Nieuw VN-rapport waarschuwt: AI kan kloof tussen arme en rijke landen vergroten

Artificiële intelligentie (AI) kan bestaande ongelijkheden wereldwijd verder uitdiepen. Daarvoor waarschuwt een nieuw rapport van het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNDP). Volgens de onderzoekers dreigt AI een “grote divergentie” te veroorzaken tussen landen die technologische vooruitgang kunnen omarmen en landen die achterblijven.

Het UNDP stelt dat de opkomst van AI decennialange vooruitgang kan ondermijnen. Dankzij globalisering, handel en technologische ontwikkeling kwamen inkomens, gezondheidszorg en onderwijs wereldwijd dichter bij elkaar te liggen. Maar nu dreigt die positieve evolutie omgekeerd te worden.

Landen met minder middelen riskeren achterop te raken op cruciale domeinen zoals economische groei, scholing van de arbeidskrachten en de ontwikkeling van moderne bestuursmodellen. Die kloof kan volgens het rapport ook rijke landen treffen wanneer mondiale stabiliteit in het gedrang komt.

Toenemende ongelijkheid is ook een veiligheidsrisico

Philip Schellekens, hoofdeconoom bij het UNDP-kantoor voor Azië-Pacific, benadrukt dat de risico’s verder reiken dan enkel economische achterstand. Hij waarschuwt dat groeiende ongelijkheid kan leiden tot meer veiligheidsproblemen én een toename van irreguliere migratie.

Als de armste landen niet kunnen deelnemen aan de AI-revolutie, zorgt dat volgens Schellekens uiteindelijk voor een minder stabiele en minder welvarende wereld. Het rapport roept daarom op tot internationale samenwerking en investeringen, zodat AI niet enkel een motor wordt van technologische vooruitgang, maar ook van inclusieve ontwikkeling.

Meer
Lees meer...