De films van de week zijn entertainend (Logan Lucky) en verontrustend (The Killing Of A Sacred Deer) en allebei meer dan goed

Bij de ene film deze week is de humor al wat opzichtiger bij de andere. Bij de ene lag de zaal in een deuk, bij de andere is hen het lachen vergaan. De films van de week zijn licht (Logan Lucky) en donker (The Killing Of A Sacred Deer), maar in allebei wordt sterk geacteerd. De winnaars van de week heten Colin Farrell, Channing Tatum, Adam Driver én Daniel Craig.

The Killing Of A Sacred Deer: Wie The Lobster al niks vond, moet hier niet aan beginnen. Fans van The Lobster: jullie weten waarheen!

20 minuten duurde het voor de eerste toeschouwer de zaal uitstapte waarin wij The Killing Of A Sacred Deer bekeken. Een ander koppel hield het wel tot het einde vol, maar verzuchtte na twee uur wel “What the fuck was dat?”

Het is duidelijk dat niet iedereen met voorgeschiedenis naar The Killing Of A Sacred Deer is gaan kijken. Het is de nieuwe film van Yorgos Lanthimos die met zijn vorige film The Lobster (2015) best wat weerklank heeft gekregen. Nu we ook zijn nieuwe film hebben gezien kunnen we zeggen dat niemand films maakt zoals Lanthimos ze maakt, zijn films zijn een genre op zich.

In zijn nieuwe film speelt Colin Farrell opnieuw de hoofdrol. Hij speelt een hartchirurg, Steve, die gelukkig getrouwd is met Anna (Nicole Kidman) en dat gezinsgeluk compleet maakt met twee schatten van kinderen, Bob (Sunny Suljic) en Kim (Raffey Cassidy). Daarnaast houdt Steve er ook nog een soort vader-zoon-relatie op na met Martin (Barry Keoghan). Hij overstelpt Martin met cadeautjes, maar tegelijkertijd wordt Martin steeds veeleisender naar Steve toe.

Na verloop van tijd brokkelt de gezinsperfectie af wanneer Bob begint te lijden aan een mysterieuze ziekte. Allerlei scans en onderzoeken leveren niets op, waarna er gedacht wordt aan een psychische oorzaak. Tot ook Kim dezelfde symptomen begint te vertonen. Steve en Anna worden hopeloos, maar de enige die weet hoe de ziekte verholpen kan worden, blijkt Martin te zijn.

Nog meer verklappen zou zonde zijn, maar we kunnen wel zeggen dat The Killing Of A Sacred Deer, net als The Lobster, voor een zeer specifiek publiek bedoeld is. Het openingsshot van de openhartoperatie is indringend en compromisloos, de soundtrack is bijwijlen behoorlijk irritant en allesoverheersend.

Maar dat is nog niet alles: de personages en de dialogen zijn afstandelijk zodat het lijkt alsof alle personages robots zijn. Ze zijn het niet, maar ze zijn wel onbeholpen in hun communicatie, kunnen niet praten met elkaar. Anna (het personage van Nicole Kidman) zegt het ergens zelfs letterlijk in een uitval tegen haar man wanneer die net heeft gezegd dat ze goeie aardappelpuree kan maken, terwijl haar twee kinderen weg te liggen kwijnen aan een mysterieuze ziekte in de kamer daarnaast: “Je zegt soms ronduit onnozele dingen.”

Dat is waar en in die onbeholpenheid stopt Yorgos Lanthimos zijn humor.Er zit wel degelijk humor in de film, maar die zit goed verborgen en is niet voor iedereen. Toch vinden wij het bijvoorbeeld wel grappig wanneer de dochter des huizes in een tot dan toe doodgewoon gesprek zegt dat ze haar eerste maandstonden heeft gehad. We moeten ook gniffelen wanneer de jongens zich zorgen maken over hoeveel of hoe weinig okselhaar ze nu precies hebben.Ook hebben we nog nooit zo erg nagedacht over het belang van een horlogebandje.

Hoewel al het bovenstaande negatief geïnterpreteerd zou kunnen worden zijn het stuk voor stuk complimenten. Lanthimos zijn films zijn een genre op zich geworden, ze laten je twee uur ongemakkelijk naar het scherm staren terwijl heel wat thema’s bijna ongemerkt zich in het verhaal inkapselen. Zo gaat het in The Killing Of A Sacred Deer heel direct, maar zonder het als dusdanig te benoemen, over schuld en boete, over wraak, over schuld en onschuld én over menselijk kapitaal. Wat is de waarde van een mensenleven en wie is er meer waard dan wie?

Yorgos Lanthimos maakt cinema voor wie het graag radicaal heeft en er geen moeite mee heeft dat een uitstapje naar de cinema ook enige inspanning van de kijker vraagt. Zijn films zijn niet vrijblijvend en je neemt ze mee naar huis. Maar dan is je ticket tenminste wel zijn 10 EUR waard geweest.

Logan Lucky: iets te lang, maar tegelijkertijd ongelooflijk slim en plezant

In 2010 al stuurde acteur Matt Damon geruchten de wereld in over het pensioen van Steven Soderbergh. In 2013 was het dan toch zo ver met die nuance dat Soderbergh zou ophouden met Hollywoodfilms te maken. In zijn carrière had Soderbergh al alle genres uitgeprobeerd en had hij topfilms zoals Sex, Lies & Videotape en Traffic afgewisseld met films die meer mikten op een commercieel ingesteld publiek, bijvoorbeeld met Magic Mike en Ocean’s Eleven, Twelve en Thirteen.

