Jonge bestuurders zijn relatief vaak betrokken bij auto-ongevallen. Afgelopen weekend veroorzaakten vijf Franse jongeren op de Belgische E17 nog een dodelijk ongeval. Uit een nieuwe studie blijkt nu dat de belangrijkste boosdoeners niet slechte rijvaardigheden en gebrek aan ervaring zijn, maar het onderontwikkelde brein van jongeren, meer bepaald het werkgeheugen. Jonge chauffeurs, wiens werkgeheugen trager dan gemiddeld ontwikkelt, hebben meer kans op een autocrash.
Hoewel het clichématig klinkt, mogen we met enige voorzichtigheid zeggen dat jonge bestuurders vaak betrokken zijn bij auto-ongevallen. In de Verenigde Staten voerde het Annenberg Public Policy Center van de University of Pennsylvania daarom een onderzoek uit bij jongeren. Niet enkel hun rijvaardigheden werden onder de loep genomen, maar wel hun hersenwerking. De paper verscheen in het wetenschappelijk tijdschrift JAMA Network Open.
Werkgeheugen
De onderzoekers onderwierpen 10- tot 12-jarigen aan hersenonderzoeken. Wanneer ze 18 tot 20 jaar waren, werden ze opnieuw onderzocht op vlak van werkgeheugen en het vermogen om risico’s in te schatten. Uit het onderzoek blijkt dat jonge chauffeurs, wiens werkgeheugen trager dan gemiddeld ontwikkelt, meer kans hebben op een autocrash. Jonge chauffeurs, wiens werkgeheugen sneller dan gemiddeld ontwikkelt, hebben minder kans op een autocrash.
“We hebben ontdekt dat tieners met een tragere ontwikkeling van het werkgeheugen vaker in een crash terechtkomen”, stelt hoofdonderzoeker Elizabeth A. Walshe.
Verschillende taken
Het werkgeheugen blijft zich bij tieners en prille twintigers nog ontwikkelen en is een erg belangrijk onderdeel van de hersenen bij het autorijden: “Bij veilig rijden hoort de omgeving scannen, herhaaldelijk kijken en voortdurend informatie updaten over het voertuig en de omgeving. Tegelijkertijd moet je subtaken uitvoeren (je snelheid aanpassen, sturen en meer) en afleidende elementen negeren (passagiers en smartphones).” Bij al deze taken speelt het werkgeheugen een centrale rol, in het bijzonder bij jonge bestuurders die het autorijden nog niet helemaal onder de knie hebben als routine.
Ervaring verklaart niet alles
In de Verenigde Staten mogen jongeren met een rijbewijs al autorijden vanaf 16 jaar. Puberende chauffeurs zijn er het vaakst betrokken bij dodelijke ongevallen en ongevallen met letsels. Slechte rijvaardigheden kunnen daarin zeker een rol spelen, maar het kan niet alles verklaren, aangezien het risico op crashes net omgekeerd gerelateerd is aan de leeftijd van de chauffeur.
Toch veroorzaken 17-jarige Amerikanen vaker crashes dan 20-jarige chauffeurs in het land. Daarom onderzochten wetenschappers of de oorzaak voor die gap te situeren is bij de ontwikkeling van de hersenen.
Alcohol geen boosdoener in Vlaanderen
Begin dit jaar pleitte het verkeersinstituut Vias nog voor nultolerantie op alcohol voor jonge chauffeurs. Vlaams minister van Mobiliteit Ben Weyts (N-VA) moest niet weten van het voorstel: “De jongere generatie bezondigt zich tegenwoordig veel minder aan alcohol achter het stuur in vergelijking met oudere generaties, gelukkig maar.”
“Ten tweede snap ik de logica niet. Er is geen verband tussen rijervaring en intoxicatie. Het is niet omdat je minder ervaring hebt, dat je sneller dronken bent. Als je beweert dat je rijgedrag onder 0,5 promille beïnvloed wordt, dan moet je consequent zijn en pleiten voor algemene nultolerantie. Of dat het geval is, daarover bestaat trouwens geen consensus. Maar het is toch niet omdat je minder lang rijdt, dat je sneller zat bent.”