Hoe gaan we als maatschappij het best om met radicaliserende jongeren? Zetten we in op preventie of op rehabilitatie? En hoe komt het dat die jongeren radicaliseren? Philippe Vandaele, rechter in de Antwerpse jeugdrechtbank: “Bovenal gaat het om een identiteitsprobleem”.
Jeugdrechter Philippe Vandaele neemt me mee naar een vergaderzaal waar allerlei kunstwerken van jongeren en kinderen hangen. Wie ze gemaakt heeft weet ik niet, maar ik hoop dat het jongeren zijn die nu een beter leven hebben gevonden. Jongeren die eindelijk uit de miserie zijn geraakt.
Rechters zijn gebonden aan het beroepsgeheim. Daarom kan Philippe Vandaele niet ingaan op concrete feiten. Hij wil zijn ervaringen echter graag delen en in dit interview bespreken we een aantal algemene tendensen waarmee hij de afgelopen jaren geconfronteerd werd.
Is er in de jeugdrechtbank tijdens de voorbije vijf jaar een verandering op te merken bij jongeren?
Absoluut. Radicalisering is een fenomeen dat we pas in recente jaren hebben zien opkomen. Een aantal jongeren worden heel wat extremer in hun opvattingen en ideeën over hoe de wereld eruitziet. Vanuit hun geloofsidee ontwikkelen ze een wereldbeeld.
Is er een manier waarop u daar een antwoord probeert op te bieden?
We proberen hen altijd op meerdere manieren te helpen. Eén daarvan is om met de jongeren in gesprek te gaan. Je probeert een debat te voeren. Helaas merk je al heel snel dat die jongeren eigenlijk niet in staat zijn om hun redeneringen doordacht uit de doeken te doen. De concepten waarop ze steunen zijn slechts heel simpele, oppervlakkige ideeën. Die ideeën hebben zich stilaan vastgeschroefd in hun hersenen. Voor hen klinkt het goed, vatbaar en beheersbaar. Zij kunnen binnen dat wereldbeeld leven. Maar wanneer je hen confronteert met die simpelheid van hun gedachtegang dan stokt het debat. Ik schrik ervan met wat voor een kinderlijke redeneringen zij werken.
Onze aanpak verschilt naargelang de mate van radicalisering bij de jongeren. Als ze zwaar geradicaliseerd zijn dan werken we meestal in een gesloten instelling waar jongeren niet vrij zijn om de voorziening te verlaten. Ze zijn dan van hun vrijheid beroofd en moeten binnen een gemeenschap leven die afgesloten is van de buitenwereld. In zo’n instelling worden ze geplaatst wanneer we hen beschouwen als een gevaar voor de samenleving of voor zichzelf.
Het is uitermate belangrijk dat we hen beschermen tegen verdere manipulaties van buitenaf. We proberen onmiddellijk het probleem zichtbaar te maken voor de omgeving van de jongere. Vaak is een jongere aan het wegglijden in radicalisme zonder dat zijn of haar omgeving dat opmerkt. Vaak proberen we via hulpverleners een oplossing aan te reiken. Een geïndividualiseerde aanpak is hierbij aangewezen: wat werkt voor de ene, werpt geen vruchten af bij de andere.
Heeft radicalisering niet te maken met het feit dat die jongeren zich proberen af te zetten tegen deze samenleving?
In zekere zin wel. Maar bovenal gaat het om een identiteitsprobleem. Jongeren zijn voortdurend op zoek naar een eigen identiteit. Wie zijn ze? Wat is hun doel in het leven? Ze proberen hun weg te zoeken maar worden geconfronteerd met een samenleving die bikkelhard kan zijn: werkloosheid, armoede, ongelijkheid en ga zo maar door.
Radicalisering vertrekt niet altijd vanuit iets negatiefs. Het is vaak het onrechtvaardigheidsgevoel dat hen aanzet om op zoek te gaan naar antwoorden. Als een jongere op dat moment in de klauwen geraakt van manipulerende extremisten, is het kwaad snel geschied.
Gebruiken de extremisten vooral brainwashing methodes om jongeren te ronselen?
De jongeren worden gemanipuleerd. Keer op keer komen de ronselaars met redeneringen die heel logisch lijken en waardoor jongeren de idee krijgen dat ze de wereld beter kunnen bevatten.
Soms vertellen jongeren open over hun gedachtegangen en waar ze mee bezig zijn. Zo kunnen ook wij een beter beeld krijgen over hoe zij daartoe komen. Jongeren worden op straat aangesproken door gasten waar ze naar opkijken. Hun grote voorbeelden beginnen dan te vertellen hoe ze de wereld kunnen verbeteren en tegen het onrecht strijden. Zo worden hun gedachten stilaan gekneed.
Ook zijn er jongeren die worden aangesproken door ronselaars maar er absoluut niets mee te maken willen hebben. Wanneer die ronselaars voelen dat de jongeren afhaken, bedreigen ze hen.
Vaak lees ik over jongens die radicaliseren, merken jullie vanuit de rechtbank dat er ook meisjes radicaliseren?
Jongens zijn inderdaad in de meerderheid, maar in mindere mate kunnen we vaststellen dat ook meisjes hierin verwikkeld raken. Je ziet wel duidelijk een verschil in de manier van radicaliseren. Jongens radicaliseren heviger, zij willen ten strijde trekken op Syrische oorlogsgrond terwijl meisjes willen trouwen met een extremist die zich overlevert aan hun gedachtengoed. Ze zijn op zoek naar een volledige toewijding.
Kunnen we vanuit de samenleving een oplossing vinden voor het probleem van radicalisme?
Als maatschappij moeten wij voortdurend blijven werken aan een samenleving waar hoop en toekomst is, voor iedereen. Het is net de hoop op een goede toekomst die sterk leeft bij jongeren. Op dit moment overheerst jammer genoeg de angst. Wanneer de angst sterker wordt, gaan mensen naar middelen grijpen om dat te proberen overwinnen. Radicaliseren is zo’n middel.
De onrechtvaardigheden die zo sterk aanwezig zijn moeten een halt toegeroepen worden om een samenleving te creëren waar iedereen zijn of haar plaats in vindt. Onze samenleving moet steunen op kansen krijgen en kansen geven.
Denkt u dat iedere jongere te helpen is?
Uiteraard is elke jongere te helpen. Dat is bovendien de kijk die iedereen zou moeten hanteren. Wij, als samenleving, moeten ons de vraag durven stellen hoe het zo ver is kunnen komen.
Het is een uitdaging om te zoeken naar een oplossing die kan helpen. Je hebt geen verloren jongeren, soms zijn we gewoon niet in staat om een passend antwoord te geven op de noden van die jongeren. Dan heb je soms wel even het gevoel dat je machteloos bent. Blijven zoeken, blijven proberen is dan de boodschap.
© 2017 – StampMedia – Tessa Van Obbergen