De drie partijvoorzitters die aan zet zijn, Joachim Coens (CD&V), Georges-Louis Bouchez (MR) en Egbert Lachaert (Open Vld), blijven bouwen aan de ‘Arizona-coalitie’, een onwaarschijnlijke combinatie zonder de Franstalige socialisten. Maar de deur naar de PS is niet dicht: het trio wil snel met Paul Magnette (PS) gaan praten.
In het nieuws: De drie spelen hoog spel: kan je rond de grootste Franstalige partij?
De details: Het wordt een spectaculair afscheid, als het lukt, zonder de PS.
- Het trio opdrachthouders, Coens, Bouchez en Lachaert, is nu iets meer dan een week bezig, en ze hebben nog steeds de Franstalige socialisten, de machtige PS, niet officieel ontmoet. Nadat er begin vorige week intensieve contacten waren, om de ‘overdracht’ te regelen van snuffelaars Paul Magnette (PS) en Conner Rousseau (sp.a) naar nieuwe opdrachthouders, viel de lijn volledig stil.
- Echt verwonderlijk is dat niet. Steeds duidelijker wordt dat Coens, Bouchez en Lachaert mikken op een onwaarschijnlijke zogenaamde ‘Arizona-coalitie’. Het is een kern van de huidige regering, aangevuld met N-VA, sp.a en cdH. Arizona, naar de vlag van die Amerikaanse staat, die geel, rood, blauw en oranje bevat. “Arizona-coalitie is wel beter dan Åland-coalitie”, zo tweette Open Vld-fractieleider in de Kamer Vincent Van Quickenborne.
- Over die coalitie zijn al gesprekken gevoerd met de drie ‘aansluitende partijen’, en geen van hen zegt voorlopig, puur op basis van de combinatie van partijen, ‘neen’. Elk van de drie wil vooral zien wat er inhoudelijk op tafel komt.
- Daaraan wordt koortsachtig gewerkt, door de kabinetschefs van de partijvoorzitters, de zogenaamde sherpa’s, die overleg plegen om een inhoudelijke basisnota te maken. Het zal vooral die nota zijn, die de sp.a moet overtuigen.
- De Vlaamse socialisten bekijken het allemaal bijzonder argwanend. “Het lijkt ons moeilijk voor te stellen dat wij wél inhoudelijk akkoord gaan met een heel voorstel voor een relanceplan, en de PS niet. Wij zitten toch zeer dicht tegen elkaar, als het gaat over de inhoud”, zo stelde Hannelore Goeman, de fractieleider van sp.a in het Vlaams Parlement, gisteren op Villa Politica. “De coalitie waar wij in stappen, zal afhangen van de inhoud, niet van de samenstelling”, herhaalde federaal fractieleider Meryame Kitir (sp.a), vanochtend op Radio 1. “Tot nader order ligt er nog geen voorstel op tafel, dat wij kunnen beoordelen.”
- Het zegt veel over de gedisciplineerde communicatieve lijn die de sp.a moet bewandelen: voorlopig schieten ze niets af, maar uiteraard is er interne druk. Want gaan de Vlaamse socialisten nu echt in zee met N-VA én Open Vld én MR, zonder de PS? De achterban heeft wel vragen, al is de huidige positie van Rousseau ijzersterk: voor het eerst sinds lang stijgt de sp.a in de peilingen, en de ster van de voorzitter zelf is omhooggeschoten in peilingen.
- Maar Rousseau behaalde die ‘winst’ onder meer met een heel duidelijke stellingname over de crisis: “Mannen, los het op!“, was zijn motto, waarbij hij zelf steeds herhaalde “geen enkel veto te stellen tegen wat of wie ook”. In die zin is het onmogelijk om nu snel het initiatief van het trio af te schieten.
- Bovendien lost het trio niet helemaal de PS: een meeting zou gepland worden op korte termijn, al wil men op de Keizerslaan absoluut geen commentaar kwijt op dit moment, zelfs niet daarover. Maar in kringen rond de huidige regeringspartijen is te horen “dat er uiteraard met de PS zal blijven gepraat worden”. Al is het maar omdat, als ze mislukken, het zogenaamde ‘plan B’ toch altijd een oplossing mét die PS vergt.
