In Hongkong trok de bevolking zondag naar de stembus voor de parlementsverkiezingen. De Peking-getrouwe politici mochten zichzelf tot de winnaars kronen. Dit jaar lag de opkomst echter historisch laag, slechts 30 procent van de Hongkongers kwam opdagen. China’s steeds striktere controle op de politiek en samenleving heeft de prodemocratische oppositie volledig buitenspel gezet.
Een trieste vertoning zondag in Hongkong. Daar vonden verkiezingen plaats voor de Wetgevende Raad (LegCo), het Hongkongse parlement. Twintig van de negentig zetels in die raad worden rechtstreeks verkozen door de bevolking. De andere zeventig zetels worden ingenomen door afgevaardigden die benoemd worden door een Peking-getrouw kiescomité en vertegenwoordigers uit de zakenwereld.
Het opkomstcijfer van slechts 30 procent is een historisch dieptepunt, bij de vorige verkiezingen in 2016 kwam nog ruim 60 procent opdagen. De lage opkomst roept sterke twijfels op over de legitimiteit van de nieuwe vertegenwoordigers.
Strikt toezicht van China
Het zijn de eerste grote verkiezingen sinds de speciale bestuurlijke regio enkele bijzonder ingrijpende wetswijzigingen onderging. De Communistische Partij heeft de haar invloed op de Hongkongse politiek de laatste jaren aanzienlijk uitgebreid. In 2020 keurde Hongkong de omstreden nationale veiligheidswet goed, waarmee elke vorm van kritiek (ook van buiten Hongkong) tegen China buiten de wet komt te staan.
Daarnaast voerde Hongkong ook een wijziging in de kieswet door. Voortaan mogen enkel “patriotten” zich kandidaat stellen voor verkiezingen, voor hun kandidatuur ondergaan politici een screening vanuit Peking. Interpreteer “patriotten” dus vooral als Peking-getrouwe politici. De bevolking haakt daarom massaal af van een politiek waar prodemocratische stemmen systematisch hun mond gesnoerd zagen.
Beide wetten maken het voor prodemocratische partijen en politici zo goed als onmogelijk om ooit nog een officiële positie in het Hongkongse bestuur in te nemen. Uit protest tegen de nieuwe kieswet boycotten de prodemocratische partijen de verkiezingen en riepen ze de bevolking op niet op te dagen. De lage opkomst is dus een duidelijk signaal van protest tegen China’s toenemende invloed.
“Tijd nodig om aan te passen”
De wijziging van de kieswet is zijn doel niet voorbijgegaan. Zo goed als de hele Wetgevende Raad is nu in handen van Peking-gezinde politici. Maar het lage opkomstcijfer bewijst nogmaals hoezeer de bevolking van Hongkong afziet van de naderende aansluiting bij China.
Starry Lee, het kopstuk van de grootste China-getrouwe partij, ontkent alleszins dat de lage opkomst iets te maken heeft met een ongunstige bevolking: “Ik geloof niet dat de lage opkomst rechtstreeks te wijten is aan hun ongenoegen over de nieuwe kieswetgeving. Volgens mij hebben mensen tijd nodig om zich aan te passen aan het nieuwe systeem”, verklaart Lee.
(jvdh)