Eigenlijk gaven de echte insiders het toch een behoorlijke kans, die poging van Bart De Wever als informateur. Want die had toch bijzonder veel water bij zijn wijn gedaan. Weg communautaire, weg harde rechtse sociaal-economische toon in de onderhandelingen. Neen, dit was een pure centrum-nota van de informateur. Maar het cdH, karakterieel blijkbaar niet in staat om “ja” te zeggen, kleeft aan de PS van Elio Di Rupo. En dus werd het “neen”.
“Een verpletterende verantwoordelijkheid”, zo omschreef een toponderhandelaar de rol van cdH, als ze “neen” zouden zeggen. En enkele uren later was het een feit.
De Franstalige christendemocraten tonen zich bijzonder kordaat, en schieten de nota van informateur De Wever af. “Geen basis om te gaan onderhandelen”, zo laten ze weten.
Nauwelijks twee uur om de nota aan flarden te schieten
Het heeft Benoît Lutgen en zijn troepen dus zo’n twee uur gekost om het werkstuk van De Wever te fileren en vervolgens af te wijzen. Ze kwamen om 17 uur samen voor een vergadering in de Tweekerkenstraat, hun hoofdkwartier. Iets voor zeven uur kwam dan het bericht: het wordt “neen”.
Daarmee kiest cdH voor de totale impasse. Want de Vlaamse christendemocraten van CD&V zeiden al volmondig “ja” op de nota van De Wever. “Wij wensen Bart De Wever alle succes bij de omschakeling naar de volgende fase van de onderhandelingen en zijn bereid hieraan mee te werken”, liet de partij van Wouter Beke weten in een persbericht. Ze hebben het gevoel dat er voldoende elementen van hun 3D-plan in de nota van De Wever zitten.
Ook MR had ondertussen het licht op groen gezet. De Franstalige liberalen communiceerden via Twitter: “De nota van de informateur is een acceptabele basis om een bijkomende fase te beginnen.”
Vastgekleefd aan de PS
Aan Vlaamse kant wordt toch verbaasd gereageerd op de “njet”. Want inhoudelijk kon je niet spreken van een keihard, rechts en kil kabinet dat in de steigers stond. Integendeel. Wie de nota goed leest, ziet dat de christendemocraten erg goed onderhandeld hadden, en er een pure centrumregering van gemaakt hadden. Maar zelfs daar wilde en kon het cdH niet in meegaan. En dat komt toch als een shock aan voor de Vlaamse onderhandelaars. Die waren de afgelopen dagen opgeschoten met Benoît Lutgen, of tenminste, ze hadden dat gevoel. Ze hadden dan wel geen “ja” van de cdH-voorzitter op zak, maar Lutgen heeft toch een meer dan behoorlijke zeg gehad in de eindtekst.
Nu rest het beeld van het cdH, een partijtje van amper 9 Kamerzetels, dat totaal vastgekleefd zit aan de PS. Een partij die, alle grote woorden over “België redden” en andere dure eden van “staatsdragende politici” ten spijt, kiest voor een compleet confederale logica. Want Lutgen en Di Rupo kiezen voor gewestregeringen en coalities, die federaal totaal niet werkbaar zijn, bij gebrek aan Vlaamse partners. Maar dat doet er allemaal niet toe, de relatie met de PS is boven de Belgische logica gezet. En dat is, op ironische wijze, misschien wel het enige positieve dat voor De Wever rest. Zijn opdracht is dan wel mislukt, zijn these over het einde van België als functionerende democratie is er wel sterker op geworden.
Economisch: de hardheid bleef uit
Over de nota zelf, die het cdH nu afwijst: die is zoals gezegd bijzonder “centrum, zonder rechts”. Zo gaan de sociale uitkeringen omhoog, wat de N-VA ook in haar kiesprogramma had opgenomen trouwens. In het stukje “strijd tegen de armoede” stelt De Wever voor om alle uitkeringen op te trekken tot aan de Europese armoedegrens. “We moeten ons model van sociale bescherming verdedigen en de strijd met armoede aangaan”, zo schrijft de informateur.
Feit blijft dat de nota bijzonder vaag is als het over de index of de werkloosheidsuitkeringen (en de eindigheid daarvan) gaat. Tien pagina’s lang gaat het over het economische, een beschrijving van de toestand en het kader waarbinnen we Europees opereren. Hij haalt vooral feiten aan: de Nationale Bank, de scoreborden van de Europese commissie, de loonkost, de schuldgraad van ons land.
Over het budgettaire blijft de informateur wat vaag: er zijn drie principes voorzien. De openbare uitgaven moeten onder controle gehouden worden, de Europese engagementen moeten nageleefd worden, en de vele fiscale achterpoortjes moeten gesloten.
De Wever stelt ook expliciet in de nota dat het communautaire niet op de agenda staat voor deze regering. Volgende zin staat er letterlijk in: “Het is de bedoeling om een gewone meerderheid te hebben, geen tweederdemeerderheid, met deze ploeg. De institutionele hervormingen zullen dus niet aan de orde van de dag zijn in de komende legislatuur.”
10 principes voor centrum, zonder al te veel rechts
Vervolgens verwoordt De Wever “de principes om de regering op de been te brengen.” Daar werkt hij met 10 principes, die wel nog verdiept moeten worden. Opnieuw allemaal behoorlijk breed en vaag: geen enkel cijfer wordt genoemd. Wel een aantal centrumrechtse accenten: een flexibele arbeidsmarkt, steun voor KMO’s,… Ook de koopkracht komt aan bod, net zoals de competitiviteit.
Over gevoelige punten, zoals de btw of de index, blijft De Wever alle mogelijkheden openhouden. De btw-tarieven kunnen slechts aangepast “als we rekening houden met de situatie in de landen rondom ons, en met het objectief gedrag van consumenten aan te passen”. Over de index nog duidelijker: “de toekomstige regering zal het mechanisme van de index bekijken en benaderen met dezelfde logica als de huidige regering.” Daarmee lijkt een afschaffing, zoals de N-VA tijdens de campagne bepleitte, niet aan de orde. Nog eentje die gevoelig lag: de notionele intrestaftrek. “Dat zal herbekeken worden.” Niet dus, nota naar de prullenmand, en terug naar een wit blad.