- Magnette en Rousseau deden immers al het voorstel voor een zogenaamde klassieke tripartite, een coalitie tussen socialisten, liberalen en christendemocraten. Die levert maar 71 zetels op, maar met die ‘relatieve meerderheid’ wilden de socialisten de sprong wagen. Alleen, dat ketste dus af bij het huidige trio, dat het initiatief overnam.
- “Als we straks opnieuw moeten gaan praten over dat scenario, zal de prijs van de PS al een pak hoger liggen. Wat nu gebeurt, gaat toch z’n sporen laten”, zo is te horen bij de socialisten, die toch met grote ogen naar de gewaagde zet van het trio kijken.
De essentie: Kunnen en durven de Vlaamse socialisten de sprong wagen zonder PS?
- In 2014 deed zich een soortgelijk scenario voor, waarbij de Franstalige socialisten buitenspel werden gezet federaal. Dat was op voorhand absoluut ondenkbaar: federaal lag de voortzetting van de klassieke tripartite die Elio Di Rupo (PS) had geleid, voor de hand. Maar toen besliste de PS om voor de Brusselse en Waalse regering de MR buitenspel te zetten, en met cdH in zee te gaan. Hun redenering was dat men federaal toch niet zonder hen kon. Toen reageerden Charles Michel (MR) en co furieus, en waagden ze de sprong zonder enige andere Franstalige partij. Zo werd de Zweedse regering geboren, waarin niemand nog enige banden met de PS onderhield.
- Vandaag is de situatie toch anders. De sp.a zit behoorlijk vast aan de PS, al regeerde die partij in de regeringen Leterme I en II en Van Rompuy I ook wel zonder de sp.a. Maar uiteraard zijn ze lid van dezelfde politieke familie, en elkaars eerste, logische bondgenoot bij regeringsvorming. Al zijn er inhoudelijk ook wel wat verschillen:
- De Vlaamse socialisten kijken veel minder om naar de vakbonden: daar waar de FGTB een bijzonder zware rol krijgt bij de PS, is ABVV absoluut niet doorslaggevend bij Rousseau, die ook van een andere generatie is dan Magnette en zeker Di Rupo.
- Inhoudelijk zijn daardoor de verschillen op sommige dossiers, zoals de arbeidsmarkt, toch duidelijk tussen PS en sp.a. Maar op bijvoorbeeld vlak van fiscaliteit zitten ze wel quasi op dezelfde lijn. Over migratie zijn er ook meer nuances: de Vlaamse socialisten zijn toch een stuk ‘flinkser’.
- Ook symbolisch ligt een samenwerking met Bart De Wever (N-VA) helemaal anders. Bij de PS leidt dat tot grote paniek: in één regering met Theo Francken (N-VA)? Bij de sp.a haalt men de schouders op: ze zitten al bijna twee jaar in Antwerpen samen in hetzelfde stadsbestuur, en dat loopt zeer correct.
- Maar of de sp.a daarom kan springen, zonder de PS? De timing zou wel zeer vreemd zijn: uitgerekend nu verhuist Rousseau z’n partij fysiek naar de Keizerslaan, om daar twee verdiepingen bij de PS te gaan huren. Maar op het einde van de rit telt in politiek wat je uit de brand sleept bij een akkoord: de sp.a rekent in de eerste plaats op een harde onderhandeling over een federaal regeerakkoord, en vooral een effectief relanceplan.
- Bij iedereen is te horen dat het openbreken van de Vlaamse regering “niet aan de orde is” en ook nog niet besproken is. “We moeten de kar niet voor het paard spannen“, valt te noteren. Dat wil niet zeggen dat het geen logisch gevolg zal zijn van wat federaal gebeurt: als de sp.a op federaal vlak met diezelfde drie partijen in bad gaat, dan zal dat Vlaams ook best gebeuren. Alleen, te vroeg dus. Maar wel belangrijk om te weten: niemand lijkt daarover veto’s te stellen.
The big picture: De sp.a is niet de enige partij die de banden met de PS moet doorknippen. Ook de MR moet toch goed opletten.
