Autisme: dan toch te voorkomen (en zelfs te genezen)?

Bovenstaande afbeelding lijkt wel een verband te suggereren tussen vaccinatie en autisme. Dat kan natuurlijk niet, zo stellen overheden en wetenschappers ons steevast gerust (of toch diegenen die we in de media doorgaans horen): dat van die link tussen vaccins en autisme is een indianenverhaal. Minder gemediatiseerde artsen en wetenschappers laten een ander geluid horen, ondersteund door heel wat onderzoek en door sprekende feiten zoals een uitgelekt, intern rapport van vaccinfabrikant GSK. Dat werpt meteen een heel ander licht op autisme: de aandoening is dan namelijk wél te voorkomen – en zoals we zullen zien, zelfs te genezen.

0. Journalisten, doe uw job

Eerst had ik als titel “To Journalists on the Eve of Autism Awareness Month” gekozen, geïnspireerd door dit gelijknamige artikel. Want de kloof tussen wat ik en vele anderen uit wetenschappelijke hoek vernemen, en wat we doorgaans van overheden, artsen en media horen, is werkelijk enorm, voor mij echt verbijsterend. Daarom maak ik de hartenkreet van deze auteur tot de mijne: “Journalisten, doe uw job!” Zodat wat achter de schermen blijkbaar welbekend is, ook bredere bekendheid en erkenning krijgt. Tot meerdere eer en glorie van ons aller gezondheid. Vandaag doe ik dat even zelf als ‘burgerjournalist’, met dank aan deze Zoo, in de hoop dat vele andere journalisten zullen volgen – enkele concrete suggesties doe ik jullie op het einde aan de hand.

1. Schrijnende cijfers: een “epidemie” en een parallel

De hierboven getoonde afbeelding slaat op de VS. Ik weet niet of ze helemaal klopt, want als ik zelf op de website van de CDC (Centers for Disease Control) ga kijken, vind ik daar het cijfer van 1/68 kinderen die vandaag een vorm van autisme zouden hebben. Een studie uit 2011 spreekt van 1/38 kinderen met autisme, opnieuw in de VS. Onderstaande tabel zit daar tussenin en houdt het op 1/50. De referentie van deze tabel vind ik niet meteen terug, maar de cijfers komen wel grotendeels overeen met de CDC-cijfers die ik vind. Ik citeer dit overzicht omdat ik het zo indrukwekkend vind:

Alleen al de laatste tien jaar zien we dus meer dan een verdubbeling. Voor België lees ik cijfers van rond de 1/100. Algemeen wordt aangenomen dat er drie tot vier keer meer jongens dan meisjes met autisme zijn, zodat de autismegraad bij jongens alléén ongeveer het dubbele bedraagt.

Het woord ‘schrijnend’ in de titel gebruikte ik, omdat leven met een kind met autisme voor veel ouders behoorlijk zwaar is – dat vang ik althans rondom mij en in vele verhalen op. Hoe mooi ik het ook vind als mensen deze dagen in de media aandacht vragen voor de sterke kanten van mensen met autisme, en hun individualiteit en verscheidenheid benadrukken -“duizend mensen met autisme zijn allemaal verschillend”- toch bloedt mijn hart als ik sommige pijnlijke situaties zie en lees. Het meest raakt het mij als ouders een voorheen kerngezond, open en snel ontwikkelend kind, plots zien achteruitgaan en zijn taal- en sociale vaardigheden zien verliezen. Jawel, vaak vlak na een vaccinatie – daarover dadelijk meer.

Sommige bronnen achten een reële stijging van het aantal kinderen met autisme onbewezen, en schrijven de hogere cijfers toe aan een andere en/of betere diagnose. Net als de auteurs van het bovengenoemde artikel geloof ik daar niets van: dan zouden onderwijzers dat toch gezien hebben? Zagen zij pakweg dertig jaar geleden evenveel kinderen met autisme-achtige symptomen als vandaag? Nee toch? En is de diagnosticering de laatste tien of vijf jaar (want ook de allerjongste jaren is de toename enorm) zo spectaculair veranderd? Bij mijn weten niet.

Of zoals dokter Natasha Campbell-McBride, neurologe, het in haar verder geciteerde GAPS-boek zegt: “Sommigen wijten de gestegen autismecijfers -vandaag in de UK 1/150- aan een betere diagnose. Maar dan zouden de Britse artsen van vijftien jaar geleden naast het autisme van 1 kind op 150 gekeken hebben?! En waar zijn dan al die autistische kinderen naartoe? Dat zouden nu tieners met autisme moeten zijn, want autisme wordt verondersteld niet te verdwijnen. Maar die 1/150 tieners met autisme zijn er in de UK niet. Deze uitleg gelooft dus niemand.” Ook professor Luc Montagnier, Nobelprijswinnaar geneeskunde, noemt  in zijn voorwoord tot dit boek de toename van autisme bij jonge kinderen “spectaculair en verontrustend”.

Een andere sprekende afbeelding die een sterk verband tussen vaccinatie en autisme suggereert vind je hier. Graag citeer ik nog cijfers voor Engeland die ook zulke parallelle stijging van autisme-aantallen en aantal vaccinaties laten zien: meteen na de invoering van het MBR (mazelen, bof, rodehond)-vaccin in 1988 steeg het aantal autismegevallen er van minder dan 1/2500 tot 1/800; verder tot 1/500 in 1990-1991 vlak na de invoering van de vervroegde DKT (difterie, kinkhoest, tetanus)-vaccinatie; tot 1/345 in 1993 na toevoeging van het Hib-vaccin in oktober 1992; en recent tot 1/64, na de verdere uitbreiding van het vaccinatieprogramma.

Deze cijfers maken volgens mij duidelijk dat autisme in geen geval een puur erfelijk bepaalde aandoening is. Genetische aandoeningen nemen niet zo snel in die mate toe. En dan zouden eeneiige tweelingsbroers of -zussen altijd beiden autisme hebben, wat niet het geval blijkt te zijn.

Of deze cijfers ook aantonen dat vaccins autisme veroorzaken: op zich nog niet. Het kan ook allemaal toeval zijn, of met andere factoren te maken hebben. Maar als ik alles overweeg wat volgt, lijkt het mij zonder meer duidelijk dat vaccins hierin op z’n minst een zeer belangrijke rol spelen.

