Bart De Wever blikt vooruit naar 2015: “Wij moeten in de tegenaanval gaan. Wij zijn niet de partij van de rijken” 

2014 was best wel een grand cru voor Bart De Wever: verkiezingen gewonnen én z’n droomcoalitie gemaakt. “Ik heb niet alleen gewonnen, maar de anderen ook wat in de luren kunnen leggen.” Maar op zijn lauweren rusten gaat hij niet doen. “De N-VA zou een partij zijn die 30 procent haalt, maar enkel voor één percent opkomt. Op die nagel heeft men wel stevig getimmerd. Dus moeten wij in de tegenaanval gaan.”

“Welkom in het Antwerpse stadhuis”, begroet Bart De Wever ons. Gejaagd als altijd, een tikje te laat en lachend met ons computerschermhaardvuur. Maar relatief tevreden, dat is de N-VA-voorzitter wel. “2014 was een druk jaar, dat begon met een campagne die niet min was, verkiezingen die niet min waren, onderhandelingen die niet min waren, en ondertussen nog even de achterstand op het stadhuis inhalen. En toen was het jaar om.”

Als iemand zou voorspeld hebben: verkiezingen winnen en een centrumrechtse regering vormen met enkel de MR én Charles Michel als premier, had je dat geloofd? “Geloofd is een groot woord, erop gespeeld wel. De verkiezingen waren een strijd tussen het N-VA- en PS-model. Alle anderen zeiden: dat is niet waar. Maar uiteindelijk was het wel zo. Ofwel maak je nog een regering met de PS en dan is het een linkse regering, ofwel met de N-VA. Maar de grootste partij van één van beide gemeenschappen moet worden uitgeschakeld om nog een regering te kunnen vormen. Die analyse sluit als een bus. Hoe onverwacht het ook leek, als je in je eigen analyses gelooft, is het niet zo onverwacht. Ik had voor de verkiezingen ook signalen gekregen dat bepaalde mensen aan het kantelen waren in hun denken en absoluut geen tripartite meer wilden.”

Of was het ook het wantrouwen tussen de PS en CD&V waardoor de PS plots die regionale regeringen vormde? Want daarmee vielen alle dominostenen plots om? “De PS heeft na de verkiezingen in eerste instantie gedacht dat men snel naar een tripartite kon gaan. Het zijn altijd de niet het meest onderlegden in een partij waar je goed naar moet luisteren om veel te weten te komen. Bij de PS is dat vaak Yvan Mayeur. Die zei: ‘De Wever mag z’n toerke lopen, en daarna is het aan ons’.”

“Ik denk dat dat ook is wat ze dachten in die partij. Maar dat ze toch hebben aangevoeld dat niet alleen CD&V maar ook anderen die tripartite niet meer wensten. En dan zijn ze eerder als een teken van zwakte dan van sterkte een versnelling hoger geschakeld. Dat heeft alles in een plooi doen vallen, en dat kwam me eigenlijk heel goed uit op dat moment.”

Met de Zweedse coalitie komt een heel nieuwe generatie politici aan de macht. Wouter Beke sprak er ook over: allemaal veertigers of eind de dertig. “Ja, wij zijn allemaal post-babyboomers. De generatie voor ons, de babyboomers, heeft een ongelofelijke welvaartssprong meegemaakt. De huizen van die mensen zijn verveelvoudigd in waarde. Maar tegelijk hebben ze een heel hoge staatsschuld nagelaten, een overheid die veel te veel geld uitgeeft. En pensioenlasten die een impliciete schuldenlast van honderden procent van het BBP bedraagt.”

“Wij zijn de generatie die zich nu afvraagt: ‘En wij: hoe moeten wij het nu oplossen?’ Onze huizen zullen niet meer verveelvoudigen in waarde. Wij denken: ‘Wat voor onze kinderen? Wat met onze eigen pensioenen?’ Nu al zie je hoe de pensioenen de overheidsuitgaven uithollen. Als dit nog 30 jaar doorgaat, wat blijft er dan nog? En a fortiori: wat voor onze kinderen dan? Dat bindt iedereen aan tafel. Een regering die het roer moet omdraaien, uit een ander vaatje moet tappen, daar kon je veel makkelijker consensus over vinden met deze groep. Dat bindt deze regering aan mekaar.”

