De afgelopen 24 uur zijn er opnieuw 170 mensen overleden aan de gevolgen van het coronavirus in ons land. Van hen stierven 80 mensen in de woonzorgcentra, 89 in de ziekenhuizen en één patiënt elders. Daarmee staat de dodentol in ons land op 5.998. Iets meer dan de helft van de overlijdens werd gerapporteerd in de woonzorgcentra. Sinds 12 april is er sprake van een lichte afname van het aantal overlijdens. Dat zegt viroloog Steven Van Gucht op de dagelijkse persconferentie van het federaal crisiscentrum.

Ook het aantal nieuwe hospitalisaties staat op het laagste niveau sinds 18 maart. De afgelopen 24 uur werden 172 coronapatiënten opgenomen in het ziekenhuis. 107 mensen mochten het ziekenhuis verlaten. In totaal liggen 4.976 coronapatiënten in de Belgische ziekenhuizen.
Van hen liggen 1.079 patiënten op de afdelingen intensieve zorgen, een stijging met 8 personen sinds gisteren. Van hen moeten 777 mensen kunstmatig beademd worden, een stijging met 17 sinds de dag voordien.

Er is ook sprake van 973 nieuwe besmettingen, 323 van hen werden vastgesteld via de reguliere testen, 650 in de woonzorgcentra.

Besmettingen in lockdown

Het crisiscentrum vestigt de aandacht op een studie in het wetenschappelijk tijdschift Nature Medicine waarin de onderzoekers zich afvroegen hoe mensen elkaar nog kunnen besmetten in lockdown. “Binnen dat kader vindt 44 procent van de besmettingen plaats in de twee dagen voor het optreden van de eerste symptomen”, zegt viroloog Steven Van Gucht. “Dat is 56 procent wanneer de eerste symptomen al zichtbaar zijn.”

“Gemiddeld vindt één op de twee besmettingen al plaats voor we één symptoom vertonen. De besmettelijkheid is het grootste en piekt wanneer er prille symptomen zijn, dan scheiden we het meeste virus uit. Naarmate we langer ziek zijn, wordt er minder en minder virus geproduceerd.”

Isolatie bij symptomen

Van Gucht raadt iedereen aan om zich onmiddellijk te isoleren wanneer ze zich een beetje ziek voelen, zoals keelpijn of een lichte hoest: “Dan ben je het meest besmettelijk. Denk niet, het gaat wel over, maar blijf thuis en bel je huisarts.”

Van Gucht haalt ook contact tracing aan als strategie om de verspreiding van het coronavirus tegen te houden. Iedereen die met een besmet persoon in contact geweest is, krijgt dan een bericht van een arts. Die personen kunnen dan op voorhand al thuis blijven, zodat ze niemand besmetten in die twee dagen voor de symptomen. “Zo kunnen we het virus in zijn kot houden”, stelt Van Gucht.

Anderhalve meter afstand

Van Gucht legt uit waarom de afstand van anderhalve meter de richtlijn is: “Het virus wordt voornamelijk overgedragen via dikke druppels, en die reiken niet verder van één meter. De afstand van 1,5 meter creëert dus nog een extra buffer tegen iemand die virus uitscheidt. We willen vooral één meter vermijden.”

“Kleinere druppels dragen het virus ook, die blijven wat langer in de lucht zweven en kunnen een langere tijd in de lucht blijven zweven, dat noemen we aerosol.”

“De WHO zegt ook dat de overdracht via aerosol niet belangrijk is bij dit virus. We beschouwen het niet als onmogelijk, maar de belangrijkste manier van overdracht is via de dikke druppels.”

Tips van crisiscentrum

“We zijn al een aantal weken bezig met een buitengewone inspanning”, zegt crisiscentrum-woordvoerder Yves Stevens die de coronacrisis met een marathon vergelijkt. “Onderweg heb je waarschijnlijk een dipje, maar met de aanmoedigingen van anderen, kunnen we de doelstellingen halen.”

Stevens raadt iedereen aan elkaar te blijven aanmoedigen om de maatregelen na te leven: “Wie succesvol een marathon wil uitlopen, moet tot de laatste meter geconcentreerd blijven. Zo slagen we in onze collectieve inspanningen. Om het virus in de toekomst geen vrij spel te geven, zullen we ook in de toekomst weerbaar moeten blijven. Door goede reflexen te handhaven, zoals handhygiëne en niezen in onze ellebogen, evolueren we naar een meer weerbare samenleving.”

Het is dus uiterst belangrijk om afstand te houden: “Zo kunnen we verder naar de volgende stap. Uiteindelijk willen we allemaal onze familie en vrienden terugzien.”