2. Heel weinig autisme waar & wanneer geen vaccinatie is

Autisme werd formeel ontdekt in 1943 door de Amerikaanse (van oorsprong Oostenrijkse) kinderpsychiater Leo Kanner, en bijna gelijktijdig door de Oostenrijkse kinderarts Hans Asperger, zo lees ik onder meer hier. Volgens sommigen was de aandoening eigenlijk al veel eerder beschreven, volgens anderen ontdekten deze heren echt iets nieuws – Kanner zou gezegd hebben: “The condition differs markedly and uniquely from anything reported so far” (Neil Miller, Vaccine Safety Manual, p. 155). Interessant vind ik het volgende: volgens Miller stelden Kanner en zijn tijdgenoten de aandoening aanvankelijk -in de VS van de jaren 1940- enkel in gegoede middens vast, precies de groep die vanaf de late jaren 1930 met vaccineren was begonnen. Pas later, vanaf de jaren 1960, werd autisme er in alle sociale klassen vastgesteld – nadat ook vaccins zich over de hele bevolking verspreid hadden. Toeval?

Even opmerkelijk: de Eisenstein Medical Centers in groot-Chicago werden in 1973 door dokter Mayer Eisenstein opgericht met de bedoeling een open, zo natuurlijk mogelijke medische verzorging te bieden aan de bevolking. Deze centra begeleiden veel thuisbevallingen en bieden patiënten -waaronder veel kersverse moeders- qua vaccinatie uitdrukkelijk de vrije keus aan, op basis van uitgebreide informatie. Het gevolg is dat hun patiënten heel weinig vaccineren. En, toeval of niet: ze krijgen nauwelijks autisme. Een reusachtig verschil met de gemiddelde 1 op 50 ! Je kunt dr. Eisenstein daarover horen in onderstaand filmpje. Blijkbaar komt ook astma en diabetes bij hun patiënten stukken minder voor dan gemiddeld – twee andere aandoeningen die vaak met vaccinatie in verband worden gebracht (waarover straks meer). Ook andere ziekenhuizen die verschillende medische benaderingen aanbieden, zien bijna nooit autisme voorkomen bij diegenen onder hun patiënten die niet gevaccineerd zijn.

3. De vele getuigenissen van plotse regressie na vaccinatie

Heel wat ouders en artsen wereldwijd getuigen ervan: een gezond, prima ontwikkelend kind dat al loopt en praat, gaat kort na een inenting plots achteruit, kan vaak na korte tijd (bijna) niet meer praten en verliest zijn interesse in interactie met de omgeving. Of varianten daarop. Uiteindelijke diagnose: autisme.

Dit stramien is te zien in onderstaande pakkende documentaire Shots in the Dark van Lina Moreco, waar ook over de wetenschappelijk zoektocht -en de obstakels daarbij- naar de verklaringen van dit effect van het vaccin gesproken wordt.

Heel interessant vind ik ook dit interview met de oude-en-nog-heel-kwieke Nederlandse arts Hans Moolenburgh – die meteen ook spreekt over mogelijkheden tot genezing (jawel, van autisme dus) – meer bepaald vanaf minuut 7:

4. Getuigenissen over volledig herstel van autisme

Zelf hoorde ik deze moedige Belgische mama aan het woord, die haar zoon autistisch had zien worden na vaccinatie. Na een lange zoektocht slaagde zij er, met de hulp van het Autism Research Institute, in hem hier volledig van te laten herstellen. Straks vermeld ik nog enkele behandelingswijzen die kunnen helpen om van autisme te genezen.

5. Rechtbanken erkennen het verband vaccinatie-autisme

En ze leggen er schadevergoedingen voor op. In Italië gebeurde dat bijvoorbeeld in juni 2012, zoals dit artikel uit The Independent vertelt.

In de VS heb je het Vaccine Injury Compensation Program, bijgenaamd “vaccine court”, dat geen echte rechtbank is maar veeleer een administratieve procedure waarbij de overheid vaccinatieschade kan vergoeden als de patiënt een oorzakelijk verband tussen het vaccin en de schade kan aantonen. Dit programma is in de jaren 1980 ingesteld om te vermijden dat vaccinfabrikanten er de brui aan zouden geven door de vele schadeclaims; daarom stelt de overheid zich in hun plaats aansprakelijk voor alle vaccinatieschade. Het oorzakelijk verband wordt enkel erkend als de schade op een lijst met “mogelijke bijwerkingen van vaccinatie” voorkomt. Hoewel bij mijn weten autisme daar niet opstaat, zijn er tientallen gevallen waar dit “vaccine court” toch vergoedingen heeft toegekend voor autisme-na-vaccinatie, zij het dan officieel op grond van andere vastgestelde symptomen: zie dit overzicht uit de Huffington Post van vorig jaar.

Ook hier zijn de getuigenissen sprekend: “Meanwhile, parents, grandparents, friends and neighbors of both children testified they were developmentally normal, if not advanced for their age when they developed seizures, spiking fevers and other adverse reactions to their vaccines. According to these eyewitnesses, the children never fully recovered, and instead began losing vocabulary, eye contact and interest in others around them, all classic symptoms of regressive autism.“

6. Vaccinfabrikant GSK erkent het verband met autisme

In een vertrouwelijk, maar uitgelekt rapport van eind 2011 citeert GlaxoSmithKline autisme als één van de gemelde ‘ongewenste effecten’ van hun veelgebruikte (en bij ons aan baby’s van twee maanden toegediende) zesvoudige vaccin Infanrix Hexa – naast, wil ik terloops opmerken, enkele tientallen sterfgevallen (!) voor dezelfde rapporteringsperiode 2009-2011. Zoals voor alle bijwerkingen van medicijnen, is de oorzakelijkheid van zo’n verband nooit strikt te bewijzen: sommige van die effecten kunnen aan toeval te wijten zijn, dus wel nà maar niet door de vaccinatie plaatsgevonden hebben – maar natuurlijk niet alle. Zoals uit studies is gebleken (zie verder), treedt autisme opvallend vaak in de eerste dagen na toediening van een (MBR-)vaccin op, zodat een oorzakelijk verband statistisch wel erg waarschijnlijk wordt. En de dokters die in het GSK-rapport geciteerd worden en de bijwerkingen vaststellen, beschrijven die wel degelijk als het rechtstreekse gevolg van het vaccin.

Ook de bijsluiter van sommige vaccins vermeldt uitdrukkelijk autisme als gemelde bijwerking: hier op p. 11.

