Marc Coucke kwam de laatste weken onder de aandacht na de claim die het Amerikaanse bedrijf Perrigo tegen hem indiende. Nu heeft Coucke weer vijf nieuwe rechtszaken aan zijn been. Dit hangt er de Anderlecht-baas boven het hoofd.
Naar aanleiding van de miljardenclaim van het Amerikaanse bedrijf Perrigo kwam Marc Coucke de jongste weken geregeld in de pers. Volgens Perrigo hebben Coucke en het investeringsfonds Waterland de financiën van Omega Pharma bij de verkoop van de farmagroep “op een frauduleuze manier mooier voorgesteld dan ze waren door kunstmatige omzet te creëren en door de schuldenpositie te sturen”. Dat schrijft De Tijd. Perrigo stuurde Coucke in april 2016 de laan uit, waarop hij een tegenclaim tegen de farmareus indiende.
Twee andere rechtszaken al bekend
Coucke en zijn voormalige Amerikaanse eigenaar/werkgever zijn nog bij andere rechtszaken betrokken. Er waren tot nu toe twee andere juridische procedures bekend: het Franse bedrijf Carmignac Gestion sleepte Coucke en zijn kompanen in november 2017 voor de rechter. De vermogensbeheerder voelde zich misleid door de farmareus en enkele voormalige Perrigo-managers, onder wie ook Coucke. Dat gebeurde in het kader van een mislukte overname van Perrigo door concurrent Mylan. Ze stelden Coucke en enkele andere managers persoonlijk aansprakelijk voor de schade die Carmignac geleden meent te hebben.
De tweede zaak: in mei 2016 zijn beleggers een groepsvordering (class action) gestart tegen Perrigo in de VS. Hun claim: Perrigo legde misleidende en onware verklaringen af over haar financiële toestand om een overname door Mylan te verhinderen. De zaak, die gaat over de periode april-november 2015, werd naar 11 (ex-)managers en (ex-)bestuurders uitgebreid. Ook dit keer zat Coucke er weer tussen.
Vijf nieuwe zaken
Daar komen nu nog eens vijf rechtszaken bovenop, vier in de Verenigde Staten van begin dit jaar en één in Israël van midden 2017. De aanklagers zijn een resem vermogensbeheerders (Manning & Napier, Mason Capital, Pentwater, Harel Insurance en First Manahttan) en een fonds van de werknemers van de Israëlische elektriciteitsmaatschapij (Israël Electric Corporation).
De schuldeisers stellen weerom dat Perrigo en zijn voormalige topbestuurders misleidende informatie gecommuniceerd hebben rond de waardering en de integratie van Omega Pharma op het vlak van de financiële vooruitzichten van groep en over mogelijke prijsafspraken rond bepaalde generische geneesmiddelen. De meeste zaken hebben betrekking tot de periode 2015-2017.
In sommige zaken worden een groep ex-managers en ex-bestuurders van Perrigo, onder wie ook Coucke, beschuldigd. In andere zaken worden Coucke en enkele andere managers persoonlijk aansprakelijk gesteld voor schade die de aanklagers beweren geleden te hebben.
De Amerikaanse zaken zullen door dezelfde rechter behandeld worden in de Amerikaanse staat New Jersey.
Stopgezette distributiedeals
Perrigo, de eigenaar van Omega Pharma, had in 2017 een omzet van 4,9 miljard dollar of 4 miljard euro. Dat is 6,3 procent minder dan in 2016. Dat blijkt uit de definitieve jaarcijfers van Perrigo.
De bedrijfsdivisie Consumer Healthcare International (CHCI), waar ook Omega Pharma onder valt, zag zelfs een omzetdaling van 9,8 procent tot 1,49 miljard dollar. Die daling is te verklaring door de stopzetting van distributiecontracten met Eurogenerics en SMB. Het resultaat: Omega Pharma verliest maar liefst 200 miljoen dollar. Als er bij de cijfers geen rekening gehouden wordt met de resultaten van het stopzetten van die contracten, stijgt de jaaromzet van CHCI zelfs met 2,6 procent.
De omzet van CHCI daalde in het vierde kwartaal van 2017 met 10,8 procent tot 374 miljoen dollar. Zonder het stopzetten van de distributiecontracten zou sprake geweest zijn van een groei van 3,3 procent. Er was in dat vierde kwartaal sprake van een bedrijfswinst van 4 miljoen dollar.