Sterven, we moeten het allemaal en toch praten we er nog het liefst helemaal niet over. All Of Us verenigt vier patiënten die hun doodsvonnis al gekregen hebben en zich aansluiten bij een praatgroep. Die groep is in handen van Els, een lifecoach die maar half weet waaraan ze begint. Met All Of Us – geschreven en geregisseerd door Willem Wallyn – begint het jaar 2020 van de Vlaamse film alvast goed. We haalden enkele leden van de cast bij elkaar en…spraken over leven en dood.
Elk van de vier patiënten gaat op een andere manier om met hun nakende einde. Maaike Neuville speelt Cathy, een moeder van twee kinderen die de keuze maakt om haar omgeving niet in te lichten over haar ziekte. Delfine Bafort speelt haar zus Vicky en Barbara Sarafian is Els, de lifecoach van dienst. De film is te zien vanaf woensdag 8 januari.
Maaike Neuville: Zes maanden op voorhand ben ik mezelf al beginnen onderdompelen in de thematiek van All Of Us. Zo ben ik bijvoorbeeld gesprekken aangegaan met mensen die met kanker geconfronteerd waren geweest en ik heb ook met Wim Distelmans gesproken. Daarnaast heb ik me gefocust op het accent van Cathy. Tijdens de opnames dan is er bij mij een soort van focus. Dan ben ik daar. En dan wil ik er op het einde van de dag wel eens voor kunnen kiezen om me in de zetel te leggen.
Barbara, jij speelt Els. Ik vind het een heel dapper personage, want ze weet amper waar ze aan begint, maar ze zegt wél sorry als ze een fout maakt.
Barbara Sarafian: Ja, zeker! Els neemt heel veel hooi op haar vork, maar ze leert wel bij. Stapje voor stapje. Ze merkt dat er wel een gesprek kan ontstaan, zelfs al vertrekt het bij een onhandige insteek. En inderdaad, ze is dapper. Zeker in haar positie is het niet zo eenvoudig om sorry te zeggen, want zij is degene die het allemaal zou moeten weten.
All Of Us is geen humoristische film pur sang, maar er kan wel wat mee gelachen worden.
Sarafian: Ja, met die kanttekening dat we niet met de dood lachen, want daar lach je niet mee. Het zijn de personages en de situaties waarin die personages belanden die de humor in zich dragen. Door die humor komt er ook ademruimte in het verhaal. Het zijn geen dijenkletsers, het is geraffineerde humor.
Delfine Bafort: Ik vind het ook goed dat er humor in de film zit, zodat het geen loodzwaar verhaal wordt. Want het is niet omdat je terminaal bent, dat je geen humor meer hebt. Vaak integendeel zelfs.
Euthanasie is ook één van de thema’s die in de film aan bod komt. Cathy zegt daarover “Ik kan het niet.” Wat niet per se wil zeggen dat ze tegen is.
Sarafian: Mijn mama heeft euthanasie aangevraagd toen ze nog bij kracht was om dat te beslissen voor zichzelf. Mijn broer en ik zaten naast haar en ik zei: “Ga je wel kunnen loslaten?” En ze heeft gevochten tot het einde. Ik denk dat ik ook zo word: instinctief vechten, tot het einde.
Neuville: Voor Cathy is haar belangrijkste focus haar gezin en haar kinderen. Wat ze daar zegt, is dus puur emotioneel. Ze wil er zo lang mogelijk zijn en blijven. Haar grootste verdriet is dat haar kinderen nu meemaken wat zij als tiener heeft moeten meemaken toen ze haar moeder verloren is aan kanker.
Bafort: Ik denk dat het misschien ook daardoor is dat Vicky nogal onstuimig, onbezonnen en impulsief is: omdat haar kindertijd voor een stuk ontnomen is. Maar ze is goed van inborst. Ze doet niks verkeerd met voorbedachten rade. Ze ziet haar zus graag, en Cathy ziet haar ook graag.
De dood past niet in onze agenda
In onze westerse wereld is de dood nog altijd een beetje taboe: we weten allemaal dat het er is, maar erover praten is nog iets anders. Ik voelde dat ook toen ik vragen aan het opstellen was voor dit interview. Er was een zekere schroom en ik begon na te denken over “Kan ik dit wel vragen?”
Sarafian: Ik vind het heel logisch dat je die schroom voelt omdat het een heel persoonlijk onderwerp is, dat emoties losmaakt. Het is niet iets waar twee onbekenden gemakkelijk over beginnen praten met elkaar. De dood is verdrietig.
