De Ierse MMA-vechter Conor McGregor heeft zijn hoger beroep tegen een uitspraak in een verkrachtingszaak verloren. Hij blijft dus veroordeelt en moet een schadevergoeding én alle gerechtskosten betalen.
Eind november moest Conor McGregor voor een civiele rechtbank verschijnen nadat hij was aangeklaagd voor de verkrachting van Nikita Hand. De feiten dateerden van 2018 en hadden zich afgespeeld in het Beacon Hotel in Dublin.
Veroordeling
De rechter oordeelde dat McGregor schuldig was en veroordeelde hem tot een schadevergoeding van 248.603,6 euro. Daarnaast waren ook alle gerechtskosten – ondertussen al meer dan één miljoen euro – van de voorbije jaren voor de 37-jarige Ier.
Conor McGregor reageerde na die uitspraak zeer ontgoocheld op de veroordeling. Hij blijft volhouden dat de seks tussen beiden gewelddadig, maar met wederzijdse toestemming was. Hij besliste dan ook om in beroep te gaan tegen de uitspraak.
Hoger beroep
Aanvankelijk hoopte het team van McGregor een nieuwe getuigenis te hebben voor dat hoger beroep. De buren van Nikita Hand beweerden namelijk een zware ruzie gezien te hebben tussen de vrouw en haar toenmalige echtgenoot. Deze getuigen trokken zich echter terug, waardoor de verdediging van de Ier maar weinig argumenten meer had.
Zo beweerde Conor McGregor wel dat er fouten waren gemaakt bij de oorspronkelijke uitspraak omdat er sprake was van “assaulted” in plaats van “sexually assaulted“. Volgens de drie rechters in het Hof van Beroep was er echter geen verwarring mogelijk. Zij verwierpen dan ook zijn beroep. Daardoor moet McGregor wel degelijk de schadevergoeding én de gerechtskosten betalen. Er is in principe geen verder beroep meer mogelijk.
