De gemeenteraadsverkiezingen van 2018 staan voor de deur. N-VA is volop voorbereidingen aan het treffen om campagne te voeren en heeft een team van vijf sociale media-experten in dienst genomen. Het is de bedoeling dat die de online strategie en communicatie van de lokale partijafdelingen in goede banen zullen leiden.
Dat berichten op sociale media invloedrijk zijn en maatschappelijke gevolgen kunnen hebben, hebben ze bij N-VA goed begrepen. Heel wat partijboegbeelden, waaronder Theo Francken, Geert Bourgeois, Johan Van Overtveldt, Zuhal Demir en Ben Weyts, sturen heel regelmatig tweets de wereld in en de communicatiedienst van N-VA is met zestien medewerkers al groter dan de studiedienst van de partij. Drie van hen worden voltijds ingezet om de sociale mediastrategie van de partij uit te stippelen. Daarbovenop worden nog eens vijf sociale media-experten ingehuurd in de aanloop van de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2018.
Partijwoordvoerder Bram Bombeek laat aan newsmonkey weten dat het om één extra personeelslid per Vlaamse provincie gaat. Het is hun taak om “de sociale media-strategie van de lokale partijafdelingen in goede banen te leiden”. “Hun takenpakket zal zeer breed zijn”, zegt Bombeek. “Naast de traditionele media willen we direct met de burger kunnen communiceren. Facebook en Twitter zijn daar uiterst geschikte instrumenten voor.” N-VA bestudeert nu al nauwkeurig welke onderwerpen het goed doen op sociale media en hoe mensen op hun berichtgeving reageren. Dat willen ze doortrekken op het vlak van de lokale thema’s in een stad of gemeente tijdens de verkiezingscampagne.
Geen speerpunt voor andere partijen
Het Nieuwsblad laat weten dat de online strategie van andere Vlaamse partijen veel bescheidener is. Zo doen enkel sp.a en Groen serieuze inspanningen op digitaal vlak. Eén extra videoredacteur is momenteel in dienst bij Groen om campagnefilmpjes online te zetten. Ook verandert de partij lichtjes van online koers. “We gaan ons minder op Twitter concentreren”, zegt Groen-woordvoerder Jonas Dutordoir. “Dat lijkt voor politici misschien wel een belangrijk kanaal, maar uiteindelijk bereik je daarmee maar een beperkt publiek. Het grote publiek zit op Facebook en Instagram.”