Bafort: Voor mij is het niks negatief. Integendeel: door me bewust te zijn van mijn eigen eindigheid, voel ik dat ik leef. Mijn vriend vraagt vaak: “Ben je daar nu weer met die donkere dingen?” Boeken of films of een kunstwerk. Maar dat maakt iets los in mij, waardoor ik nog meer apprecieer wat ik heb. Het gaat ook over tijd in deze film: wat doe je met de tijd die je nog hebt? Daar denk ik heel erg over na.
Neuville: Ik denk dat dat wegduwen van de dood ook met tijd te maken heeft. De dood past niet in ons levensritme. We willen altijd maar doorgaan en de dood past niet in onze agenda. We willen hem zo lang mogelijk voor ons uit schuiven, maar uiteindelijk worden we er toch allemaal mee geconfronteerd. Zo’n praatgroep zoals in de film is wel één van de manieren om daarmee om te gaan. Het zit ook in de titel, All Of Us: het gaat over ons allemaal, want niemand ontsnapt eraan.
Bafort: Hoe meer we van de dood een taboe maken, hoe moeilijker het wordt om ermee om te gaan. Mijn afstudeerproject ging over rouw. De kortfilm die ik nu geschreven heb gaat over de dood van een kind. Het is een thema dat ik altijd met me mee lijk te nemen.
Omdat All Of Us over dood gaat, gaat hij inderdaad automatisch ook over leven. Wat maakt dat voor jou de moeite waard?
Neuville: Dat is voor mij met één woord te beantwoorden: liefde. Wat mensen kunnen voelen voor elkaar is bijna bovenmenselijk. Ik vind het dan ook jammer dat er in de maatschappij zoveel belang wordt gehecht aan presteren en aan efficiëntie. Als het maar meetbaar is. En liefde, ons hoogste goed, is dat net niet.
Sarafian: Ik sta graag op. Iedere morgen! Iedere ochtend kijk ik naar de lucht, dankbaar voor een nieuwe dag.
Bafort: Ik wil graag voelen dat ik leef. Voor mij zijn dat heel kleine momenten of handelingen in het leven die mij zeer gelukkig maken omdat ik me er bewust van ben. Dat kan bijvoorbeeld bewust spelen met mijn zoon, al is dat maar vijf minuten. Maar het kan ook mijn handen wassen zijn, een bad nemen, of werken. En zoals Maaike zei: de mensen rondom mij. Mijn paar beste vrienden. Mijn familie.
Sarafian: De nabijheid van de dood relativeert ook heel erg. De dingen die je eerder op je paard konden krijgen of een dag konden verbrodden, die doen er vaak niet meer toe. Een auto die niet start, daar ga je je dan niet meer druk om maken.
Kunst maakt gelukkig
Delfine, jou zou ik graag even willen bedanken voor je rol in Steve + Sky (2004), de debuutfilm van Felix Van Groeningen. Toen ik 16 was, was dat één van de films die me richting de ‘andere’ film gestuurd heeft.
Bafort: Het was niet de eerste keer dat ik acteerde, maar Steve + Sky was wel de eerste film die ik deed. Die film is een start geweest, maar in dezelfde periode is ook mijn relatie met Felix geëindigd. Het was een heel intense periode. Ik heb het gevoel dat ik Sky bijna niet moest acteren, dat ik Sky was. Die film is met héél weinig geld gemaakt, door heel veel goesting. Dat is de rock-‘n-roll die in die film zit. Iedereen draaide daar overuren tot een stuk in de nacht om gewoon die film gemaakt te krijgen. En toen vond ik dat fantastisch.
Wat zoek jij als actrice in een rol?
Neuville: Als ik word gevraagd ga ik sowieso op auditie. Of ik een rol wel of niet doe, dat heeft met verschillende dingen te maken, maar mijn allereerste gevoel is nog het allerbelangrijkst. Ik wil aangesproken worden door een personage. Ofwel wil ik iets herkennen, of net niet, maar dan moet ik geprikkeld worden om iets te gaan onderzoeken, iets te willen begrijpen. Na De Twaalf en All Of Us heb ik heel bewust voor Yummy gekozen, de Vlaamse zombiefilm die binnenkort uitkomt. Ik had nood aan iets anders, iets lichter, aan het pure acteren op instinct.
Sarafian: Bij het lezen van het scenario van All Of Us heb ik moeten huilen, en dan weet ik dat het goed zit. Ik wil ontroerd worden door een verhaal of een personage. Dat wil niet per se zeggen dat ik moet beginnen huilen, maar mijn hart moet er wel warm van worden.