7. Wakefield stilaan in eer hersteld

Andrew Wakefield is de Britse arts en onderzoeker die in de jaren 1990 de klachten van een aantal ouders over het ontstaan van autisme na (meer bepaald MBR-)vaccinatie serieus nam en begon te onderzoeken. Vele artsen hadden sinds de invoering van het MBR-vaccin in Engeland in 1988 zulke gevallen gezien en dit vermoede verband aan de bevoegde Britse overheidsinstanties gemeld. Wakefield ontdekte dat kinderen met autisme systematisch ook darmproblemen hadden; hij vond in hun ontstoken lymfeklieren hetzelfde mazelenvirus terug dat in het MBR-vaccin gebruikt werd. Hij publiceerde hierover in 1998 zijn beruchte artikel in The Lancet, waarin hij suggereerde dat het MBR-vaccin een rol zou kunnen spelen bij het ontstaan van zowel de vastgestelde, specifieke darmwandontsteking als de symptomen van autisme, en dat dit verder onderzocht moest worden. Dat werd hem echter niet toegestaan: hij had blijkbaar een taboe doorbroken en werd tegengewerkt. Er werden studies gepubliceerd met als doel zijn bevindingen te ontkrachten; volgens mijn informatie speelde onder anderen mediamagnaat Murdoch, wiens zoon aan het hoofd van MBR-vaccin-fabrikant GSK stond, daarbij een rol, en was op z’n minst één van die studies door vaccinfabrikant Merck gesponsord. Wakefield kreeg een proces aan zijn been en verloor zijn job en zijn recht om in de UK de geneeskunde te beoefenen. Een sfeerbeeld van heel dit gebeuren zie je in de bovenstaande documentaire Shots in the Dark. Intussen lijken meer en meer collega-wetenschappers zijn bevindingen bij te treden, zoals uit de verder geciteerde studies blijkt. Niettemin wordt in medische middens en op websites allerhande Wakefield nog altijd afgeschilderd als “een charlatan, wiens schuld het is dat sommige kinderen vandaag nog aan mazelen sterven omdat ze niet ingeënt zijn”. Inhoudelijk klopt daar niets van, maar reputatieschade blijft blijkbaar lang hangen, en vermoedelijk spelen hier ook allerlei belangen mee (zie puntje 10). Veelzeggend vind ik in dat verband het volgende: op Wikipedia staat ook zulk “Wakefield kwakzalver”-verhaal, en wie dit verhaal wil corrigeren of nuanceren, botst blijkbaar op een censuurmuur, zoals ene John Stone ondervond en op de website Age of Autism beschreef.

Hoe dan ook, Wakefield lijkt intussen nog stelliger geworden: in een artikel naar aanleiding van gerechtelijke erkenningen van de link vaccins-autisme werd hij onlangs als volgt geciteerd (de oorspronkelijke bron vond ik niet terug): “There can be very little doubt that vaccines can and do cause autism. In these children, the evidence for an adverse reaction involving brain injury following the MMR that progresses to an autism diagnosis is compelling. It’s now a question of the body count. The parents’ story was right all along. Governments must stop playing with words while children continue to be damaged. My hope is that recognition of the intestinal disease in these children will lead to the relief of their suffering. This is long, long overdue.”

Terloops benadruk ik graag dat Wakefield altijd vóórstander van vaccinatie geweest is; hij wees alleen op reëel voorkomende bijwerkingen (met name dus autisme), en suggereerde enkel om daarom voorzichtigheidshalve de drie componenten van het MBR-vaccin liever apart dan gecombineerd te geven.

Over de controverse naar aanleiding van zijn onderzoek hoor je Wakefield in onderstaand filmpje aan het woord. Mij raakt daarin zijn verbeten verontwaardiging en de scherpe vragen die hij stelt – voor mij spreekt hier een integer man, die bovendien weet waar hij over spreekt.

Ook interessant vind ik volgend interview van Wakefield met zijn collega dr. Arthur Krigsman over diens onderzoek naar de darmproblemen bij kinderen met autisme, in uitgeschreven vorm hier te lezen.

8. Vele andere studies leggen hetzelfde verband

De verklaringen over HOE vaccins autisme uitlokken zijn uiteenlopend. Sommigen wijzen op het in vele vaccins aanwezige aluminium of kwik (in de kwikverbinding thiomersal). Kwik wordt beschouwd als één van de giftigste stoffen voor de hersenen, zelfs in geringe hoeveelheden; deze stof is tegenwoordig niet meer aanwezig in de gangbare kindervaccins, maar wel nog in griepvaccins. Anderen beschrijven andere mechanismen. In ieder geval zijn de wetenschappers en wetenschappelijke publicaties die het verband vaccins-autisme ernstig nemen, bijzonder talrijk. Hier een kleine selectie ter illustratie:

  • Neil Miller haalt in zijn Vaccine Safety Manual de studie uit 1996 van dr. Fudenberg (South Carolina) aan waarin die beschrijft dat bij 75% van de onderzochte kinderen de symptomen van autisme ontstonden in de eerste week na vaccinatie. (Hiervan heb ik enkel de abstract rechtstreeks kunnen consulteren.)
  • A positive association found between autism prevalence and childhood vaccination uptake across the U.S. population” in J Toxicol Environ Health A. 2011;74(14):903-16. Ik citeer de volledige abstract: “The reason for the rapid rise of autism in the United States that began in the 1990s is a mystery. Although individuals probably have a genetic predisposition to develop autism, researchers suspect that one or more environmental triggers are also needed. One of those triggers might be the battery of vaccinations that young children receive. Using regression analysis and controlling for family income and ethnicity, the relationship between the proportion of children who received the recommended vaccines by age 2 years and the prevalence of autism (AUT) or speech or language impairment (SLI) in each U.S. state from 2001 and 2007 was determined. A positive and statistically significant relationship was found: The higher the proportion of children receiving recommended vaccinations, the higher was the prevalence of AUT or SLI. A 1% increase in vaccination was associated with an additional 680 children having AUT or SLI. Neither parental behavior nor access to care affected the results, since vaccination proportions were not significantly related (statistically) to any other disability or to the number of pediatricians in a U.S. state. The results suggest that although mercury has been removed from many vaccines, other culprits may link vaccines to autism. Further study into the relationship between vaccines and autism is warranted.
  • Empirical Data Confirm Autism Symptoms Related to Aluminum and Acetaminophen Exposure” in Entropy 2012, 14(11), 2227-2253. Deze auteurs wijzen op de enorme toename van het aantal autismegevallen in de laatste decennia en besluiten: “Our results provide strong evidence supporting a link between autism and the aluminum in vaccines. (…) We propose that children with the autism diagnosis are especially vulnerable to toxic metals such as aluminum and mercury due to insufficient serum sulfate and glutathione.”
  • Aluminium wordt ook genoemd door twee Canadese onderzoekers in een meer algemeen artikel over vaccinatieschade, getiteld “Mechanisms of aluminum adjuvant toxicity and autoimmunity in pediatric populations” verschenen in Lupus in 2012: volgens hen is er alle reden om aan te nemen dat vaccins met name voor kinderen érg schadelijk zijn, alleen al door de hoge dosissen aluminium die erin zitten – veel hoger dan voor volwassenen als aanvaardbaar wordt beschouwd.
  • Thimerosal Exposure and the Role of Sulfation Chemistry and Thiol Availability in Autism”, Int J Environ Res Public Health Aug 2013; 10(8): 3771–3800. Dit artikel eindigt als volgt: “The preponderance of the evidence indicates that thimerosal should be removed from all vaccines”.
  • In onderstaand filmpje hoor je onder meer dokter Bernadine Healy aan het woord, het voormalige hoofd van de Amerikaanse National Institutes of Health, die hier uitdrukkelijk pleit om het mogelijke oorzakelijke verband vaccinatie-autisme serieus te nemen, in tegenstelling tot de gebruikelijke weigering om dit zelfs maar te onderzoeken (minuut 4:45). Ik vind het enerzijds hoopgevend dat een gewezen hoge gezondheidsambtenaar dit zegt, en anderzijds opvallend dat ze ambtenaar-af is voor ze dat effectief doet.