In Hollywood telde alleen nog het geld en dus keerde hij die grote industrie de rug toe. Wel wilde hij nog voor tv en voor theater werken, waardoor hij eerst Behind The Candelabra maakte, een televisiefilm voor HBO, en daarna de drijvende kracht werd achter de schitterende reeks The Knick met Clive Owen die twee seizoenen liep en waarvan hij zelf alle afleveringen regisseerde.

En toen…kwam hij terug op zijn beslissing. Omdat iemand die de reputatie heeft wispelturig te zijn dat ook echt mag zijn. Na het lezen van het script van Logan Lucky werd Soderbergh gelijk enthousiast en dus besloot hij zijn principes aan de kant te schuiven en gewoon te doen waar hij goed in is: cinema maken.

Vanaf nu zal Soderbergh nog meer doen waar hij zin in heeft: zijn volgende film – Unsane – is al ingeblikt en hij werkt momenteel samen met HBO aan een interactieve miniserie (Mosaic) waarbij kijkers via een app zullen kunnen kiezen welk personage ze volgen. De verschillende beslissingen die de kijker moet nemen, kunnen daarbij leiden tot andere eindes van het verhaal. Volgend jaar zal de serie op tv verschijnen, maar nu dus eerst: Logan Lucky.

Met Logan Lucky bevindt Soderbergh zich op vertrouwd terrein, want net als in zijn Ocean’s-films is dit een heist comedy. Channing Tatum, één van de poulains van Steven Soderbergh, speelt Jimmy Logan, een ooit beloftevolle sportman die een punt achter zijn carrière moest zetten door een chronische blessure. Zijn broer Clyde (Adam Driver) is dan weer een barman die aan twee legerdiensten in Irak een handicap heeft overgehouden: hij is zijn hand en onderarm kwijt en heeft een armprothese.

Wanneer Jimmy ontslagen wordt op zijn tijdelijke baantje om verzekeringsredenen én zijn ex (Katie Holmes) besluit om met zijn oogappel Sadie (Farrah Mackenzie) in een andere staat te gaan wonen, begint Jimmy op een plan te broeden. Samen met zijn broer en explosievenspecialist Joe Bang (een héérlijke Daniel Craig) besluit hij de drukst bezochte NASCAR-race van het jaar te overvallen. Er is maar één probleem: Joe Bang zit nog in de gevangenis.

Wie dat wil kan Logan Lucky zien als een aanklacht. De broers Lucky zijn immers misfits. Ze hebben beide hun handicap, opgelopen om verschillende redenen, maar het resultaat is hetzelfde: ze kunnen de eindjes nog maar moeilijk aan elkaar knopen. Tekenend is de scène waarin Jimmy een shot tegen tetanus krijgt, niet in een ziekenhuis, maar wel in een mobilhome die de kleine stadjes rondrijdt en gefinancierd wordt door privé donaties om ook die mensen die de gezondheidszorg niet kunnen betalen van het broodnodige te voorzien. Wie daar meer over wil weten, kunnen we de aflevering van De Verenigde Staten Van Eva (NPO2) Zorgen voor zorg aanraden.

Die laag van Logan Lucky is echter zoals het zout op je frieten: het mag, maar het hoeft niet om te kunnen genieten van wat je voorgeschoteld hebt gekregen. Logan Lucky werkt nog het best als Soderbergh het bij ongebreidelde fun houdt. De aanloop naar de overval is fijn, de nasleep ervan duurt iets te lang, maar het is de overval zelf in het hart van de film waarin Soderbergh toont waarin hij de juiste man voor deze film was. Soderbergh weet hoe hij dit soort scènes moet aanpakken, hij flitst, zet vaart in zijn film én weet ook de juiste toon te vatten als het om de humor gaat. Het is lang geleden dat we mensen nog eens zo hebben horen lachen in de filmzaal.

Dat die humoristische toon helemaal juist zit, is vooral te danken aan twee acteurs die we normalerwijze in doodserieuze rollen zien: Adam Driver en Daniel Craig. Dat Driver zo droogkomisch kon zijn, hadden we ‘m voor Logan Lucky niet aangegeven en de witte haarverf heeft Daniel Craig bijna onherkenbaar gemaakt. Het is vakmanschap en timing, maar ook zelfrelativering wat hun beide performances zo genietbaar maakt.

Maar laten we ook Channing Tatum niet vergeten, die bijna onopvallend goed is. Hij deed ons hier denken aan Ethan Hawke, een acteur die Jimmy Logan dezelfde sympathie had kunnen meegeven. Jimmy is zo een warm personage en zijn plan zit zo vernuftig in elkaar dat we gedurende de hele overval mee zaten te hopen dat ze er gewoon mee zouden wegkomen.

Logan Lucky is geen existentiële cinema, wel ongebreidelde fun die door niemand beter naar het scherm kon worden gebracht dan door een vakman als Steven Soderbergh.

Meer
door Redactie
Lees meer...