De legendarische stoner/doom metalgroep Sleep stond zondagavond in de Ancienne Belgique en ze hebben weer geronkt, gegrooved en gespaced alsof hun leven ervan afhing. De band ging eind jaren 90 uit elkaar, maar verwierf door de jaren heen een cultstatus van jewelste. Nu is Sleep terug en zo klonken ze zondagavond in de AB.
Sleep teert verder op 70s-bands als Black Sabbath en Led Zeppelin en ze kwamen met de gloednieuwe plaat ‘The Sciences’ en de nieuwe song Leagues Beneath onder de arm naar ons land. De ingrediënten: extreem trage riffs, bluesy gitaarsolo’s, dynamisch drum- en baswerk en een muur van versterkers. In 1992 brachten ze het baanbrekende ‘Sleep’s Holy Mountain’ uit. Niet veel later tekende Sleep bij London Records en het resultaat was ‘Dopesmoker’/’Jerusalem’, een lied dat meer dan een uur duurt. Het label was niet opgezet met die move van Sleep en het duurde dan ook tot 1994 eer de plaat het daglicht zag.
The Sciences en Marijuanaut’s Theme
De Ancienne Belgique was propvol en buiten stond er een ellelange rij aan te schuiven om binnen te raken. Bassist Al Cisneros, gitarist Matt Pike en drummer Jason Roeder kwamen stipt om half 9 van achter hun vintage versterkers gekropen zonder boe of ba. Een concert van Sleep, dat is ritueel. Sleep vliegt erin met twee nieuwe tracks: The Sciences en Marijuanaut’s Theme van hun nieuwe plaat. Zowat iedereen in de zaal beweegt zijn hoofd mee heen en weer op de koningsdrum van Roeder. De grommende, overstuurde basgitaar staat superluid en gaat door merg, been en strottenhoofd. Moesten de drumpartijen niet zo sloom en groovy zijn, zouden kwatongen nog beweren dat je op een dubstepfeestje staat. We kregen catchy riffs op ons bord met piepende wah solo’s en weelderig baswerk. De gitaar had een prachtige fuzz sound, maar stond, naar de mening van heel wat concertgangers, een tikkeltje te stil. Maar dat belette de gitaar en de bas niet om samen te smelten zoals onze cornflakes in de melk.
Holy Mountain
Song nummer drie: Holy Mountain, een slome, trage slakkenhymne met een mammoetenkracht van jewelste. Iedereen juichte vrolijk toen de titletrack van de tweede Sleep-plaat aangekondigd werd en de meedogenloze gitaarriffs van Matt Pike maakten ons met de grond gelijk. Het publiek komt langzaam dichterbij voor het lawaairitueel zoals een kudde kamelen in de woestijn die een oase meent gezien te hebben. Het hoogtepunt van dit lied was vast en zeker het middenstuk waarin de groep inzet met een cleane, haast sensuele passage en de spanning opbouwt door zwaarder en meer overstuurd te spelen. Uiteindelijk barst het geheel los in een ultrazwaar oergeluid dat bij ons aankomt als een baksteen op de nuchtere maag.
The Clarity
Next up: The Clarity, een song die Sleep in 2014 uitbracht als single. De o zo luide bas zet dit buitenaards nijlpaard van een track in met een spacy, haperende intro. Al Cisneros wist zijn bas als een leeuwentemmer in toom te houden met een zorgvuldig beheerste fingerpicking-techniek. Dan komt de gitaar erbij als een wel heel ruige slak en smelten de twee weer samen tot één oorverdovende, dikke koek. Er konden bij sommigen zelfs danspasjes van af. De oosterse trance vocals van Cisneros zaten perfect in de groove en de swingende drums waren er op geen moment naast. Klasse! Jason Roeder is ook drummer bij Neurosis en hij deed zijn reputatie alle eer aan. Hij verving Chris Hakius in 2010 en de manier waarop hij de dinosaurusriffs van Pike en Cisneros begeleidt, is om je vingers van af te lekken. “Thank you Brussels”, zei Cisneros verlegen na het nummer.
Sonic Titan
De volgende publieksfavoriet: Sonic Titan. Sleep speelt deze track al sinds de jaren 90 live en die opnames verschenen op de B-side van hun plaat ‘Dopesmoker’ (uitgave 2003). Op ‘The Sciences’ staat een eerste studio-opname van de song en die is echt formidastisch. Bijn even formidastisch als de manier waarop ze de song brachten in de AB. De basgitaar deed de AB nu voelbaar op zijn grondbesten daveren. Alles trilde en we hadden even schrik dat het balkon het zou begeven. Ook dit lied moet het hebben van haar typisch Sleep-ingrediënt: een braaf, groovy middenstuk dat ontaardt in een orgie van oerluide gitaren. We stonden verlamd door de dictatuur van de sound aan de grond genageld. En wanneer de band na een minuut of tien opnieuw de eerste riff van Sonic Titan speelde, ging het publiek helemaal uit z’n dak. Het feest barstte los en de song werd beëindigd met een schizofrene metalsolo van Matt Pike.
