Een nieuwe studie uit Zweden, gepubliceerd in het British Medical Journal, toont aan dat ADHD-medicatie meer doet dan enkel symptomen bestrijden. De behandeling blijkt ook het risico op verslaving, ongelukken en zelfs crimineel gedrag te verlagen.

Onderzoekers volgden een grote groep ADHD-patiënten en zagen duidelijke verschillen tussen wie medicatie kreeg en wie niet. De resultaten suggereren dat medicijnen zoals methylfenidaat en amfetamines niet alleen de concentratie verbeteren, maar ook impulsief gedrag temperen.

Dat heeft tastbare gevolgen: wie medicatie gebruikt, loopt minder risico op alcohol- of drugsmisbruik, verkeersongevallen, agressief gedrag en suïcidaal denken. Betere focus achter het stuur of op school, minder impulsieve beslissingen en meer controle lijken belangrijke verklaringen.

Niet alleen ADHD-medicatie bepaalt het verschil

Toch is het beeld niet zwart-wit. De onderzoekers benadrukken dat ook andere factoren zoals genetica, leefomgeving, opvoeding en de ernst van de aandoening een rol spelen in hoe mensen met ADHD zich ontwikkelen.

Daarom is behandeling op maat cruciaal. Niet iedereen reageert hetzelfde op medicatie, en therapie of coaching kunnen minstens even belangrijk zijn. Wel tonen de resultaten aan dat correcte medicatie een beschermend effect kan hebben, zeker op jonge leeftijd.

Toegang tot zorg blijft een uitdaging

In veel landen – ook in België – is het nog steeds moeilijk om tijdig een diagnose of behandeling te krijgen. Lange wachtlijsten bij specialisten en tekorten aan ADHD-medicatie maken het voor veel patiënten lastig om de juiste zorg te krijgen.

Deskundigen waarschuwen dat onbehandelde ADHD zware gevolgen kan hebben. Jongeren grijpen soms naar drugs of alcohol om zichzelf te kalmeren, en de kans op mentale problemen, ongelukken of conflicten met de wet neemt toe.

De conclusie van het onderzoek is duidelijk: investeren in een goede diagnose en behandeling van ADHD is niet alleen belangrijk voor het individu, maar ook voor de hele samenleving.