tijdens optredens op hun site hadden staan.
Toen hij een cover van Radioheads Creep speelde op Coachella en een fan dat op het web zette, liet Prince het eraf halen. Op vraag van Radiohead zelf (“it’s our song, let people hear it”) kwam het filmpje toch weer online. Om het helemaal cynisch te maken: een jaar later postte Prince zelf de video van die fan op zijn eigen website, zonder iemand toestemming te vragen.
Homo’s
Zoals aangestipt had Prince ondertussen ook God gevonden. Songs die over seks gingen werden tijdens optredens qua tekst aangepast of zelfs niet meer gespeeld. In 2005 weigerde Prince een operatie te ondergaan aan zijn heup, omdat dat tegen de leer van Jehova was.
De man die in de jaren tachtig zo expliciet over erotisch genot had gezongen, bleek ineens ook tegen homoseksuelen te zijn en tegen het homohuwelijk. Tijdens een interview zei hij dat God dat immers had verboden (“God came to earth and saw people sticking it wherever and doing it with whatever, and he just cleared it all out. He was, like, ‘Enough’.”)
De laatste keer dat ik Prince zag was in La Zona Rosa in Austin, op SXSW in 2013. Het woord moet nog uitgevonden worden om de maatregelen te omschrijven die Prince had geëist uit schrik van onbetamelijke dingen jegens zijn persoon bij dat zogezegd geheim optreden, waarvoor hij zich bijna twee miljoen dollar had laten betalen door Samsung. Als dank liet Prince de securitymensen iedereen uit de zaal plukken die een smartphone bovenhaalde. Sommige van die fans hadden 14 uur staan aanschuiven in de Texaanse hitte.
Het was toen dat ik dat pamflet van De Wachttoren kreeg toegestopt. Zoals gezegd, artiesten zijn ook maar mensen.