In Nederland spreekt de plaatselijke Unizo over daling van de lonen. Zullen we het uiteindelijk allemaal met minder moeten doen? “In Zuid-Europa heeft men het zo gedaan. In Frankrijk zijn de lonen al jaren bevroren. Bij ons doen we één indexsprong, dat is al bij al niet zo indrukwekkend. En nu al loopt men storm. Ik had hier de Britse ambassadrice te gast, die is nieuw. ‘From an Anglo-Saxon perspective, the measures you have taken don’t seem to be too harsh’, zei ze. Ik dacht: ‘Ja, mevrouw, dat mag u aan een vakbondspiket ook eens gaan vertellen’. Wat wij doen is absoluut niet zo hard. Dit is het minimum dat moet gebeuren. De vraag is eerder: komen we er daar wel mee?”

“We zijn aan het begin van een heel moeilijke tocht. We gaan de Tour de France moeten uitrijden, dit is geen probleem waar we ons kunnen uitsprinten. Mensen moeten daar eerlijk over geïnformeerd worden. De desinformatie regeert voor het moment. Als politicus moet je de moed hebben om nu te zeggen: ‘Dit moeten we doen, er is geen keuze. En als je dit niet wil; het zal alleen maar erger worden’.”

Een TGV van desinformatie

Had je de felle reacties verwacht? “Ik ben vooral geschrokken van de TGV aan desinformatie. Dat die zo snel vertrokken is en zo snel naar z’n bestemming rijdt. Dat mensen daar zo vatbaar voor zijn. Na de uitputtingsslag van zo’n regeerakkoord heb je de illusie van wittebroodsweken. Maar die tijd hadden we helemaal niet.”

“De vakbonden jutten mekaar op. De socialistische vakbond speelt ook partijpolitiek: ze willen deze regering weg. Ja, bon. Dat is de logica die de PS in de vorige legislatuur geopend heeft: men bestuurt met ‘Belgische’ meerderheden, zonder meerderheden per taalgroep. Dan kan je niets meer zeggen tegen deze centrumrechtse meerderheid. Het harde ontwaken is natuurlijk dat ze nu in de logica van de N-VA zitten.”

“Maar daarmee graaft men zijn eigen putten. De taferelen van de staking die nu boven water komen, doen het draagvlak wegsmelten. Daar stel ik mijn hoop op: goed uitleggen waarom het nodig is. En tegelijk beelden zoals die dame die een winkel doet sluiten met geweld, stakerspiketten die vrolijk staan wezen, kermis vieren op de openbare weg. Daar bestaat geen draagvlak voor. In Vlaanderen is dat onbestaand, in Wallonië is dat ook zeer beperkt. Ik heb op de A12 in de file gestaan door de filterblokkades. Daar waren weinig vrolijke gezichten te zien, moet ik zeggen.”

Je kent toch ook Jan Jambon? “Ja, die is mij vaag bekend ja. Maar ik heb er niet aan gedacht dat die het zou kunnen oplossen voor mij. Maar ik heb wel naar de lichaamstaal van de andere mensen in de file gekeken. En als je dan na een half uur de vrolijke Fransen passeert die met een dertigtal ‘vuurke stook’ doen op de A12, en hoe plezant ze dat vinden…”

Een TGV van desinformatie? Zijn de media dan tegen u en deze regering? “Ik heb me toch een beetje verwonderd over de vele duizenden euro’s die ieder gezin – als je sommigen mag geloven – gaat kwijt zijn. De creativiteit waarmee men in dat financiële voorbeeld ‘een gezin’ vindt, dat nét drie kinderen tegelijk op de universiteit heeft, dat nét een huis koopt waar het een lagere woonbonus op krijgt, dat huis onmiddellijk begint te renoveren waardoor het meer btw moeten betalen, iedereen rookt uiteraard in dat gezin, het zijn allemaal dieselslurpers die ook toevallig plastische chirurgie planden dat jaar… Dat gezin bestaat niet. Als je zo telt, kom je aan duizenden euro’s. Zonder uiteraard ook de belastingvermindering in rekening te brengen.”

