De Belgische regering en energieleverancier Engie hebben een akkoord bereikt over de verlenging van de levensduur van de kernreactoren Doel 4 en Tihange 3 tot 2036. De Europese Commissie heeft deze overeenkomst goedgekeurd, wat een belangrijke stap betekent voor de energiezekerheid van België.
De kern van de overeenkomst is de oprichting van een nieuw bedrijf, BeNuc, dat in gelijke mate eigendom zal zijn van de Belgische staat en Engie. Dit bedrijf zal instaan voor het beheer van de twee kernreactoren. Daarnaast wordt een budgetplafond van 15 miljard euro voorzien voor het beheer van nucleair afval. Dit bedrag wordt ondergebracht bij de publiekrechtelijke instelling HEDERA, die verantwoordelijk zal zijn voor de toekomstige kosten van afvalbeheer.
Belang voor de energietransitie
Volgens minister van Energie Mathieu Bihet is deze beslissing cruciaal voor de energietransitie van België. Door een combinatie van hernieuwbare energie en kernenergie kan het land zijn energieonafhankelijkheid versterken.
Dit moet zorgen voor een stabiele, betaalbare en koolstofarme elektriciteitsvoorziening. Bihet toonde zich tevreden met de Europese goedkeuring van de staatssteun in deze overeenkomst, al moeten de details nog verder worden geanalyseerd.
De Belgische regering en Engie werken intussen aan de laatste voorbereidingen om Doel 4 en Tihange 3 opnieuw operationeel te maken tegen de winter van 2025-2026. De oprichting van HEDERA vordert, met de benoeming van twee interim-leden die de instelling operationeel moeten maken. De regering heeft deze leden geselecteerd uit een wettelijk vastgelegde kandidatenpool.
Volgende stappen
Naast de oprichting van BeNuc is ook een CFO aangesteld, en binnenkort zal een beheerder worden benoemd die de leiding van de structuur op zich zal nemen. Deze stappen zijn essentieel voor de uitvoering van de overeenkomst. Minister Bihet benadrukt dat de goedkeuring door de Europese Commissie Belgiës energiestrategie versterkt en de nodige instrumenten biedt om een evenwichtige energiemix te waarborgen. Dit moet resulteren in een stabiele energievoorziening voor zowel burgers als bedrijven.
