Bart Verhaeghe heeft zich, daags na zijn scherpe uitlatingen aan het adres van scheidsrechter Lawrence Visser, geëxcuseerd. Dat deed hij in een interview bij Sporza. Verhaeghe was na de wedstrijd tussen Club Brugge en Standard wild tekeer gegaan tegen de wedstrijdleiding.

“Ga je mij ook een kaart geven. Je was verschrikkelijk slecht hé vandaag. Je moet zo onnozel niet doen.” Dat waren de woorden van Club Brugge-voorzitter Bart Verhaeghe na de wedstrijd tegen Standard. Brugge verloor de wedstrijd met 1-2 en schoot met scherp naar de wedstrijdleiding.

Daags na de scherpe uitlatingen heeft Verhaeghe zich uitgebreid geëxcuseerd. “Ik moet me absoluut verontschuldigen jegens de scheidsrechter, Lawrence Visser, en zijn assistenten. Het is niet oké wat ik gedaan heb”, vertelt Verhaeghe bij Sporza.

“Ze moeten de confrontatie aangaan”

Toch is Verhaeghe scherp voor de arbitrage: “Ze moeten de confrontatie aangaan. Ze moeten beseffen dat dit niveau voor België onvoldoende is. België moet betere scheidsrechter voortbrengen.”

“Ik keur mijn gedrag af, maar ik hoop dat men het nu over de inhoud van het probleem gaat hebben en dat daar alle aandacht naartoe gaat en niet naar Bart Verhaeghe. Want die is niet zo relevant in het verhaal”, vertelt Verhaeghe.

De grote baas van Club Brugge heeft ook al scheidsrechtersbaas Jonathan Lardot aan de lijn gehad. “Ik heb me ook tegenover hem verontschuldigd. En hij zei ook dat refs beter moeten doen.”

“Ik denk niet dat ik de enige ben in het Belgische voetbal die al langer aankaart dat de arbitrage zijn niveau moet verhogen”, stelt Verhaeghe. “Ik denk dat ik een stem vertolk van heel wat mensen in het beleid, ook trainers en spelers, die allemaal een hoger niveau zouden willen.”

Meedoen in Europa

“Ik merk ook bij de leiding van het arbitragekorps dat er wel degelijk de bereidheid is om inhoudelijk te discussiëren. En dat ze niet willen dat het niveau blijft aanmodderen. Ook zij willen voorruit.”

“Ik denk dat we als Belgische clubs ervan mogen dromen om op het hoogste niveau mee te doen in Europa. Dat wordt mogelijk door hard werken, niet door vormdiscussies te voeren”, gaat Verhaeghe voort. “Dan moet je dingen benoemen zoals ze zijn. Dat die hard aankomen, zal wel zijn. Maar je wordt er net sterker en beter van. Onze arbiters moeten de confrontatie aangaan en inzien dat dit niveau onvoldoende is.”

“Onze refs voelen zich te vaak te belangrijk op een plein. Ze willen een ster zijn op het veld. Daar is de arbitrage niet bij gebaat”, vertelt Verhaeghe. “Op Champions League-niveau weet ik vaak niet wie de scheidsrechter was na de wedstrijd. Dat is de mooiste pluim die hij kan krijgen. Dat zouden ze bij ons moeten begrijpen. Ik merk dat er bij ons nog te vaak lange tenen zijn. Dat kan beter”, haalt Verhaeghe nog aan.