“Men maakt een loutere verliesrekening van een hypothetisch gezin. En dat wordt dan in de populaire kranten op de eerste pagina uitgesmeerd. Dat je je al voorstelt dat je 4.000 euro per jaar gaat verliezen. Dat zijn drie maandlonen, dat is uiteraard niet te behappen. Maar dat is écht desinformatie.”

Maar de regering vult dat communicatiegat niet? “Dat is een werkpunt. Ik heb geprobeerd om me zeker in het begin gedeisd te houden. Want ik wilde het verwijt schaduwpremier te zijn vermijden. Want het is zo evident dat we niet in de kijker moeten lopen. Maar okay, je ontsnapt daar niet aan. Op een gegeven moment moet je je schikken in je lot en er het beste van maken. Ik heb me in de Kamer zo afzijdig mogelijk gehouden, maar die tijd is voorbij.”

“Ik heb de laatste weken een aantal statements gedaan: ‘Tot hier en niet verder. Het is zo en niet anders.’ Je moet die rol wel opnemen als partijvoorzitter van de grootste partij in de regering. De lijn bewaken. We gaan daar inderdaad wat activistischer in worden, ook als partij. We zijn toch heel hard aan het nadenken om daar in het voorjaar over te communiceren, ook op partijniveau.”

Neem nu heel die discussie rond de tax shift: dat is niet goed uitgeklaard in het regeerakkoord. Die molen blijft maar draaien. “Dat klopt, dat steek ik niet weg. Er is natuurlijk wel een tax shift van 2 miljard afgesproken in het regeerakkoord. Tot daar zijn we concreet gekomen, daarover was iedereen het eens. Verder is er het principe afgesproken om verder te gaan met een tax shift, die kan als project meegenomen worden tijdens de legislatuur.”

“Maar als je vanaf dag één vanuit de meerderheid zegt: ‘Wij willen verder gaan en het moet dàt zijn’… Ja, dan fiets je regelrecht naar de miserie. En dat is ook zo gebleken. Die geest is uit de fles en die krijg je er niet meer in. Bovendien heeft men het ongeluk gehad dat er een enorme osmose gemaakt wordt van fraude, vermogensbelasting, vermogenswinstbelasting, noem maar op. Luxleaks kwam boven water, Marc Coucke verkocht zijn bedrijf met grote winst.”

Maar die twee zijn wel heel verschillend. Coucke is toch geen crimineel? “Dat is het hem net. Dat wordt allemaal op één hoop gegooid: dé rijken. ‘De rijken betalen niet.’ Uiteraard moet je de fraudeurs keihard aanpakken. Belastingontwijking heeft onethische normen aangenomen, maar dat is de wereld van het internationaal kapitaal en niet eenvoudig op te lossen. Anders was het al lang gebeurd. Diegenen die nu verontwaardigd zijn, zijn dezelfde die gisteren de achterdeur hebben opengezet en ons systeem zijn gaan promoten, overal in de wereld.”

“Maar het is er goed ingehamerd: dat verhaal van de superrijken die aan alles ontsnappen en vooral dat deze coalitie dat ook wilt. En zeker de N-VA. Omdat het een partij zou zijn die 30 percent haalt, maar enkel voor één percent opkomt. Op die nagel heeft men wel stevig getimmerd en dus moeten wij in de tegenaanval gaan. Ik geef je 100 procent gelijk, de meerderheid heeft dit aan zichzelf te denken. Niet elke partij draagt daarbij dezelfde verantwoordelijkheid.”

Een strategie vol risico’s

Wat was het hoogtepunt van 2014? “Dat moet toch de verkiezingsuitslag zijn. Daar kan ik moeilijk naast kijken. Ik heb weinig anders gedaan dan werken. En ook wel wat we hebben kunnen doen met die overwinning.”

Bart Maddens die zei: “Dood en begraven”. “Ja, maar Maddens… Is er al ooit iets uitgekomen van wat Bart Maddens geschreven heeft? Sorry Bart, maar ik moet het mij toch afvragen. De analyses van politicologen in het algemeen, die houdbaarheidsdatum is toch wel heel beperkt. Je moet zo eens een politicologische analyse lezen van vijf, tien of dertig jaar geleden… Je lacht je een breuk. Als historicus denk ik toch: je moet iets schrijven dat wat meer geworteld is, dat de tand des tijds doorstaat.”