Bafort: Ik merk – alweer – dat ik vaak speel in werken over donkere thema’s. Omdat die mij raken, denk ik. Dus All Of Us past mooi in het rijtje. Voor deze rol specifiek werd ik echt gebeten door het enthousiasme van Willem Wallyn. Ik ben overigens blij dat ik op auditie mocht komen, want dat was een tijdje geleden en ik zou dat graag veel meer doen. Dus bij deze heb ik dat ballonnetje ook opgelaten. (lacht)
We zitten in tijden van culturele besparingen. Er woeden al wekenlange discussies over wat cultuur is, wat cultuur moet zijn, voor wie het moet gemaakt worden en wat het nut ervan is.
Bafort: Kunst maakt mij gelukkig, zo eenvoudig is het. We hadden het daarnet over wat het leven de moeite waard maakt. Voor mij speelt cultuur daar een hele grote rol in, want het is vaak daardoor dat ik geraakt wordt.
Neuville: Het is eenvoudig samen te vatten: de besparingen die nu op tafel liggen gaan er heel direct voor zorgen dat het aanbod verschraalt en dat er een minder divers aanbod gaat zijn. Want wie ga je steunen: mensen die al gevestigd zijn? Of mensen die nog beginnend kunstenaar zijn? Diegenen die nu gevestigd zijn hebben heel vaak ook in hun beginjaren dingen gemaakt die steunden op subsidies. Mijn allereerste kortfilm Terug Weg (2010) heb ik zonder steun gemaakt omdat ik wist dat dat iets was dat ik moest doen. Maar je kan niet blijven werken op die manier. Dat is een afmattende strijd.
Bafort: Het gaat nu ook over wie aan cultuur doet en wie niet. Maar uiteindelijk: wie kijkt er ’s avonds thuis na een zware dag op het werk eens niet naar een film of een serie?
Sarafian: De musea lopen vol, de theaterzalen lopen vol, concerten verkopen uit. Mensen zoeken cultuur op, gaan meer dan ooit het huis uit om naar een event te gaan. Er wordt meer en meer bewogen, het internet staat vol met culturele tips. Verhalen vertellen, in welke vorm dan ook, is eeuwenoud. Dat kan en mag je niet als minderwaardig of onbelangrijk beschouwen.
Neuville: Hoe moeilijk het ons ook gemaakt wordt, kunst zal altijd gemaakt blijven worden, net omdat het zo essentieel is. Alleen moet de vraag wel eens worden gesteld in wat voor samenleving we willen leven. Dan komen we opnieuw waar we het daarstraks al over hadden: waarom moet alles winst opleveren die je kan uitdrukken in geld? Waarom hechten we niet méér belang aan andere waarden?
Sarafian: Verhalen vormen je als mens, doen je misschien zelfs begrijpen hoe je zelf in elkaar zit. De waarde daarvan kan onmogelijk overschat worden.
Een zalvende film
Maaike, jij hebt ook regie gestudeerd aan Sint-Lukas. Merk je dat je daardoor ook anders bent gaan acteren?
Neuville: Ik denk dat dat altijd in mij heeft gezeten. Ik ben niet enkel een speler, maar ook een maker. Net zoals de theatergezelschappen, dat zijn ook spelers en makers. Je laat je lot niet enkel meer afhangen van de regisseur. Als ik speel sta ik den dienste van een productie of een regisseur, als ik maak heb ik zelf de controle in handen. Het spelen is echt een uitlaatklep voor mij, het kan soms een opluchting zijn om ergens ‘gewoon’ in mee te kunnen stappen. Nu ben ik aan een langspeelfilm aan het werken en daarvoor hoop ik op artistieke ontwikkelingssteun dus ik ben nog even stilletjes aan het hopen.
Delfine, jij bent acteerlessen gaan volgen en bent officieel pas afgestudeerd als actrice sinds eind 2012 aan het KASK, op je 33e,. Waarom vond je dat je die opleiding moest volgen?
Bafort: Ik was nog te onzeker als actrice. Nu heb ik veel meer bagage op technisch vlak. Ik had ook behoefte aan het onderzoek “Wat is acteren?”. Ik kon mijn lichaam en het woord niet goed samenbrengen. Dat zal wel iets met mijn carrière als model te maken hebben. (lacht) Die opleiding heeft me daar heel wat in bijgebracht. Daarna heb ik trouwens nog een Masterclass gevolgd, in New York.
Als mensen naar All Of Us gaan kijken, wat hoop je dan dat ze mee naar huis nemen?
Sarafian: Het feit dat All Of Us geen trieste film is, maar een zalvende film.
Neuville: Het gaat om het feit dat we ooit allemaal met verdriet en rouw te maken krijgen en dat dat het grote element is dat ons bindt. Los van afkomst, leeftijd, status of religie. Aan zo’n verhalen, verbindende verhalen, hebben we nood. Verhalen die ons verbinden als mens.
All Of Us verschijnt in de zalen op woensdag 8 januari.