In Noordrijn-Westfalen, de dichtstbevolkte deelstaat van Duitsland, heeft de extreemrechtse partij Alternative für Deutschland (AfD) een grote verkiezingsoverwinning behaald. De partij haalde 16,5 procent van de stemmen, ruim drie keer zoveel als vijf jaar geleden. Het resultaat wordt gezien als een belangrijke graadmeter voor de Duitse politiek in het algemeen.
Voor kanselier Friedrich Merz waren de verkiezingen een cruciale test. Zijn Christendemocraten (CDU) wonnen weliswaar met 34 procent van de stemmen, maar dat is het laagste resultaat ooit voor de partij in Noordrijn-Westfalen. De sociaaldemocraten (SPD) eindigden op de tweede plaats met 22,5 procent.
De AfD profiteerde vooral van het verlies van kleinere partijen zoals de Groenen en de liberale FDP, en groeide daarmee verder uit tot een serieuze machtsfactor in de Duitse politiek.
AfD ruikt federale macht
Het succes in Noordrijn-Westfalen geeft de AfD nieuwe moed. De partij heeft de ambitie uitgesproken om in 2027 deel te nemen aan de federale regering. Momenteel is ze al de grootste oppositiepartij in de Bondsdag.
Volgens analisten spelen de verzwakkende economie, oplopende werkloosheid en groeiende onvrede over immigratie de AfD in de kaart. De partij profileert zich sterk op die thema’s, ook al worden de meeste beslissingen daarover op nationaal niveau genomen.
Firewall wankelt
De uitslag zet ook druk op de traditionele partijen, die tot nu toe een strikte “firewall” tegen samenwerking met de AfD hebben beloofd. Nu de partij steeds meer lokale posities verovert – van gemeenteraadsleden tot burgemeesters – wordt het moeilijker die belofte vol te houden. Blijkt deze regionale winst een voorbode voor meer?