“Als je erop terugkijkt heb ik niet alleen gewonnen, maar ook de anderen wat in de luren kunnen leggen.”

Die ene dag van de verkiezingen is vrij goed gedocumenteerd door Paul Jambers. Geluk straalde er niet af. “Als ik op zo’n verkiezingsnacht iedereen zie feesten, dan denk ik: ‘Jongens, feest maar… Maar ik moet wel meteen terug aan de slag.’ Die openingszet, dat is zoals schaak, die moet meteen goed zitten. Mislukt die, dan is heel je spel eraan. Want je speelt niet tegen kerstekinderen.”

“Ik zag mezelf zoals ik ben onder grote druk. Maar tegelijk zat er ook veel humor in hé.”

Je maakt veel goed door op het einde de vuilzakken buiten te zetten. Ik weet niet in hoeverre dat een beredeneerde zet was. “Als je goed kijkt, zie je dat het mijn wederhelft is die zegt: ‘Denk eraan de vuilzakken buiten te zetten.’ Waarop je in een filosofische bui schiet en zegt: ‘Zie eens. De grootste overwinning ooit, maar morgen komt wel nog altijd de vuilkar.’ Ik gebruik dat beeld nu steeds. Je moet nooit vergeten dat de aardse glorie een momentopname is. En als je denkt dat die eeuwig duurt, vergeet het. Morgen komt de vuilkar.” 

Tien jaar voorzitter ondertussen, en nog eens een mandaat. Je doet het jezelf misschien wat aan? “Toen ik begon hadden we 3,5 procent in de peilingen. Tien jaar later zitten we op 33 procent. Dan weet je dat er nooit een moment komt om te stoppen. De beste manier om te stoppen is verkiezingen verliezen. En dan is het vanzelf gedaan. Dan krijg je een bos bloemen en een fles porto en zegt iedereen: ‘Hij is er toch wat over gegaan. Hij kon het niet loslaten. En je ziet, wat de gevolgen zijn’.”

Ben je nu al de kronieken voor 2019 aan het schrijven? “De geschiedenis herhaalt zich nooit, maar de mens herhaalt zich altijd. Het is altijd de verkiezing te ver. De vraag is uiteindelijk: Wat heb je met dat voorzitterschap gedaan? Het politieke kapitaal dat je gecreëerd hebt, wat heb je daarmee gedaan? En hoe zal de geschiedenis erover oordelen? Dit merkwaardige decennium van de N-VA, wat heeft dat voortgebracht? En wat zijn de gevolgen voor de gemeenschap waarvoor wij aan politiek doen? Welke verandering is er dan gekomen?”

Maar je wil toch niet dat er ooit over je geschreven wordt: “Hij heeft België gered.” Want dat ben je nu aan het doen. Jullie zijn de boel aan het opruimen, maar het is de federale boel, niet de Vlaamse. “Ja, da’s zo’n paradoxale analyse die nu wordt afgevuurd. Maar ze klopt niet, in die zin dat het communautaire geen doel op zich is. Onze reden van bestaan is niet een land afbreken. Ik zou niet elke dag uit m’n bed komen om enkel dat te willen. Vlaanderen moet autonoom worden, maar waarvoor dient dat dan? Dat dient om de democratische articulatie van de Vlaamse kiezer te kunnen omzetten in beleid. Ik blijf ervan overtuigd dat Vlaamse autonomie het doel is, want je kan dat niet structureel doen binnen België. Maar deze regering doet het wel. Eigenlijk paradoxaal, door België als democratie weer serieus te nemen. Door te zeggen: ‘Als jullie allemaal zeggen dat het geen optelsom van twee democratieën is, en door te handelen als één democratie, goed. Dan krijg je dit’.”

“Zolang dit verder kan gaan, zijn wij tevreden. En als je dit niet meer wil, zal je vroeg of laat op onze analyse komen.”

