Slecht nieuws: als we onze huidige koers blijven varen, zal de gemiddelde temperatuurstijging op aarde tegen het eind van de eeuw vier graden bedragen. De kans daarop is 93% blijkt uit een nieuwe analyse van de meest accurate klimaatmodellen.
De nieuwe studie is een erg belangrijke, want ze toont dat wanneer klimaatmodellen worden beperkt door wat wetenschappers feitelijk waarnemen, ze over het algemeen meer opwarming projecteren. Of: de modellen die het klimaat van vandaag het best weergeven, zijn ook degene die de meest opwarming voorspellen aan het eind van de eeuw.
Vier graden lijkt niet veel, maar het is een desastreus vooruitzicht. In zo’n scenario zijn de grote steden langs ’s werelds kusten al onbewoonbaar geworden, wat zal resulteren in honderden miljoenen klimaatvluchtelingen.
Hel op aarde
Het is ook een scenario waarin al het ijs dat nu nog vastzit in gletsjers of op de polen erg snel begint te smelten. Dat zal uiteindelijk het zeeniveau met meer dan 50 meter doen stijgen. En het gaat dan echt snel gaan: reken op een meter elke 20 jaar.
Het aantal bosbranden zal spectaculair toenemen, ook in onze contreien, waar in zo’n scenario het klimaat erg zal lijken op het huidige in bijvoorbeeld Marrakech. Hittegolven met temperaturen van 45 graden zijn dan al het nieuwe normaal.
Bij een opwarming met vier graden worden landen zoals Spanje en Italië grotendeels onbewoonbaar, wat voor een nieuwe vluchtelingenstroom zal zorgen richting Scandinavië en de Baltische staten bijvoorbeeld.
Bij vier graden zijn we ook beland in wat een runaway climate scenario heet. ’s Werelds permafrost gaat meer dan 500 miljard ton CO2 in onze atmosfeer pompen. Dat is in het verleden al gebeurd en het heeft toen onze planeet compleet veranderd.
De lessen van 55 miljoen jaar geleden
Er zal geen ijs meer zijn aan de polen, regenwouden zijn afgebrand en in woestijn veranderd, de Alpen zullen eruitzien zoals het Atlasgebergte nu. We komen in een situatie terecht die de aarde 55 miljoen jaar geleden al eens meemaakte, tijdens het Eoceen.
De gemiddelde temperatuur steeg op hogere breedtegraden tot 7 °C in amper 20.000 jaar, een van de snelste en grootste klimaatveranderingen uit de geologische geschiedenis. De klimaatsverandering veroorzaakte een massa-extinctie – de naam daarvan, de Grande Coupure, zegt alles.
De meest aanvaarde uitleg van hoe dat kon gebeuren, is deze: door de geleidelijke opwarming tijdens het Laat-Paleoceen steeg de temperatuur van het zeewater boven een bepaalde kritieke waarde, waardoor gashydraten op de oceaanbodem massaal oplosten, waarbij grote hoeveelheden methaan in de atmosfeer vrijkwamen.
Eye opener
Methaan is een zeer sterk broeikasgas (twintig maal zo effectief als kooldioxide) en dat zou de opwarming van het klimaat plotseling versneld hebben. Hier is nog een interessant feit: die geleidelijke opwarming die daartoe leidde in het Laat-Paleoceen ging 30 keer trager dan wat we nu doormaken.
In de meeste modellen voor de huidige opwarming van de aarde wordt geen rekening gehouden met het vrijkomen van gashydraten als versterkende factor. Maar, één ding is zeker: als het gebeurt, zal de aarde voor de mens tout court onleefbaar worden.
Dat is dus het vooruitzicht, maar, hoe komen wetenschappers erbij dat we met 93% zekerheid die richting uitgaan?
Klimaatmodellen zijn vitale instrumenten voor wetenschappers die proberen de impact van broeikasgasemissies te begrijpen. Ze zijn gebouwd aan de hand van fundamentele kennis van de fysica en het klimaat van de wereld.
Maar het klimaatsysteem is ongelooflijk complex, en als gevolg daarvan is er onenigheid over hoe je de belangrijkste aspecten ervan het beste kunt modelleren. Een bijkomende uitdaging is dat het klimaat sneller verandert dan dat de modellen verbeteren, omdat gebeurtenissen in de echte wereld plaatsvinden die de modellen niet voorspelden. Zo smelt Arctisch zee-ijs sneller dan de modellen kunnen verklaren.