9. Manieren om autisme te genezen

Bij wijze van illustratie noem ik hier drie behandelingen die vaak succesvol gebleken zijn. Wie daarnaast zelf op zoek wil gaan, kan wellicht inspiratie vinden bij het Autism Research Institute waar de genoemde Belgische moeder soelaas vond om tot genezing van haar zoon te komen.

  • Het GAPS-dieet zoals beschreven door dokter Natasha Campbell-McBride, neurologe en voedingsdeskundige. In haar succesboek Gut and Psychology Syndrome (2010²) legt zij het verband uit tussen een groot aantal “psychiatrische” ziektebeelden (emotionele en gedragsstoornissen) waaronder dyslexie, schizofrenie, depressie, epilepsie, adhd en autisme, en de toestand van onze darmen – de laatste jaren meer en meer erkend als ons “tweede brein”. Die laatste wordt uiteraard sterk door onze voeding bepaald, en daarin schuilt ook haar remedie: een doorgedreven aanpassing van die voeding, op een zeer welbepaalde manier, eventueel een tijdlang aangevuld met al even welbepaalde voedingssupplementen. Ik heb het boek nog niet helemaal uitgelezen, maar ik voel me enthousiast over deze ontdekkingen en de mogelijkheden die ze openen, en ben onder de indruk van de grondigheid waarmee ze haar onderzoek lijkt te hebben gedaan – het verwondert me niet dat haar boek krachtig wordt aangeprezen door verschillende specialisten uit haar vakgebied.

Aan autisme wijdt zij een apart voorwoord, een “open brief aan de ouders van kinderen met autisme”, waaruit ik graag volgend citaat meegeef, vrij uit het Frans vertaald (ik heb de Franse versie van haar boek): “Gewoonlijk krijgen ouders van kinderen met autisme van de dokters te horen: sorry, wij kunnen niets voor u doen. Als dokter kan ik u verzekeren dat dit niet klopt. Integendeel, er zijn heel wat mogelijkheden om er iets aan te doen! (…) Veel ouders van kinderen met autisme zoeken steun bij elkaar en hangen soms uren met elkaar aan de telefoon. Van autisme genezen is niet gemakkelijk, het vraagt jaren volgehouden inspanning. Maar als moeder van een kind dat van autisme genezen is, kan ik u vertellen dat het één van de mooiste ervaringen ter wereld is. Daarom stel ik u in dit boek graag de behandeling voor die volgens mij het meest geschikt is voor een kind met autisme.”

  • De CEASE-therapie van de Nederlandse homeopaat wijlen Tinus Smits. Ook dr. Moolenburgh verwijst naar zijn ervaringen hiermee in het bovengenoemde interview. In onderstaand filmpje hoor je Tinus Smits en patiënten kort over hun ervaringen vertellen. Meer info vind je op deze of deze website.
  • Fudenberg’s bovengenoemde studie uit 1996 vermeldt een behandeling waarbij 10 van de 22 proefpersonen -kinderen met autisme- volledig vrij werden van autismesymptomen en weer “normaal” konden functioneren.

10. Als dat waar was, dan zouden wetenschappers, artsen en overheden ons dat toch vertellen?

Misschien vertellen ze dat ook -de wetenschappers en de artsen althans- maar horen wij het niet. 

Wat de wetenschappers betreft heeft dat onder meer te maken met de media-filter, waar ik zo meteen dieper op inga.

Wat de artsen betreft lijkt het mij dat sommigen, door eigen ervaring en/of persoonlijk studiewerk wijs geworden, zich van die link vaccins-autisme ten zeerste bewust zijn. Een aantal komt daar ook openlijk voor uit, anderen lijken zich niet veilig genoeg te voelen om dat te doen: daarover zo meteen meer.

Hoe dan ook, uit de wetenschapstak genaamd “onderzoek naar het onderzoek” blijkt dat artsen en overheidsinstanties zelf helemaal geen eerlijk en volledig beeld te zien krijgen van hoe gezond of schadelijk courante medische behandelingen zijn. Dat blijkt ook uit de vele relazen van artsen die door eigen studiewerk geleidelijk tot een andere-dan-de-officiële conclusie zijn gekomen over allerlei behandelingen en medicijnen. Een groot deel van het medisch-wetenschappelijk onderzoek en van de informatieverstrekking aan artsen, overheden en het grote publiek, wordt blijkbaar gestuurd en grondig vertekend door de farmabedrijven die de geneesmiddelen in kwestie ontwikkelen en verkopen. Voor sommigen is dit misschien een open deur intrappen, voor anderen vloeken in de kerk, voor velen -waaronder mijzelf- is het een bekend gegeven, maar drong tot voor kort nog niet volledig door hoé erg het met die informatie aan en door artsen en overheden wel gesteld is. Heel leerzaam vond ik in dit verband de volgende publicaties:

  1. Het artikel “Undue industry influences that distort healthcare research, strategy, expenditure and practice: a review”, verschenen in mei 2013 in het European Journal of Clinical Investigation.
  2. Het succesboek uit 2012 “Guide des 4000 médicaments utiles, inutiles ou dangereux” van de Franse geneeskundeprofessoren Philippe Even en Bernard Debré, waarin ze op basis van de bestaande wetenschappelijke literatuur een grondige evaluatie maken van veiligheid en efficiëntie van een groot aantal courante geneesmiddelen, en daarbij regelmatig tot andere conclusies komen dan de officiële aanbevelingen. Zo noemen zij de veelgebruikte cholesterolverlagende statines zo goed als waardeloos – iets wat ik de jongste jaren al wel vaker uit de mond van “dissidente” cardiologen had gehoord. Zij zijn hierom onlangs door de Franse Orde van Geneesheren gestraft met een verbod op het uitoefenen van de geneeskunde – een symbolisch verbod, want beide heren zijn al met pensioen. Voor zover ik kan zien heeft die schorsing geen inhoudelijke grond; wat hun onder meer wordt aangewreven is een “gebrek aan collegialiteit”, omdat ze de (voorschrijf)houding van veel van hun collega-artsen aanklagen. Deze straf is in mijn ogen veelzeggend voor het klimaat van repressie waar artsen in moeten werken (in Frankrijk nog meer dan bij ons), een klimaat dat in mijn ogen veel verklaart van de kloof die we in heel wat medische kwesties (zoals de hier besproken link vaccinatie-autisme) zien tussen wat patiënten van artsen te horen krijgen, en wat wetenschappelijke bronnen ons leren. Ik herken deze angst voor repressie ook bij artsen in mijn omgeving die kritisch naar vaccins zijn gaan kijken: ze hangen dit niet aan de grote klok, uit vrees voor de gevolgen voor hun carrière. Nog in Frankrijk wees in 2005 een anonieme bevraging onder artsen, uitgevoerd op vraag van het INPES (Institut National de Prévention et d’Education à la Santé), uit dat 58 % van hen vragen had over het nut van sommige kindervaccins en 31% over de veiligheid ervan. In 2013 las ik dat medisch personeel in Frankrijk zichzelf de laatste tijd minder laat inenten met niet-verplichte vaccins. Typisch is dat gepensioneerde artsen en wetenschappers zulke kritiek dan weer wél luidkeels uiten: deze Franse professoren, de boven geciteerde Nederlandse arts Hans Moolenburgh, de genoemde dokter Bernardine Healy van het Amerikaanse National Institute of Health…
  3. Wat het meeste indruk op mij maakte is het recente boek Bad Pharma -verschenen in 2012, vorig jaar in het Nederlands vertaald als Foute farma– van de befaamde Britse arts en onderzoeker Ben Goldacre. Deze man, een fervent aanhanger van de klassieke geneeskunde en van niks anders, legt op de helderste manier die ik ooit las uit hoé het precies mogelijk is dat geneesmiddelen goedgekeurd raken, jarenlang door dokters worden voorgeschreven, en dan pas door de mand vallen als zijnde weinig efficiënt of gevaarlijk of beide, en vervolgens heel vaak tóch niet worden ingetrokken. Hier vind je een korte recensie en hier geeft huisarts Dirk Van Duppen commentaar bij dit boek. Een deel van Goldacre’s verhaal is dit: bijna alle onderzoek naar efficiëntie en schade van geneesmiddelen wordt door de producenten zelf verricht en gepubliceerd – of heel vaak niét gepubliceerd, als de resultaten tegenvallen. Die publicatiebias is en blijft één van de pijnpunten van de huidige kennisdoorstroming in de geneeskunde. Goldacre benadrukt dit ‘blijft‘: velen denken dat dit euvel al min of meer is opgelost en dat er nu een publicatieplicht bestaat, maar dat is allesbehalve het geval; een voorstel in die zin werd onlangs door het Europees Parlement nipt verworpen, las ik zonet. De volledige informatie over gedane geneesmiddelentests wordt zelden vrijgegeven, en instanties als het Europees Geneesmiddelenagentschap EMA werken eraan mee om die achter te houden voor onafhankelijke onderzoekers. Op die manier is het voor de nationale overheidsinstanties, die geneesmiddelen al dan niet goedkeuren en over de veiligheid ervan waken, onmogelijk om dit op basis van de juiste informatie te doen. Enkele losse citaten uit zijn boek: “tests worden geanalyseerd met gebrekkige technieken, en wel zo dat de heilzame werking van de behandeling wordt overdreven” – “regulerende instanties zien het grootste deel van de testgegevens wel, maar alleen de gegevens uit de beginfase, en zelfs die tonen ze niet aan artsen en patiënten, en evenmin aan andere overheidsinstanties” – “ondanks de ongetwijfeld goede wil heeft de eis alle tests ‘vanaf nu’ te publiceren absoluut geen effect op de huidige medische praktijk, [want] van die medicijnen (die we feitelijk innemen) hebben we het bewijsmateriaal (…) hard nodig [maar] de minder gunstige gegevens [liggen] veilig opgeborgen in ondergrondse archieven” – “…ondanks de beweringen van het ICMJE [International Committee of Medical Journal Editors], de FDA en de EU dat ze dit probleem hebben aangepakt. Wat ze hebben gedaan, was in feite erger dan falen: ze hebben ervoor gezorgd dat we niet meer alert zijn.” In mijn ogen is dit boek een echte must-read voor elke arts, patiënt of andere gezondheidsprofessional die wil weten wat hij aanraadt, voorschrijft of slikt – of voor mediamensen en politici die willen begrijpen hoe de huidige geneeskundige wereld echt in elkaar steekt.

Wat Test-Aankoop enkele weken geleden blootlegde, is dus hooguit het topje van de ijsberg.

11. Angstbezwering en taboe

Specifiek voor vaccinatieschade speelt er volgens mij nog een andere factor mee: het taboekarakter dat vaccins in onze maatschappij hebben. Volgens sommige auteurs komt dat doordat vaccinatie als angstbezweringsformule bij uitstek van deze samenleving functioneert. Als we ons baby’tje vaccineren, hebben we een gevoel van controle en stellen we onszelf gerust: we kunnen iets doen om hem/haar tegen de gevaren van het leven te beschermen. Ik zie het als een soort ritueel waarmee een baby’tje in de veilige, medisch beschermende handen van de volwassen wereld wordt gelegd.

Naast de boven beschreven greep van de farma-industrie op gezondheidsbeleid en -informatie, speelt dit taboekarakter vermoedelijk mee in de eenzijdige berichtgeving over vaccinatie in bijna al onze media. Enkele voorbeelden:

  • Als er van griep sprake is, worden er systematisch beelden van een inenting getoond – hoewel een analyse van alle bestaande studiemateriaal aantoont dat griepvaccins zo goed als totaal onwerkzaam zijn.
  • Als kinkhoest weer toeneemt, wordt er opgeroepen om toch maar een tandje bij te steken met vaccineren, zowel bij kinderen als bij hun omgeving – de zogeheten “cocoonvaccinatie”: een niet-ingeënt kind beschermen door zijn ouders, grootouders… in te enten– en dit terwijl recente studies aangeven (1) dat dit vaccin helemaal niet zo efficiënt is, ja zelfs aan de basis kan liggen van de vastgestelde toename: de studie “Acellular pertussis vaccination facilitates Bordetella parapertussis infection in a rodent model of bordetellosis verschenen in het tijdschrift Proceedings of the Royal Society Biological Sciences (2010), wees uit dat precies dóór de veralgemeende kinkhoestvaccinatie een variant van de kinkhoestbacterie, de Bordetella parapertussis, zich meer is gaan verspreiden en nu voor veel infecties tekent, infecties waar het gangbare kinkhoestvaccin natuurlijk niets tegen vermag; (2) dat de genoemde cocoonvaccinatie niet helpt omdat ze de besmetting niet tegenhoudt: in een zeldzaam genuanceerd krantenartikel stond dit onlangs zelfs te lezen in de New York Times, die een studie van oktober 2013 als volgt samenvatte: ”But scientists say the problem of surging whooping cough cases has more to do with flaws in the current vaccines than with parents’ resistance. The new finding suggests yet another weakness of the vaccine — that even people recently vaccinated may be continuing to spread the infection without getting sick”.
  • Als een baby’tje sterft aan een kinderziekte, krijgt dit uitgebreid aandacht, met de obligate aanmaning om goed te blijven inenten; sterft een kindje als gevolg van een inenting, dan krijgt dit veel minder aandacht, en wordt er steevast door mensen van Kind en Gezin en/of door onze bekende media-experten op gedrukt dat vaccins over het algemeen heel veilig en vooral noodzakelijk blijven, en dat het oorzakelijk verband tussen vaccin en sterfte niet aangetoond is – een vraag die ik ze bij sterven “aan mazelen” niet hoor stellen.
  • Als in Nederland een 17-jarig meisje aan mazelen sterft, wordt dit breed uitgesmeerd met opnieuw de waarschuwing om vooral goed te blijven vaccineren (het wordt eentonig)  – en dit terwijl studies ons leren (zie verder) dat precies dóór de massale vaccinatie tegen kinderziektes, de leeftijd waarop die ziektes optreden verschuift naar de heel jonge babytijd én naar de tiener- of twintigerjaren, leeftijden waarop die ziektes meer risico’s inhouden dan op de “normale” kinderleeftijd.

En de journalist, hij gelooft de bij herhaling geraadpleegde experten, hoewel die soms totaal onlogische dingen vertellen en gegevens uit de wetenschappelijke literatuur tegenspreken. Maar welke journalist neemt de tijd om dit allemaal zelf grondig te gaan uitpluizen, met het risico de officiële medische wereld over zich heen te krijgen, als maatschappijgevaarlijk te worden gebrandmerkt en misschien zelfs z’n job te verliezen (zoals sommige journalisten na kritische berichtgeving over vaccinatie is overkomen)?

In die sfeer is sereen praten over vaccinatieschade moeilijk, en is het te begrijpen waarom dokters vastgestelde bijwerkingen van vaccins meestal als ’toevallig’ wegwuiven: in hun opleiding hebben ze over zulke bijwerkingen amper gehoord, in de informatie die ze via hun farma-gesponsord blaadje De Artsenkrant krijgen wordt al even eenzijdig-positief over vaccins gesproken, en in de media horen ze telkens hetzelfde verhaal van de ‘experten’ die het wel zullen weten. Om dezelfde redenen hebben politici die op de problemen geattendeerd worden, bijna nooit de moed om hier publiekelijk over te praten, laat staan om de kwestie op de politieke agenda te zetten: je zal maar de banbliksems van “deskundigen” als Van Ranst en Van Damme over je heen krijgen, en de media bovendien: je carrière kan eraan zijn. Notoire uitzondering is de voorzitter van het Waalse parlement, die heel recent de moed heeft gehad om op zijn website de verderop aangehaalde Amerikaanse studie uit 2012 te citeren waaruit blijkt dat hoe meer vaccins gecombineerd worden toegediend, en hoe jonger het gevaccineerde kind, hoe meer ziekenhuisopnames en sterfgevallen op de vaccinatie volgen, iets wat er ons volgens dit parlementslid moet toe aanzetten “à évaluer avec sérieux la tendance actuelle à vacciner plus, plus tôt et de façon plus groupée”.

12. Vaccins: vooral een verschuiving van het probleem

Autisme is voor mij maar één van de symptomen van wat we eigenlijk doen als we (massaal) vaccineren: het probleem verschuiven – naar elders, later en erger.