“En dat is misschien een leerproces dat zich moet voltrekken. Misschien creëer je wel een klimaat waarbij we kunnen zeggen: ‘Ja goed, als we wederzijds ontevreden zijn, waarbij we elkaars meerderheden constant uitschakelen, is het dan geen tijd voor iets anders? Is het dan geen tijd voor het confederalisme?’ Dat zal in grote consensus geboren worden, of het zal er niet komen. Een langetermijnstrategie, maar goed, op korte termijn kom je nergens.”

Maar het is wel een risico. Want CD&V hoeft alleen maar één keer te zeggen: “Wij willen wel eens in plaats van meest links van het bed, meest rechts liggen.” “Dat klopt. Da’s juist. Maar no guts no glory. Er zijn grote risico’s aan verbonden. Maar elke verkiezing winnen en toch aan de zijlijn blijven draagt ook grote risico’s in zich. Kijk maar naar het Vlaams Belang. Die staan vandaag dicht tegen de kiesdrempel. Hoe zal de geschiedenis over hen oordelen? Dat is pijnlijk, en zo wil ik niet heel mijn leven gespendeerd hebben. Met het bilan van: ik heb een parlementair pensioen bijeengespaard en heb dertig jaar lang mijn gedacht kunnen zeggen. Dat is niets waard. Kan je beter een riskante strategie bewandelen. Dat kan helemaal fout aflopen, maar het kan tenminste tot iets leiden. Op zeker spelen is in de politiek is de kortste weg naar de afgrond.”

Het liefdesverdriet van Patrick Janssens

Het valt op: dat burgemeesterschap doe je graag. “Klopt. Omdat het zo ontzettend concreet is. Je zit niet meer in de abstracte context van de Wetstraat. Je beslist de ene dag en de volgende dag zie je het gevolg van die beslissing.”

“Je komt bij mensen thuis. Ik probeer één keer per week iemand te bezoeken, een uurtje of een halfuurtje. Dan krijg je het leven zoals het is. Helemaal anders dan de Wetstraat. Dat pakt je, grijpt je.”

“Ook een gevaar hé, dat lokale mandaat. Als je niet oplet ga je je daarmee vereenzelvigen. Dat is mijn voorganger overkomen. En dat is met respect gesproken, voor alle duidelijkheid.”

“Maar hij kon het zich na tien jaar niet meer inbeelden dat de kiezer hem niet meer moest. Hij is gewoon vergeten campagne te voeren. Wij dachten: ‘Die heeft nog iets meesterlijk achter de hand. De laatste 48 uur gaat er iets gebeuren, maar wij zien het gewoon niet.’ Maar er gebeurde niets. Gewoon omdat hij dacht: de evidentie van mijn ambt volstaat. Dat is de myopie die elke politicus kan treffen.”

“Het was bijna een uiting van liefdesverdriet, z’n uitspraken achteraf. Ik heb er toen ook niet op willen reageren, uit respect. Dat is een proces van jaren, laat hem er maar rustig doorgaan. Maar iemand die zegt: ‘Antwerpen heeft het afgemaakt met mij’. Dat was pijnlijk, ronduit pijnlijk.”

Dat gaat jou nooit overkomen? “Zeg nooit nooit. Niets menselijk is ons vreemd. Maar ik heb me nooit vereenzelvigd met een ambt, nooit vereenzelvigd met de geneugten van de stiel. Je moet je in het leven zo organiseren dat het morgen gedaan kan zijn. Dit is geen beroep, dit is een roeping. Als je het mag doen, ben je uitverkoren. Maar het is iets tijdelijk, en je moet er rekening mee houden dat het kan stoppen.”

“Carrière maken in de politiek heeft geen enkele zin. Het grootste gevaar in politiek is dat je het algemeen belang en het belang van je partij begint te vereenzelvigen met je persoonlijk belang. En dat is zelfs niet hypocriet. Maar je begint jezelf te doordringen van het idee dat wat jij wil ook in het belang van de partij zou zijn.”

Dat heb je tijdens die regeringsonderhandelingen toch voor je ogen zien gebeuren? “Dat zijn zware woorden, dat ga ik nu niet zeggen. Ik ga alleen over mezelf spreken. Die mate van onthechting is heel belangrijk voor mij. Zodanig dat je ook ruimhartig kan zijn met coalitiepartners.”

