Hoewel het gegeven niet weg te slaan is uit populaire misdaadseries en bioscoopfilms, is het van 1985 geleden dat er in New York nog een echte maffia-oorlog was tussen de vijf grote Italiaanse misdaadfamilies. Maar afgelopen nacht is de capo van de beruchte Gambino-familie geliquideerd.
Samen met de families Bonanno, Colombo, Genovese en Lucchese behoren de Gambino’s tot de vijf grote Italiaans-Amerikaanse misdaadfamilies van New York. Francesco ‘Franky Boy’ Cali werd voor zijn huis in Staten Island neergemaaid met zeker zes kogels. Volgens ooggetuigen reed de schutter vervolgens met een blauwe pick-up truck over het lichaam van de 53-jarige Cali, wat er op duidt dat er wel degelijk een statement gemaakt moest worden.
Cali is de eerste New Yorkse maffiabaas die sinds 1985 het slachtoffer is geworden van een liquidatie. Toen werd Paul Castellano in opdracht van de John Gotti voor Tony Sparks Steak House in Manhattan doodgeschoten.
Broer Gene
Castellano stond eveneens aan het roer van de Gambino’s. En hier is wat het allemaal in de richting van een (nakende) maffia-oorlog doet wijzen: John Gotti’s broer Gene, 71 ondertussen, is onlangs vrijgekomen na 29 jaar gevangenis. Hij werd geklist voor heroïne dealen destijds, en er is altijd een sterk vermoeden geweest dat hij erin geluisd werd door de Gambino’s.
Cali was sinds 2015 de Gambino-baas. Hij opereerde voornamelijk onder de radar en had slechts één veroordeling op zijn strafblad: een celstraf van 16 maanden voor afpersing in 2008. Onder de grote maffiabazen genoot hij een goede reputatie. Cali (en de Gambino-familie) zijn “gespecialiseerd” in heroïne en sinds een paar jaar ook opioïdes zoals Oxycontin.
Oktober vorig jaar
In oktober vorig jaar werd een ander kopstuk van de maffiawereld doodgeschoten in New York. Bonanno-lid Sylvester Zottola werd doodgeschoten toen hij in zijn auto bij een McDonald’s in The Bronx wachtte op een kop koffie. Zijn zoon Salvatore ontkwam ternauwernood.
Ook toen ging het om een afrekening, maar eentje waar de andere Italiaanse families buitenstonden. Dat bleek een hit te zijn van de Albanese maffia, die begonnen was om Zottola’s core business – elektronische gokmachines – over te nemen.
Bonanno’s, Zottola’s, Albanezen en Gotti’s
Of misschien was er toch een link. De Albanese maffia werd immers destijds naar New York gehaald door Gotti-consiglieri Frank Locascio, en die band is altijd blijven bestaan. Zottola was ooit nog de rechterhand van Joe Massino, de eerste capo die samenwerkte met het gerecht om andere notoire gangsters in New York ten val te brengen. Hij deed dat om te ontsnappen aan de doodstraf in 2004. Daarbij getuigde hij ook dat John Gotti hem had proberen om te brengen. Gotti was overigens toen al achter de tralies gestorven.
Maar tussen de Gotti’s en de Massino (die levenslang vast zit) is er wel een vendetta. Voordat Massino de baas werd bij de Bonanno familie, was John Gotti een van zijn naaste bondgenoten. Massino had Gotti ondersteund in zijn complot om de Gambino-familie over te nemen. Maar de relatie verzuurde toen Massino officieel werd gepromoveerd tot lid van De Commissie zonder dat Gotti werd geraadpleegd.
De Commissie was het bestuursorgaan van de Amerikaanse maffia, gevormd in 1931. In De Commissie zaten de New Yorkse Five Families-bazen, de bazen van de Chicago Outfit en de Buffalomisdaadfamilie.
Massino bekritiseerde Gotti ook openlijk voor het vermoorden van Gotti’s voorganger, Paul Castellano. Soit, het zat sindsdien nooit meer lekker tussen de Bonanno’s en de Gotti’s, wat niet echt een probleem was voor die eersten omdat John Gotti dood was en zijn broer in de gevangenis zat. Maar zoals gezegd, die is sinds enkele maanden op vrije voeten.