Het mooiste tv-programma van het najaar zit er al op. In zes afleveringen nam Jeroen Meus ons mee naar de uithoeken van de wereld waar de maaltijd alle culturen samenbracht. De tv-kok toonde dat hij meer in zijn mars heeft dan in de kookpotten roeren. We zagen hem interviews afnemen waar zelfs ervaren journalisten of presentators nog wat van kunnen leren.
En wij maar denken dat België helemaal bovenaan de culinaire ladder staat. Dat we lekker eten hebben, dat staat vast, maar uit de serie Goed Volk bleek dat iedere cultuur met recht en reden fier mag zijn op zijn keuken. Wat waren we ook blij dat Jeroen zelden of nooit onze specialiteiten opdrong en als toeschouwer op de achtergrond verdween. Toptelevisie, hopelijk heeft de ‘Jerre’ nog enkele ideeën om hier een vervolg aan te breien. Deze negen dingen zullen we niet meer vergeten…
1. Echte cowboys bestaan nog
Voor velen onder ons waren cowboys een leuke fantasie tijdens de kindertijd, maar Jeroen Meus ging zijn droom achterna. Hij wou altijd eens met cowboys koken en trok daarom naar Amerika waar enkele mannen nog steeds in het verleden leven. Geen keuken met fornuis en oven, maar een tent waar ze gewoon zoals honderd jaar geleden koken. De meest opvallende figuur was een stevige man die de groep leidt en waarvoor iedere cowboy ontzag heeft. Jeroen had het duidelijk niet gemakkelijk om tot hem door te dringen, maar in het slotinterview slaagde hij er zelfs in tranen bij de stoere kerel los te weken.
2. Sumoworstelaars lusten mosselen met friet
Eén keer kon Jeroen het niet laten om toch eens een Belgisch gerecht naar een vreemde cultuur te brengen. Sumoworstelaars lusten blijkbaar wel mosselen met friet en een Duvel. Alleen heb je enorme porties mosselen nodig en drinken ze een glas Duvel in één teug leeg. Voorts bleken die grote Japanse venten allemaal nog wel een beetje kind te zijn. Naast eten en zware trainingen vullen ze de dag met een gezamenlijk middagdutje.
3. Ook in het rusthuis brengt eten mensen samen
Toen we de lijst met afleveringen te zien kregen, was zijn bezoek aan een rusthuis in Antwerpen toch wel de vreemde eend in de bijt. Nu vinden we het de beste episode van allemaal. Natuurlijk is een rusthuis niet de meest aangename plek, aangezien de bewoners ook wel beseffen dat ze er nooit meer zullen vertrekken. Maar ook hier staat de keuken centraal. Koken voor zoveel mensen is niet gemakkelijk en daardoor worden er al eens gerechten uit pakjes gebruikt, maar Jeroen proefde ze graag voor en keurde de maaltijd goed. Heel wat figuren uit de aflevering zullen we niet snel vergeten, vooral dan de lokale Gaston & Leo. En ook het slotgesprek met de vrouw op de foto hierboven was bijzonder pakkend.
4. Walvisjagers zijn ook mensen
Jeroen heeft veel geproefd, maar is niet gezwicht voor het walvisvlees dat hem werd aangeboden. Noorwegen is één van de landen waar nog op walvissen wordt gejaagd. Gelukkig heeft Jeroen er niet van geproefd op de nationale televisie, want zijn afkeer leek ook echt oprecht. Maar tegelijk heeft Goed Volk wel een correct beeld van de situatie geschetst. Noorse vissers kunnen niet begrijpen wat wij tegen het eten van walvisvlees hebben, voor hen is het een deel van hun cultuur. Toen we enkele mannen hoorden praten over het stukje walvis dat ze de dag voordien hadden gegeten, leek het heel fel op een gesprek dat wij over een lapje biefstuk kunnen hebben: “mals”, “je proeft dat het vers is”, etc. Want hoezeer we ons ook tegen de walvisvangst moeten keren, die vissers zelf zijn geen monsters.
5. In een Zuid-Afrikaanse township eet men niet in het weekend
Dat eten ook armoedig kan zijn, leerde Jeroen in een Zuid-Afrikaanse township. De armste bewoners kunnen er eenmaal per dag een gratis maaltijd krijgen, behalve in het weekend. En wat doen ze dan op zaterdag en zondag? Doorgaans eten ze gewoon niet. Om toch even stil van te worden wanneer we onze restjes in de vuilbak kieperen. Jeroen volgde ook een alleenstaand jong meisje terwijl ze kip bereidde. Maar geen braadkip zoals hier, ze moest zelf alle ingewanden nog verwijderen en had geen kruiden om de kip smaak te geven. Jeroen was duidelijk onder de indruk.
6. Bij -40 graden kook je de hele dag
Na een erg lange reis bereikte Jeroen het koudste dorpje ter wereld. De hele tijd lag de temperatuur er rond -40 graden. Bij ons zou het dagelijkse leven stil vallen, maar ginder gaat het wel zijn gangetje. Al lijken de bewoners toch vooral de tijd achter de kookpotten door te brengen. Jeroen mocht in deze aflevering regelmatig mee in de potten roeren. De ontbijttafel was gigantisch en dat is logisch als je die barre kou moet trotseren. Maar ondanks de vrieskou werd Jeroen altijd warm ontvangen. Enkel toen hij mayonaise op de vis moest spuiten was Jeroen minder goed gezind: “Culinair incorrect!”
7. Iedere cultuur is fier op zijn gerechten
Jeroen had overal een Belgisch gerechtje in elkaar kunnen knutselen en mensen leren wat volgens ons culinair hoogstaand is, maar gelukkig koos hij ervoor om juist de lokale tradities aan bod te laten komen. Oké, hij keek wat vreemd op bij die vis met mayonaise, maar achteraf vond hij die behoorlijk lekker. En zou jij je ooit aan bloedpannenkoeken wagen? Jeroen probeerde het en raakte er best verlekkerd op. Uiteindelijk proef je vooral de kaneel die er gretig op gestrooid is. En overal zien we blije gezichten wanneer Jeroen zegt dat het lekker is.
8. Wie dieren slacht, is geen wreed persoon
We staan er hier al niet meer bij stil dat het vlees op ons bord uit een slachthuis komt. In veel culturen gebeurt dat gewoon thuis, zoals in het koudste dorp of in de Zuid-Afrikaanse township. Bij al die mensen maakt het deel uit van hun cultuur. Goed Volk schuwde de harde beelden niet en liet ons zien hoe het er echt aan toe gaat. Zelfs Jeroen was onder de indruk, want dit had hij nog nooit gezien. En het is niet omdat er dieren worden geslacht dat de ‘beulen’ daar hun plezier in hebben. De Zuid-Afrikanen spreken bijvoorbeeld een geit eerst even toe. En nadien eten ze zowat alles op, ieder orgaan komt op de grill terecht. Want verspilling is uitgesloten in een gebied waar het eten schaars is.
9. Koken is een passie, waar je ook bent
Voor Jeroen draait zijn hele leven rond koken. En in die zes weken heeft hij een pak mensen ontmoet voor wie dat ook het geval was. Zo ook de kok van het bejaardentehuis. Eigenlijk staat hij aan de leiding van een keuken die aan de lopende band moet produceren, maar toch straalde de man niets dan optimisme uit. Moet je als kok dan niet dromen van je eigen restaurant? Waarom zou je, als je zo veel tevreden klanten hebt.