De leugenachtigheid van goede voornemens

Je bent 44 jaar en vrij jong begonnen aan de stiel, maar al lachend zei je altijd dat je mentaal veel ouder bent… “Mijn vader zei dat al altijd. ‘Bart je bent oud geboren’.”

Komt er dan een punt dat die twee samenvallen: je werkelijke leeftijd en je mentale leeftijd? “Ik denk dat dat onmogelijk is. Dat doet me denken aan die film: The Curious Case of Benjamin Button. Die heeft me altijd enorm aangesproken: bestaat dat effectief, oud geboren worden en jonger van geest worden? Bij mij is dat een redelijke constante. Zoals ik nu ben, is dat halverwege. Dus ja, het zij zo. Fugit irreparabile tempus. Sed beatus est vir qui implevit faretram suam.”

Dat moet je even vertalen. “De tijd holt onherroepelijk voorbij, maar hij die z’n pijlkoker heeft gevuld, is gezegend.”

Tien jaar macht, dat doet toch iets met een mens? “Tja, enfin. Tien jaar Wetstraat. Tuurlijk, mijn club is wel veranderd. Maar ik denk niet dat ik veranderd ben. Maar dat is heel moeilijk om te beoordelen voor jezelf.”

Een N-VA-congres tien jaar geleden, tegen nu… “Toen was het een theekransje, nu zijn dat logistieke operaties.”

Maar ook een vedettencultuur? “Daar ben ik niet vatbaar voor. Ik sla niet op hol omdat mensen met mij op de foto willen. In zeker zin wel: ik zou fysiek wel op hol willen slaan. Maar tien jaar geleden was het voorzitterschap een leven met tamelijk wat vrije tijd. Nu is het opstaan en denken: ‘Wat moet ik allemaal doen?’ En ’s avonds denk je: ‘Deze dag heb ik overleefd, wat zal het morgen zijn?’.”

“Ik wil er niet dramatisch over doen, maar mijn fysieke omschakeling heeft daar veel mee te maken. Ik kon de job niet meer volhouden zoals ik toen was. Dat ging fysiek niet meer. Ik kon dat niet meer, geraakte ’s morgens niet meer uit m’n bed, werd voortdurend ziek. Ik heb me helemaal in conditie moeten zetten om dit nog aan te kunnen. Maar naar het einde van het jaar tel ik nu wel elk uur af. En als tussen kerst en Nieuwjaar m’n gsm eens niet zou rinkelen… Da’s de enige cadeau die de kerstman mij mag brengen.”

Doe je dat ooit, je gsm volledig uitzetten? “Neen, neen. Ik doe m’n ogen open en de stekker steekt in. En als het netwerk plat ligt, word ik zeer ongeduldig. Ja, ik ben het typevoorbeeld van de workaholic. Ook op vakantie. De eerste vraag in elk hotel: ‘Haben sie Wifi bitte? Und haben Sie dan die code?’.” 

Goede voornemens voor 2015? “Daar doe ik niet meer aan mee. Ik heb die van de vorige jaren gelezen en dat is zo leugenachtig. Oh, ‘meer tijd met het gezin’, ‘meer tijd voor de kinderen’. Je zegt dat gewoon om een goede indruk te maken.”

Wat zijn je voornemens voor het land dan? “Dat de toestand wat kalmeert. Dat we wat draagvlak creëren. Dat het beleid wat op de rails komt. Dat we door de tunnel kunnen fietsen. Dat het perspectief terugkomt. Mensen kunnen veel hebben zolang ze maar overtuigd zijn dat er een regenboog is op het einde van de rit. Het idee: leidt dit ons tot iets? Dat moet klaar en duidelijk worden gesteld.”  

“Als de motor niet draait, zit je in een soort eeuwige achteruitgang. Waarop gaan we morgen en overmorgen besparen? Dat stelselmatig zakken, dat kunnen mensen niet aan. Okay, we gaan naar beneden om ons terug te lanceren. Dat perspectief moet in het debat.”

Meer
Lees meer...