  • Het “probleem”: de ziektes die we met vaccins willen voorkomen (iets waar we ook deels in slagen) houden inderdaad risico’s in – zij het veel minder dan vaak gezegd wordt.
  • Verschuiving naar elders: andere ziektekiemen nemen het over, zodat hetzelfde ziektebeeld toch weer optreedt. Zonet zagen we het voorbeeld van kinkhoest, dat nu meer en meer door een andere bacterie veroorzaakt wordt waartegen het bestaande vaccin niet werkt. Hetzelfde zien we bij polio, waarvan recent een nieuwe vorm in de VS is opgedoken, verbonden met een heel ander virus dat uit Azië overgewaaid kwam.
  • Verschuiving naar later, of om precies te zijn “later of vroeger”: door de veralgemeende inentingen tegen kinderziektes, krijgen kinderen die ziektes nu vaker als ouder kind (of tiener of twintiger), leeftijden waarop er méér risico’s op complicaties bestaan – zoals het fel gemediatiseerde sterfgeval van een 17-jarig meisje met mazelen uit Nederland vorig jaar aantoont. Ik denk ook aan de vele bof-gevallen aan de Gentse universiteit in de voorbije jaren: een groot deel van deze studenten was wel degelijk ingeënt. Anderzijds zijn de jongste baby’tjes vandaag minder beschermd dan vroeger, precies als gevolg van ons vaccinatiebeleid: doordat hun moeders meestal niet meer de natuurlijke ziekte hebben doorgemaakt, geven ze tegenwoordig minder antistoffen aan hun baby’tjes mee voor hun allereerste maanden – dat wil zeggen vóór ze (volledig) gevaccineerd zijn. Dit bleek opnieuw uit een recent artikel getiteld ”Waning of Maternal Antibodies Against Measles, Mumps, Rubella, and Varicella in Communities With Contrasting Vaccination Coverage”, verschenen in The Journal of Infectious Diseases van mei 2013. En zo gebeurt het dat we af en toe horen van heel jonge baby’tjes die aan kinkhoest of een andere kinderziekte sterven – waarna dan weer door overheden en mediaprofessoren wordt opgeroepen om vooral nog méér te vaccineren, en ook de omgeving van het kind extra in te enten… Zoals hierboven uitgelegd, brengt deze aanbeveling geen zoden aan de dijk.
  • Verschuiving naar erger: autisme is maar één voorbeeld van de vele gekende, maar tegelijk miskende bijwerkingen van vaccins. In ruil voor een beperkte bescherming tegen enkele acute ziektes, kopen we een blijvende grotere vatbaarheid voor een heleboel andere, vooral chronische ziektes. Kinderen die perfect gezond waren, en hooguit af en toe kortstondig ziek, worden vaak vanaf kort na een vaccinatie maandenlang aan de lopende band ziek: ze zijn bijvoorbeeld nagenoeg aan één stuk verkouden en koortsig, of krijgen hardnekkig terugkerende keel- en oorontstekingen. Kleinere kinderen gaan na een vaccinatie soms dagenlang intens en ontroostbaar huilen. Vele onderzoekers leggen uit op welke manier vaccinatie hersenschade kan veroorzaken en zo kan leiden tot allerlei gedrags- en ontwikkelingsstoornissen: concentratiemoeilijkheden, epilepsie, spraakstoornissen, adhd, agressie, autismespectrumstoornissen… Een boeiend overzicht van  een aantal van die onderzoeken vind je in het boekje Vaccinaties doorgeprikt in het hoofdstuk “Bijwerkingen van vaccineren”. Vaak hoor je ook spreken over “de 4 a’s”: naast de reeds genoemde adhd en autisme, treden vaak zware vormen van allergie en astma op. Meer algemeen hoor ik rondom mij telkens weer van ouders en oplettende artsen dat hun niet-gevaccineerde kinderen en patiënten opvallend veel gezonder zijn dan hun gevaccineerde – twee van die artsen zijn de heren Moolenburgh en Eisenberg die je hierboven aan het woord kon horen. Deze indruk wordt bevestigd door studies die op grote schaal gegevens van gevaccineerde kinderen vergelijken met die van ongevaccineerde. Zo’n vergelijking maakt ook de internetbevraging van Vaccine Injury, die sinds 2010 loopt en jaar na jaar meer gedetailleerde informatie van beide groepen kinderen verzamelt. De conclusie op datum van vandaag, met bijna 16.000 kinderen in kaart gebracht, is dat bij de gevaccineerde kinderen zowat 3x meer allergieën zijn vastgesteld dan bij de niet-gevaccineerde, 6x meer gevallen van astma, 10x meer concentratieproblemen, 15x meer gevallen van autisme, ongeveer 5x meer slaap- en huilproblemen, 11x meer middenoorontstekingen, 11x meer problemen met de fijne motoriek, bijna 10x meer gevallen van diabetes en 11x meer gevallen van epilepsie – om maar enkele van de cijfers te noemen.

Natuurlijk vormt dit soort onderzoek op zich geen “wetenschappelijk bewijs” voor een oorzakelijk verband tussen vaccinatie en de genoemde aandoeningen: daar is een ander soort studie voor nodig. Maar als we alles bij elkaar bekijken lijkt dit verband mij uitermate duidelijk.

Dit bevestigen ook de artsen verenigd in de International Medical Council on Vaccination in hun beginselverklaring, die ik hier graag integraal weergeef: “Wij, de leden van de Council, staan fundamenteel kritisch tegenover vaccinatie. Vaccinatie is een onaanvaardbaar risico voor elk lid van de samenleving, jong of oud. Als medici hebben wij met eigen ogen het verschil gezien tussen de gezondheid van gevaccineerde en ongevaccineerde individuen. Die laatsten zijn sterker en gezonder en hebben veel minder medicijnen nodig. Wij hebben gepubliceerde studies nagetrokken die vaccins ondersteunen, en vastgesteld dat zij inhoudelijk en wetenschappelijk te wensen overlaten. Wij hebben honderden gepubliceerde, ‘peer-reviewed’ medische artikelen in de openbaarheid gebracht die de schade en de ziekten veroorzaakt door vaccins aantonen. Wij stellen vast dat de veronderstelde kudde-immuniteit een ongeldige theorie is. Wij moedigen een intelligente discussie over vaccinatie aan. Wij verwachten van eenieder dat ze, vooraleer hun kinderen of zichzelf vaccins toe te dienen, de problemen voortkomend uit deze medische handeling onderzoeken en zo de verantwoordelijkheid voor hun gezondheid en die van hun kinderen opnemen. Wij beschouwen het weigeren van vaccins als een persoonlijk recht, dat wettelijk gewaarborgd zou moeten zijn.”

13. Vaccins: twee opmerkelijke studies en een ijsberg

Nog twee studies die ik in dit verband ontzettend vermeldenswaardig vind:

1. De studie “Infant mortality rates regressed against number of vaccine doses routinely given: Is there a biochemical or synergistic toxicity?” in Hum Exp Toxicol, september 2011, bevestigt het algemene beeld van “minder vaccins, meer gezondheid”: deze studie vergeleek 34 welvarende landen en besloot dat, zodra een bepaald welvaartsniveau is bereikt -goede basishygiëne, voldoende voedsel- er een onverwacht verband ontstaat: hoe meer kindervaccins in een land worden toegediend, hoe meer kindersterfte in dat land. Het gaat om een “high statistically significant correlation, with r = 0.992 (p = 0.0009)”. De babysterfte bedraagt volgens dit onderzoek 3,36/1000 in landen met 12-14 inentingen vóór de leeftijd van 1 jaar, 3,89 bij 15-17 inentingen, 4,28 bij 18-20 inentingen, 4,97 bij 21-23 inentingen en 5,19 bij 24-26 inentingen.

De auteurs uiten het vermoeden dat veel gevallen van kindersterfte in feite door vaccinatie veroorzaakt worden, maar niet als zodanig (h)erkend worden en in de statistieken verborgen zitten onder andere noemers, zoals wiegendood. Dit laatste lijkt bevestigd te worden door studies die uitwijzen dat het aantal gevallen van wiegendood 7 tot 8 keer groter is in de drie dagen volgend op een DKT (difterie, kinkhoest, tetanus)-vaccinatie. Dit spoort met de ontdekking van dr. Viera Scheibner (ook te horen in bovenstaand fragment van dr. Moolenburgh) dat er in de dagen volgend op een vaccinatie, veel meer periodes van ademhalingsstilstand (apneu) tijdens de slaap van baby’s voorkomen dan normaal.

