In een opmerkelijke wending heeft N-VA-voorzitter Bart De Wever een mildere toon aangeslagen over Vlaamse onafhankelijkheid, tot groot ongenoegen van de voorzitter van Jong N-VA, Jeroen Bergers. De Wever lijkt nu te mikken op een confederale staat als einddoel, wat botst met de visie van de jongerenafdeling die vasthoudt aan volledige Vlaamse onafhankelijkheid.

N-VA-voorzitter Bart De Wever heeft gisteren tijdens een interview met Radio 1 een milder standpunt ingenomen over Vlaamse onafhankelijkheid, wat voor veel opschudding heeft gezorgd binnen zijn partij. De Wever verklaarde: “Als het confederalisme ertoe leidt dat je eigen financiële verantwoordelijkheid hebt, dat je de welvaart kan beschermen en versterken, dan volstaat dat voor mij.” Hij noemde het idee van een volledig onafhankelijk Vlaanderen zelfs “achterhaald”.

Jong N-VA

De uitspraken stellen dat De Wever een confederale staat als einddoel ziet, in plaats van confederalisme als tussenstap naar volledige Vlaamse onafhankelijkheid. Dat staat in contrast met de statuten van de N-VA, die nog altijd een onafhankelijke republiek Vlaanderen als ultiem doel voorschrijven.

De reactie van Jeroen Bergers, voorzitter van Jong N-VA, liet niet lang op zich wachten. Op het sociale platform X schreef hij: “Samen met heel wat andere Jong N-VA’ers engageer ik me in de politiek voor de realisatie van een onafhankelijke Vlaamse republiek.” Bergers benadrukte hiermee dat de jongerenafdeling van de N-VA vastbesloten is om te blijven strijden voor volledige Vlaamse onafhankelijkheid.

Reactie Vlaams Belang

De discussie over Vlaamse onafhankelijkheid wordt verder verhit door de uitspraken van Vlaams Belang-voorzitter Tom Van Grieken. Van Grieken, die eerder stelde dat Vlaanderen zich binnen maximaal vijf jaar eenzijdig moet afscheuren als onderhandelingen falen, noemde De Wevers aanpak “pure chaos”.

Hij voegde eraan toe: “Bart De Wever is de beste propagandist geworden van het Belgisch systeem. Ik neem het hem persoonlijk kwalijk dat hij de Vlaamse onafhankelijkheid in het belachelijke trekt.”