Colin Powell, de voormalige minister van Buitenlandse Zaken van de VS, is op 84-jarige leeftijd overleden aan de complicaties van Covid-19. Dat meldt zijn familie op Facebook.

Bij de aankondiging van zijn overlijden, zei zijn familie dat ze een “opmerkelijke en liefdevolle echtgenoot, vader, grootvader en een groot Amerikaan” hadden verloren.

Powell werd behandeld voor Covid-19 in het Walter Reed National Medical Center in Bethesda, in de staat Maryland.

Vietnamoorlog

Powell was een beroepsmilitair in Vietnamoorlog en werd de eerste zwarte nationale veiligheidsadviseur aan het eind van het presidentschap van Ronald Reagan en de jongste en eerste Afro-Amerikaanse voorzitter van de Joint Chiefs of Staff onder president George H.W. Bush.

Zijn nationale populariteit steeg in de nasleep de Golfoorlog. En in het midden van de jaren ’90 werd hij beschouwd als een belangrijke kanshebber om de eerste zwarte president van de Verenigde Staten te worden, hoewel hij zich nooit kandidaat zou stellen voor het Witte Huis.

Invasie van Irak

Powell werd wel Amerika’s eerste zwarte minister van Buitenlandse Zaken en bekleedde die functie onder George W. Bush van 2001 tot 2005.

Als viersterrengeneraal was Powell een sleutelfiguur in de aanloop naar de invasie van Irak in 2003 en die begin jaren negentig voorzitter was van de gezamenlijke stafchefs,

Maar zijn reputatie zou voor altijd bezoedeld blijven toen hij, als minister van Buitenlandse Zaken van George W. Bush, gebrekkige inlichtingen doordrukte aan de Verenigde Naties om te pleiten voor de oorlog in Irak. Dat zou hij later een “schandvlek” op zijn staat van dienst noemen.