- De tweede partij die immers toch behoorlijk afhangt van de PS: de MR. De Franstalige liberalen hadden al lang voor de verkiezingen van 2019 één duidelijke doelstelling: niet langer geïsoleerd zitten. Charles Michel (MR) deed verwoede pogingen en haalde onder meer de banden aan met het cdH van Maxime Prévot. Die leken klaar om de Zweedse regering eventueel te depanneren, mocht die haar meerderheid verliezen.
- Maar na de verkiezingsnederlaag van Zweeds (of wat daarvan restte), opende Michel de kanalen naar de PS. In Brussel botsten ze op een harde lijn van de lokale, socialistische afdeling: de MR werd daar buiten de coalitie gehouden. Maar in Wallonië kreeg Michel zijn MR aan boord, in de regering van Elio Di Rupo. Dat was een belangrijke strategische verwezenlijking: opnieuw met de PS aan de macht.
- Onder het leiderschap van Bouchez verscherpte de strijd in Franstalig België meteen: de relatie met Paul Magnette bekoelde snel, de twee kwamen elkaar federaal telkens opnieuw tegen in het strategische spel.
- De MR-voorzitter neemt telkens zeer offensief stelling tegen de PS. Onder meer bij de rellen in Brussel, na afloop van de betoging tegen racisme, haalde Bouchez frontaal uit naar de PS-burgemeester Philippe Close. Tussen beiden was het gisteren opnieuw oorlog. Op het nieuws dat er geen enkele besmetting was, onder de organisatoren en deelnemers aan die antiracisme betoging, tweette Close droog: “Pas d’autres commentaires“.
- Daarop reageerde Bouchez furieus: “Ongeremde onfatsoenlijkheid. De burgemeester overtreedt de wet, maar aangezien er geen besmettingen zijn, schept hij daar nog wat over op ook. Als u de verkeerde kant van de snelweg oprijdt, maar er zijn geen gewonden, dan is dat oké? Het is verbijsterend om zo’n bevooroordeeld denken te zien”. Onnodig te zeggen dat het de relaties niet bepaald verbetert, tussen blauw en rood in Franstalig België.
- Maar als Bouchez nu doorzet, en werkelijk de PS er federaal uitduwt, dan dreigt hij wel de toorn van Magnette en co op te wekken. “Met één vingerknip vervang ik de MR in de Waalse regering“, heeft Di Rupo de afgelopen weken al verklaard op het PS-partijbureau, na een zoveelste spanning tussen Bouchez en zijn partij. Het scenario is niet ondenkbaar waarbij de Waalse regering dan openbreekt, en de MR aan de kant geschoven wordt, ten voordele van pakweg het cdH.
- Niemand sluit dus uit dat Bouchez ‘dubbel spel’ speelt: nu een rondje de PS opnaaien, om dan straks toch terug bij hen te eindigen. Maar binnen de MR zijn er anderen het huidige plan ook niet ongenegen: ideologisch zou een ‘Arizona-coalitie’ toch meer aansluiten bij wat de MR wil over relanceplannen, dan de rode dromen van de PS.
Tenslotte nog één cruciale partij: Hoe zit het cdH erin?
- De Franstalige christendemocraten spelen een merkwaardige rol ‘op de wip’. Want de partij was na de verkiezingen “niet beschikbaar” voor coalities: ze kregen een zodanige electorale dreun (nog vijf zetels in de Kamer), dat ze zichzelf aan de kant zetten.
- Alleen, Prévot en co zijn ondertussen bijgedraaid, en hun analyse vandaag, na de coronacrisis, is helemaal anders: hun reden van bestaan zou wel eens kunnen zijn om aan te tonen dat ze nog steeds relevant zijn, door deel te zijn van de ‘oplossing’, door te besturen.
- Met vijf zetels toch mathematisch nodig zijn, geeft hen uiteraard een politieke hefboom waar maar weinig partijen van dat gewicht kunnen van dromen. In die zin is de ‘Arizona-coalitie’ een unieke kans voor hen.
- Dat vergt wel wat kunst- en vliegwerk. Want doordat het cdH zodanig klein is in de Kamer, hebben ze geen stemrecht in de commissies. Dat zou dus inhouden dat die ‘Arizona-coalitie’ dus wel plenair een meerderheid haalt, maar niet in de vele commissies die de Kamer rijk is.
