Het kerststalletje. En de C-van-CD&V

De kerstdagen liggen achter ons. Dagen van familiale gezelligheid, met kerstverlichting in de haag, en een kerstboom met pakjes eronder. En naast die pakjes, een kerststalletje-met-kindje-Jezus. Een stalletje dat mee ingepakt was in die grote kartonnen doos waar ‘kerstversiering’ op geschreven staat en dat, zonder discussie of grote overwegingen, mee met de kerstboom wordt opgesteld.  Ook mijn partij heeft zo’n kerststalletje. Het is de eerste letter van haar naam: de C-van-CD&V. Een C die intern niet ter discussie staat, die de leden als ‘horend bij het standaard-pakket’ ervaren, maar waar we verder niet teveel woorden aan vuilmaken. Die we intern noch extern ‘uitleggen’. En dat zou ik graag anders zien. 

 “CD&V? Nee, dat met dat geloof enzo is niets voor mij” 

Want vandaag laten we als Vlaamse Christendemocraten op 2 domeinen kansen liggen, wanneer we nalaten in de verf te zetten waar die C voor staat. En ook, waar ze niét voor staat.

Geregeld spreek ik immers met jongeren die me zeggen dat CD&V hen niet aanspreekt omdat ‘al dat gelovige of kerkse niets voor hen is’. Fout: CD&V is geen kerkse of religieuze partij. Gelovigen van alle strekkingen én niet-gelovigen zijn welkom bij CD&V. Dat was al zo bij de oprichting van de CVP in 1945, maar toch blijkt dit vandaag nog onvoldoende duidelijk. Niet dat ik mij om persoonlijke redenen zou willen afzetten tegen de kerk: integendeel, als praktiserend katholiek – met progressieve stempel – draag ik de Vlaamse kerkgemeenschap een warm hart toe. Alleen is politiek, en een keuze voor CD&V, geen kwestie van geloofsovertuiging, maar van waardenovertuiging. En laat nu net die C ongelooflijk waarde-vol zijn. 

“CD&V, waar staan jullie voor”? 

Een vraag die CD&V-ers soms krijgen is ‘waar staan jullie nu eigenlijk echt voor’? En we antwoorden hier dan ook op. Dat wij vandaag de énige centrumpartij in Vlaanderen zijn. Dat we principes als rentmeesterschap, personalisme, en subsidiariteit belangrijk vinden. Moeilijke begrippen weliswaar, maar mits enige uitleg kunnen we de vraagsteller wel overtuigen van de waarde achter deze concepten. Wat we op dat moment echter nog veel concreter moeten kunnen uitleggen is wat onze prioriteiten zijn, datgene waar we echt onze kop vóór leggen. Of nog, wat voor ons zéker onaanvaardbaar is, de rode lijnen die wij nooit zullen overschrijden.

De optie voor de allerzwaksten 

En die C reikt heel duidelijke grondprincipes aan. Om er één uit te pikken die me nauw aan het hart ligt: de optie voor de allerzwaksten. Het niet-in-de-steek laten van gehandicapten, mentaal zieken, daklozen, illegalen, drugsverslaafden. Een diverse groep van mensen in een precaire situatie, waarin ze soms ook door eigen toedoen zijn beland. Van mensen die volgens sommigen economisch niets opbrengen en dat mogelijk ook nooit meer gaan doen. Maar die onze onvoorwaardelijke steun verdienen. On-voorwaarde-lijk. In een maatschappij die steeds meer voorwaarden oplegt

Een open, uitnodigende C die nieuwe groepen aanspreekt

Ik geloof ook dat door onze C meer naar voor te schuiven als een open, uitnodigende, maar waarde-volle C, nieuwe mensen zich christendemocraat zullen noemen. Zo merk ik dat heel wat Nieuwe Vlamingen – met diverse achtergrond of geloofsovertuiging – sterk staan voor gezinswaarden, belang hechten aan een openheid naar levensbeschouwing toe, houden aan ethische zorgzaamheid ook. Waarden die eigen zijn aan de C.

Hoewel wij heel wat Nieuwe Vlamingen in onze gelederen tellen, blijft de C voor een vele anderen tot op vandaag een drempel. Terwijl het net onze unique selling proposition zou moeten zijn.

Ik hoop dan ook dat we als CD&V ons kerststalletje terug oppoetsen, ons goed realiseren wat het allemaal aan prachtigs bevat, en durven uitleggen aan anderen waarom het nog steeds onder onze boom staat.

De auteur is kandidaat voor het nationaal jongerenvoorzitterschap van CD&V.

Meer
Lees meer...