“De andere aanpak” vs “Lef en hoop”: Groen staat voor splijtende keuze tussen Rzoska en Almaci

Op 19 oktober verzamelen de militanten van Groen in het Brusselse Tour & Taxis om er een nieuwe voorzitter te kiezen.

Wat gebeurt er precies? Bij Groen is de voorzittersrace nu echt begonnen. De kandidaten doen een ‘Ronde van Vlaanderen’ waarbij ze elke provincie aandoen voor een debat. Het is en blijft toch een wat intellectuele partij, en dus mogen de kandidaat-voorzittersduo’s eerst een powerpoint-presentatie geven, pas daarna wordt er gedebatteerd. West-Vlaanderen beet deze week de spits af:

De details: Er zijn twee serieuze kandidaten: huidige voorzitter Meyrem Almaci en uitdager Björn Rzoska, vandaag de fractieleider in het Vlaams parlement. Een derde kandidaat, Christophe Steyaert, werd pas ter elfder ure ontdekt, doordat er geen permanentie was op het partijsecretariaat in het weekend. De man had op het laatst z’n kandidatuur gemaild naar het hoofdkwartier. Hij maakt geen schijn van kans.

Opvallende vaststelling: Niemand wil een vuile, verscheurende interne strijd. Het blijft dus allemaal erg ‘netjes’: geen enkel ander parlementslid of kopstuk spreekt zich uit voor de ene of de andere. Wat zeker speelt: niemand durft ook een cent meer in te zetten op de ene of andere kandidaat: “Het wordt 48 tegen 52 procent”, zo voorspelt een kamerlid. Het gevoel in de partij is dus niet dat de huidige voorzitter naar een herverkiezing surft, of de uitdager wel degelijk met de vingers in de neus wint. Dat verklaart ook mee waarom niemand openlijk z’n wagon vast hangt aan één van de kandidaten. Al zouden sommigen op het beslissende congres in Tour & Taxis, in de beslotenheid van de zaal, dat wel gaan doen.

De campagnes: Hoe profileren de kandidaten zich intern?

  • “Een andere aanpak”, is de slogan van Rzoska. Die bouwt z’n pitch duidelijk op rond de boodschap dat het tijd is voor nieuwe leiding: Almaci draait al jaren mee aan de top, en op het eind heeft dat niet gewerkt, is de analyse. Dat hij de ‘realo’ zou zijn, tegenover de meer ‘fundi’-aanpak van Meyrem, willen zijn fans niet gehoord hebben: “Dat verschil bestaat niet in de partij, het draait meer om stijl van leiding geven, om een andere communicatieve benadering”. Het is een feit dat Rzoska zichzelf ook meer als een ‘bruggenbouwer’ profileert, naar andere partijen toe, tegenover de meer ‘aanvallende lijn’ van Almaci. Dat Kristof Calvo kwam met een tekst die pleitte voor ‘een andere politiek, die minder draait rond het conflict’, is helemaal in lijn met wat het kamp-Rzoska wil. Al is Calvo als de dood om zich voor de kar van gelijk wie te laten spannen natuurlijk.
  • “Lef en hoop”, is de baseline van Almaci. Zij mikt duidelijk op een achterban die wel degelijk een strijdbare partij wil, een ‘aanbodpartij’ of een ‘zweeppartij’, eerder dan de bestuurderspartij. De argumentatie dat er geen of nauwelijks inhoudelijke verschillen zouden zijn, hoor je absoluut niet bij de achterban van Almaci: die zijn er wel degelijk volgens hen. Dat er daarbij inhoudelijke voorstellen op tafel komen, bijvoorbeeld om een ‘elfenleger’ van activisten online te bouwen, tegen de ’trollen’ van rechts, is een andere zachte vingerwijzing naar Rzoska. En de ‘framing’ dat Almaci lang getwijfeld zou hebben, of ‘moe’ zou zijn, wordt door de achterban ook niet gesmaakt: al begin juli besliste Almaci naar eigen zeggen dat ze er opnieuw voor ging.

Tussen de regels: Er is dus wel degelijk een felle strijd aan de gang, waarbij de herinnering aan 2014 onherroepelijk terug komt. Toen raakte Almaci als outsider verkozen, tot verrassing van velen, want dat gebeurde zonder steun van de brede top en de parlementsleden. Haar pitch was toen ook uniek: het was een historische kans voor de groene basis om een eerste allochtone voorzitter in Vlaanderen te hebben. Deze keer is er geen ‘outsider’: Almaci is zittend voorzitter, maar Rzoska was onder Wouter Van Besien ondervoorzitter, en ondertussen ook al een tijdje fractieleider in het Vlaams parlement.

De grote vraag? Wie heeft de grootste achterban in de partij? Almaci is vijf jaar voorzitter, en heeft talloze lokale contacten gehad, met de afdelingen. Ze heeft de partij in 2018 ook naar een lokale overwinning geloodst. Die groepen zijn dat vaak niet vergeten. Maar Rzoska is ook erg zichtbaar geweest intern. Beiden hebben ook een zichtbare running mate, die kan stemmen aanbrengen. Met Dany Neudt kiest Almaci voor een ‘Gentse connectie’: hij is kabinetschef van de Gentse schepen Bram Van Braeckevelt en zat vroeger bij Elke Decruynaere. Groen staat in Gent erg sterk, met veel leden. Maar Rzoska heeft met Rina Rabau ook een erg populair figuur genomen: gemeenteraadslid in Mechelen en kabinetschef van Groen-Ecolo in Elsene. Zij moet stemmen uit de provincie Antwerpen binnenhalen voor Rzoska, velen achten haar ‘het geheime wapen’ van het uitdagende duo.

Om rekening mee te houden? Het lijkt dus een beetje de kandidaat van de ‘redelijkheid’ versus de kandidaat van de ‘emotie’. Maar de procedure is heel specifiek: een intern congres waar eerst speeches zijn, en dan gestemd wordt. Die finale speech is dus cruciaal, het moment waarop een kandidaat een zaal ‘inpakt’. En daar heeft Almaci misschien toch net een streepje voor?

The big picture? De uitdagingen voor Groen zijn enorm. De partij is er Vlaams niet bij, daar moet oppositie gevoerd worden. Maar tegelijk is de kans zeer reëel dat ze federaal wél in de regering gaan. Dan moet je een zeer kundige partijvoorzitter hebben die dat kan managen, zowel communicatief, als in de interactie met andere voorzitters.

Meer
Lees meer...