- “Het is geen meerderheid, want ze heeft niet eens overwicht in die commissies”, wierp Meryame Kitir (sp.a) vanmorgen dan ook terecht op, op Radio 1.
- Maar Servais Verherstraeten, de fractieleider van CD&V, antwoordde meteen duidelijk: “Zoiets is oplosbaar“, zonder erop in te gaan. Al eerder verscheen in de pers het scenario waarbij cdH en CD&V als één technische fractie in de Kamer zouden verdergaan: dan zouden ze samen plots 17 zetels tellen, en in de pikorde dus danig opschuiven om stemrechten te krijgen in de commissies. Om maar te zeggen: er wordt toch ernstig over nagedacht.
Vanaf morgen: Het einde van een tijdperk, de volmachten van Wilmès II lopen af.
- Morgen, op 26 juni, is het precies drie maanden geleden dat de regering van premier Sophie Wilmès (MR) volmachten kreeg. Die lopen dan af, niemand wilde het systeem met nog eens drie maanden verlengen, wat eigenlijk toch initieel de bedoeling was. Een vertrouwensstemming voor dit ’tijdelijk’ minderheidskabinet volgt immers pas in september. De komende periode kan de regering dus verder, maar zonder dat er nog ‘superkernen’ volgen, of er dus met volmachten kan geregeerd worden. Die periode loopt tot 17 september, exact zes maanden nadat ze in de Kamer het vertrouwen kregen van negen partijen.
- Overigens toonde de regering op de laatste Nationale Veiligheidsraad voor de zomervakantie gisteren toch haar tanden aan de virologen. Die laatsten, met boegbeelden Marc Van Ranst en Erika Vlieghe op kop, hadden in de aanloop naar die Veiligheidsraad grote druk gezet via de media, om toch maar mondmaskers verplicht te maken, onder meer in winkels. Een paar weken terug had dergelijke unilaterale actie van virologen, opvallend gesteund door de rector van de UGent, maar één ding kunnen betekenen: dat de politiek had moeten volgen. Maar tijden veranderen.
- Niet dus. Want binnen de GEES, de groep van experten, zitten uiteraard meer mensen dan enkel de mediagevoelige virologen en bacteriologen. Die hebben ook zicht op de economische argumenten, en waren niet overtuigd van de noodzaak van een verplichting. In de GEES moesten Van Ranst en co dus het onderspit delven, wat meteen voor de regering een dankbare voorzet was: zo was er geen ‘clash’ tussen ‘experten’ en ‘politici’, maar wel binnen de expertengroep dus. In regeringskringen schermde men met het advies van de GEES om dat te onderstrepen.
- Maar de virologen lijken zich er maar weinig van aan te trekken: “Onze mening blijft ongewijzigd”, zo stelde Marc Van Ranst al opnieuw in de media, recht tegen de beslissing van de Veiligheidsraad in. Dat is op zich een best grappige stelling over mondmaskers: eerder in de crisis was de viroloog immers in z’n publieke verklaringen niet overtuigd van het nut van die mondmaskers.
Pijnlijk, pijnlijk, pijnlijk: De NH90-helikopters van het leger, amper zes jaar oud, gaan al richting exit.
- Het was in 2005 een verrassing van formaat: toenmalig premier Guy Verhofstadt (Open Vld), die na een blitzbezoek aan Frankrijk, op de luchtvaartbeurs in Le Bourget, nabij Parijs, plots aankondigde dat België ‘Europese’ helikopters zou gaan kopen. Had hij het op een akkoordje gegooid, met de toenmalige Franse regering? Het zat in een ‘groter pakket’, zoveel is duidelijk, en dus kreeg België plots een opvolger voor onder meer de Seakings in Koksijde, de NH90. Daarvoor werd 150 miljoen euro neergeteld.
- Maar die toestellen, ondertussen slechts zes jaar in gebruik, blijken een nachtmerrie voor het leger. Want ze zijn bijzonder duur in onderhoud en vlieguren. Zo duur, dat het leger gisteren aankondigde ze eigenlijk niet meer te gaan inzetten. Het vergt te veel technici en die zijn er gewoon niet in het leger.
- Een sisser van formaat dus, of een dure les: snel akkoordjes maken over de aankoop van militair materiaal, dat betaal je later meer dan cash terug.