Het komt erop neer dat wetenschappers tientallen klimaatmodellen hebben geproduceerd die een reeks verschillende resultaten als gevolg van broeikasgassen voorspellen.
Gebaseerd op het meest realistische momenteel, een business-as-usual-scenario waarin de emissies in hetzelfde tempo worden voortgezet, variëren de klimaatmodellen in hun voorspellingen van een toename van de temperatuur tegen het einde van deze eeuw tussen 3,2 en 5,9 graden Celsius.
We moeten ons geen illusies maken, zelfs die 3,2 graden is een drama, maar het is wel een gigantisch verschil met 5,9, zeker als je weet dat we nu nog “maar” met de anderhalve graad flirten.
Van 62 naar 93%
Een nieuwe studie, gepubliceerd in het tijdschrift Nature, tracht vast te stellen of de bovenste of onderste schattingen nauwkeuriger zijn. De huidige voorspellingen van klimaatverandering onderschatten de snelheid en de ernst van het broeikaseffect aanzienlijk is de conclusie.
Een herevaluatie van de modellen die klimaatwetenschappers gebruiken om de toekomstige opwarming te bepalen, heeft aangetoond dat minder optimistische schattingen veel realistischer zijn.
“Onze studie geeft aan dat als emissies een gangbaar normaal scenario volgen, er een kans is van 93% dat de opwarming van de aarde tegen het einde van deze eeuw 4 graden zal overschrijden”, zegt Dr. Ken Caldeira, klimaatwetenschapper aan het Carnegie Institution for Science en co-auteur van de nieuwe studie.
Tot nu werd de kans op zo’n worst case scenario op hooguit 62% geschat. 62% is misschien nog een cijfer dat gokken een optie maakt, maar, om het simpel te houden: zelfs de dapperste gokkers zijn niet gek genoeg om in te zetten bij een verlieskans van 93%.
Voor de studie verzamelden de wetenschappers meer dan een decennium aan satellietobservaties met betrekking tot de hoeveelheid zonlicht die weerkaatst wordt vanuit de ruimte (door dingen als wolken, sneeuw en ijs). Ze keken ook naar hoeveel infrarode straling van de aarde ontsnapt naar de netto balans tussen de hoeveelheid energie die de atmosfeer binnenkomt en verlaat. Vervolgens vergeleken de onderzoekers die “top-of-atmosphere“-gegevens met de resultaten van eerdere klimaatmodellen om te bepalen welke het meest nauwkeurig voorspelden wat de satellieten daadwerkelijk waarnamen.
De simulaties die het meest overeenkwamen met real world waarnemingen van hoe energie in en uit het klimaatsysteem stroomt, waren degenen die de meeste opwarming voorspelden. In het bijzonder de modellen die tonen dat de hoeveelheid zonlicht die door wolken vanaf de planeet wordt weerkaatst, zal afnemen naarmate de wereld warmer wordt, bleken bijzonder accuraat.
De studie is de nieuwste in een groeiende reeks waar de conclusie telkens is dat de klimaatverandering zich sneller ontvouwt dan werd gedacht.
Waarom deze nieuwe studie zo belangrijk is
Politici, belangengroepen zoals de fossiele brandstofsector en klimaatnegationisten hebben de onzekerheid die inherent is aan klimaatmodellen aangegrepen om twijfel te zaaien over klimaatverandering of om te pleiten tegen krachtige beleidsmaatregelen.
Maar deze studie ondermijnt die logica: de klimaatmodellen die het meest accuraat zijn, zijn degenen die de grootste opwarming projecteren, blijkt nu.
“Er zijn al veel eerdere studies geweest om klimaatmodellen te vergelijken met metingen van de oppervlaktetemperatuur in het verleden, maar die zijn niet erg overtuigend gebleken in het verminderen van de onzekerheid in het bereik van toekomstige temperatuurprojecties”, zegt bijvoorbeeld klimaatprofessor William Collins, die zelf niet betrokken was bij het onderzoek.
Volgens professor Collins herleidt de nieuwe studie “de kwestie naar de fundamentele bouwstenen van de klimaatverandering”.