2. Het risico van vaccinatie kan blijkbaar verminderd worden door vaccins apart (in plaats van gecombineerd) toe te dienen, en door ze op iets oudere leeftijd te geven. Dat blijkt onder meer uit bovengenoemde studie uit 2012 die door de Waalse parlementsvoorzitter werd aangehaald: “Relative trends in hospitalizations and mortality among infants by the number of vaccine doses and age, based on the Vaccine Adverse Event Reporting System (VAERS), 1990 − 2010” in Hum Exp Toxicol 2012 31: 1012. De onderzoekers stellen vast dat hoe meer vaccins gecombineerd worden toegediend, hoe meer sterfgevallen en zware bijwerkingen er optreden; en dat hoe jonger het ingeënte kind, hoe groter het aantal bijwerkingen: “The hospitalization rate increased linearly from 11.0% (107 of 969) for 2 doses to 23.5% (661 of 2817) for 8 doses and decreased linearly from 20.1% (154 of 765) for children aged <0.1 year to 10.7% (86 of 801) for children aged 0.9 year. The rate ratio (RR) of the mortality rate for 5–8 vaccine doses to 1–4 vaccine doses is 1.5 (95% confidence interval (CI), 1.4–1.7), indicating a statistically significant increase from 3.6% (95% CI, 3.2–3.9%) deaths associated with 1–4 vaccine doses to 5.5% (95% CI, 5.2–5.7%) associated with 5–8 vaccine doses.”

Vaccins apart toedienen vraagt soms wat zoekwerk en doorzetting (sommige instituten houden nogal vast aan het standaardvaccinatieschema), maar is vaak wel mogelijk: het enige in België verplichte vaccin, dat tegen polio, is alvast makkelijk als apart (‘monovalent’) vaccin verkrijgbaar, onder de merknaam Imovax Polio.

Het risico van het later toedienen van vaccins is geval per geval af te wegen: wie vaccins nog een belangrijke bescherming vindt, zal dit heel zorgvuldig willen doen, wie zoals ik ook tamelijk gerust is zonder vaccins, heeft het natuurlijk makkelijker.

3. Bovenstaande cijfers zijn gebaseerd op de gemelde bijwerkingen. Maar het merendeel van de ‘ongewenste effecten’ vastgesteld na vaccinatie, wordt niet eens gemeld, of wordt door artsen weggewuifd vanuit de diepgewortelde overtuiging dat vaccins enkel heilzaam zijn, en dus niet de oorzaak van serieuze bijwerkingen kúnnen zijn… een vicieuze cirkel die dokter Hans Moolenburgh in bovenstaand audiofragment (zie puntje 3) mooi beschrijft. Ook “officiële” bronnen zoals dit Franse artsenblaadje uit 2011 erkennen dat slechts 1 tot 10% van de serieuze bijwerkingen van vaccins gemeld worden. Een document van de Franse geneesmiddelenwaakhond AFSSAPS (nu ANSM) uit april 2007 gebruikte voor deze “onvermijdelijke onderrapportering van bijwerkingen van vaccinatie” het beeld van een ijsberg.

14. Informatie vinden over vaccinatie (en autisme)

Je grondig informeren over vaccins vraagt tijd – tenminste, mij heeft het tijd gevraagd. Mijn advies: néém die tijd, bekijk alles rustig -indien mogelijk vóór de geboorte van je kind: dan ben je waarschijnlijk minder vatbaar voor angst die helder denken zou kunnen overstemmen-, informeer je grondig over elke ziekte en elk vaccin apart zodat je voors en tegens kunt afwegen, en volg vooral je eigen gevoel en verstand. Laat je desgewenst helpen door mensen met kennis van zaken: zoek een dokter die met een open geest naar vaccineren kijkt en er (veel) meer dan gemiddeld over weet. Je kunt ook terecht bij de Nederlandse Vereniging voor Kritisch Prikken, die heel wat info per ziekte en vaccin op haar website heeft staan, of van de Belgische vzw Preventie Vaccinatieschade, die een interessant driemaandelijks tijdschriftje uitgeeft. Beide hebben ook een telefonische advieslijn. Zelf heb ik mijn vaccinatiebeslissingen vooral genomen op basis van heel veel lectuur.

Een mini-overzichtje van een aantal soms verrassende feiten over noodzaak, efficiëntie en veiligheid van vaccins vind je hier. Voor de rest verwijs ik graag naar de vele uitstekende literatuur die daarover bestaat. Een kleine selectie vind je HIER; de vermelde bronnen verwijzen op hun beurt door naar honderden artikelen, boeken en websites. Beide Nederlandstalige boekjes kan ik heel warm aanbevelen: ze zijn zowel helder geschreven als goed gefundeerd.

15. Geloof me niet: oproep aan lezers en journalisten

Ik weet dus maar al te goed hoe beladen en controversieel het onderwerp ‘vaccinatie’ is, en dus ook een mogelijke link met autisme. Over elk aspect van vaccinatie vind je uitvoerig geargumenteerde pro’s en contra’s, met vaak hoog oplaaiende emoties en heen en weer slingerende beschuldigingen over ‘slechte wetenschap’, ‘belangenvermenging’.. Daarom deze oproep aan de lezer: geloof me niet zomaar! Misschien heb ik me op een of ander punt vergist, en dan verbeter ik dat graag. Maar geloof ook de critici van de veronderstelde link vaccins-autisme niet zomaar, al zijn ze dan professor of geven ze zich uit voor vertegenwoordigers van de enig juiste wetenschap. Lees, lees en lees en vorm je eigen mening. Gebruik je eigen gezond verstand als richtsnoer, en hou in de gaten wie belang kan hebben bij wat hij of zij zegt.

Mijn oproep aan onze journalisten: doe hetzelfde, treed buiten de platgetreden paden, interview eens ouders van kinderen die na vaccinatie overleden zijn of autistisch zijn geworden, of de genoemde Belgische moeder die haar kind van autisme afhielp. Zend documentaires als die van Moreno uit, laat artsen en onderzoekers van allerlei slag aan het woord, ook en vooral diegenen die in de media doorgaans weinig aan bod komen, als daar zijn Moolenburgh, Gaublomme, de auteurs van één van bovengenoemde boekjes, Humphries, Campbell of waarom niet de beruchte Wakefield himself. Of praat met één vande vele doodgewone huisartsen in Vlaanderen die hun bedenkingen bij vaccinatie hebben maar daar (nog) niet publiek voor uit durven te komen – interview ze dan misschien anoniem? Onderzoek mogelijke belangenconflicten van onderzoekers voor u ze als experten opvoert: volgens mijn informatie zijn onze mediaprofessoren Van Damme en Van Ranst van zulke conflicten niet vrij. Plaats, met name over de mogelijke link vaccinatie-autisme, de argumenten naast elkaar, laat artsen & onderzoekers met verschillende meningen met elkaar in debat gaan, en rust niet voor je een bevredigend antwoord op alle vragen en argumenten hebt die in dit artikel zijn aangehaald.

En aan wie op dit artikel zou willen reageren: concentreer je alsjeblieft op de kern van de zaak – volgens mij komen we zo het meest vooruit.

Meer
Lees meer...