Pauze en Aquarian
Hierna nam de band gedurende tien minuten “a little break”. Stilte, auwch! Het leek alsof onze oren vol watjes zaten. De AB was veranderd in een verlaten vlakte van verwarde, stomgeslagen muziekfans. Volgens sommigen had de band geklaagd dat het geluid van hun versterkers te stil door de monitors van de concertzaal kwam. Of was het die bas die te luid stond?
Na hun pauze zette Sleep Aquarian in, nog zo’n klassieker van jewelste. De gitaar stond duidelijk luider en kwam beter tot zijn recht en de bas was iets minder overheersend. Tijdens de herkenbare intro was de blijheid op de gezichtjes van heel wat stoere metalheads af te lezen. Pike was nu op z’n best. We kregen een wah-sound om U tegen te zeggen met een onderwatereffect als gevolg en een smakelijk, dik geluid. Door de haast tastbare lagen van geluid zwemmen was de boodschap.
Antarcticans Thawed en The Botanist
Weer tijd voor nieuw materiaal! De dynamische intro van Antarcticans Thawed is vrij verrassend
voor Sleep. De drummer werk nu heel hard en de iets properdere gitaar werkt
haast ontroerend. Alle scheve tisten van het land zitten samen op de beat heen
en weer te waggelen. Dit is het moment in de set waar de invloed van Black
Sabbath ten volste duidelijk wordt: een dynamische ritmesectie die er alles aan
doet om de genadeloze gitaar nog wreder te doen klinken. De vurige solo’s van Pike
zijn een eigenzinnige mengelmoes van blues, Black Sabbath en de snellere
metalconcurrenten van Sleep. De vriendelijke, trage riff op het einde werkt rustgevend
en haast slaapverwekkend. We zijn in trance en de marcheersnare van Roeder begeleidt
de kolonne in traag tempo naar het volgende lied: The Botanist.
Het begint met cleane, groovy tunes die weer vrij atypisch zijn voor Sleep. Ook een trippy blues solo kon er niet af. Bij momenten heeft de song een praktisch Indische of oosterse sound en feeling. Ook doet de sound op de bas soms aan een sitar denken. Dat mag niemand verbazen. Zo richtte Cisneros na het (voorlopige) einde van Sleep in 1998 de band OM op, een experimentele, spirituele groep met af en toe een cello, sitar of hindizangeres op oosterse mantra’s en grooves. Bij zijn ellelange solo op het einde van The Botanist is Pike duidelijk de mosterd gaan halen bij het solowerk van Black Sabbath-gitarist Tony Iommi tijdens War Pigs.
Dragonaut
Tijd voor de grootste Sleep-hit Dragonaut, een 70s-geïnspireerde gitaarriff gevolgd door een gemeen, barbaars gedreun. Het is duidelijk dat veel volk speciaal voor dit lied naar Brussel afgezakt is. Iedereen is dolgelukkig. En de dubbel zo trage tweede riff, die alle aanwezigen kenden als hun broekzak, blies ons omver. Het publiek is nu één gedaante van op en neer bewegende hoofden. De teksten van de strofes werden enthousiast meegebruld en Matt Pike, die ook zanger-gitarist is bij High on Fire, trok wéér de blueskaart. Met veel echo, bending en finesse gaat hij zijn noisemachine tekeer met als resultaat een soms ontroerend, maar dromerige melodielijnen die de dreunende bas van Cisneros als een huilende baby omhelzen. Kom maar bij mama! De song eindigde met een ontzagwekkende, virtuoze bassolo. We dachten even dat we naar een trage versie van Cliff Burton (R.I.P.) van Metallica aan het luisteren waren. De decibels zakten en de groep trok opnieuw de backstage in. Nu was het hopen op een bisnummer.
Dopesmoker
En dat kwam er! Na onophoudelijk getier kwam Sleep weer het podium op voor een laatste song. Het laatste oorsmeer, dat we nog rijk waren, werd er definitief uit geblazen. Ze brachten een passage van Dopesmoker, het absolute meesterwerk van de groep. De melodie is nu nog moeilijk herkenbaar. De psychedelische, loodzware Sleep-caravan wordt ondersteun door dynamische, actieve drums terwijl dezelfde riff maar blijft terugkeren. De hypnose lijkt nabij. Het lied eindigt met robotachtige Star Wars-geluiden met opnieuw stilte als gevolg. Sleep kwam, zag en liet menig concertganger verbijsterd achter. De buitenaardse dreiging was weg en de vrede keerde terug in Brussel.