De Belgische monarchie zal in 2025 naar verwachting 43,5 miljoen euro kosten. Dat blijkt uit nieuwe berekeningen van Sudinfo. Hoewel vaak wordt gedacht dat vooral de toelagen van de koninklijke familie zwaar doorwegen, blijft vooral de beveiliging van de monarchie de grootste slokop.
De totale begroting bestaat uit twee grote onderdelen. Het eerste deel omvat de civiele lijst van Koning Filip, die zijn officiële taken financiert en meer dan 15 miljoen euro bedraagt. Daarnaast zijn er de jaarlijkse vergoedingen voor andere leden van de koninklijke familie: 1,19 miljoen euro voor Koning Albert, 413.000 euro voor Prinses Astrid en 397.000 euro voor Prins Laurent. Samen gaat het om ongeveer 17,2 miljoen euro.
Deze bedragen stijgen licht door indexeringen, een trend die zich de afgelopen jaren heeft doorgezet.
Beveiliging drijft uitgaven omhoog
Het grootste deel van de kosten zit echter in het tweede onderdeel: de uitgaven van federale overheidsdiensten om de monarchie te ondersteunen. Voor 2025 worden die geraamd op 26,3 miljoen euro.
Een aanzienlijk deel daarvan gaat naar de Veiligheidsdienst van het Koninklijk Paleis (VDKP). Die dienst telt 188 federale politieagenten die instaan voor de bescherming van de koninklijke familie en hun residenties. De beveiligingskosten stegen in vier jaar tijd met 36,7 procent, van 15,3 miljoen euro in 2020 tot bijna 21 miljoen euro in 2024.
Volgens minister van Binnenlandse Zaken Bernard Quintin (MR) is die stijging het gevolg van verschillende factoren: de coronacrisis, de energiecrisis en de algemene toename van de kosten van levensonderhoud. Door de inflatie moesten de lonen van politiepersoneel meermaals automatisch worden geïndexeerd, wat de uitgaven verder opdreef.
Extra kosten door loonindexering en modernisering
De hogere uitgaven komen vooral door salarisindexeringen en vergoedingen voor overuren tijdens weekend- en nachtwerk. Daarnaast zijn de brandstof- en energiekosten gestegen, net als de bijdragen voor abonnementen op het openbaar vervoer en de invoering van maaltijdcheques.
Ook de modernisering van het wagenpark, waaronder de aankoop van nieuwe pantservoertuigen, speelt een rol. Ten slotte zijn de kosten voor buitenlandse missies toegenomen door duurdere reis- en verblijfsuitgaven.