De regering worstelt met de pensioenen. Na sloopwerk van de oppositie en een gênante vertoning bij de meerderheid, moet de ploeg van premier Michel de maatregel intrekken om werkloze 50-plussers pensioen af te nemen. Maar uiteindelijk gaat dat over ‘maar’ 20 miljoen euro. De echte strijd moet nog komen: wie belandt er nu op de lijst van zware beroepen?
Daniël Bacquelaine (MR), de minister van Pensioenen, maakte het gisteren behoorlijk bont. Hij zette z’n coalitiepartners én z’n premier Charles Michel (MR) compleet in hun blootje. Want zondag was de liberale voorzitter Gwendolyn Rutten (Open Vld) op de Zevende Dag keihard in het defensief gegaan tegen sp.a-voorzitter John Crombez. Die had op tafel gelegd dat de regering voortaan 50-plussers die werkloos worden een deeltje van hun pensioen zou laten verliezen. “Klinkklare onzin”, had Rutten keihard teruggeschoten.
CD&V zette maandag in de loop van de dag ook nog eens de puntjes op de i: hiervan kon geen sprake zijn. Ook de premier liet aan verschillende media verstaan dat dit niet de bedoeling was. Maar dat was dus buiten Bacquelaine gerekend. Die liet in een droog persbericht weten dat hij wel degelijk de maatregel had voorbereid en dat de wetteksten ter controle bij de Raad van State liggen. Nog geen definitieve regeringsmaatregel dus, maar wel degelijk iets dat heel concreet in de pijplijn zat. En voor 20 miljoen stond ingeschreven als besparing op de pensioenen.
Communicatiefuckup, of meer?
Was het gewoon een fuck-up in de communicatie, of is er meer aan de hand bij Bacquelaine? Feit is dat hij nog een stevige opdracht heeft de komende twee jaren: dik 300 miljoen besparen. Daarvan stond dus al zo’n 20 miljoen vast, via dat lager pensioen voor werkloze 50-plussers. Die zag hij door de neus geboord, na felle communicatie van Open Vld en CD&V. Wilde hij z’n frustratie even kwijt?
Hoe dan ook: Bacquelaine heeft nog werk voor de boeg. En de echte discussie over de pensioenen draait rond de lijst van de zware beroepen. Want in het nieuwe puntenplan van Bacquelaine krijgt iedereen per jaar dat hij of zij gewerkt heeft één punt.
Alleen gaan sommige beroepen, die zwaar werk doen, net iets meer dan dat ene punt per jaar krijgen. Daardoor kunnen ze op het einde van hun loopbaan sneller op pensioen mogen. Uiteraard kan, al naargelang wie allemaal op die lijst beland van zware beroepen, die besparing miljoenen opbrengen. Want ook zware beroepen zullen allemaal langer moeten werken.
Wie heeft nu een zwaar beroep?
Maar de hamvraag is: wie belandt op die lijst met zware beroepen. Via het sociaal overleg probeerde de regering de vakbonden en werkgevers over de streep te trekken, maar een consensus kwam er nooit. De regering gaat die lijst nu zelf vastleggen. En daar zit dus de sleutel voor miljoenen euro’s aan besparingen.
Maar echt sterk staat de regering niet. Want naast de fysiek zware beroepen zoals bouwvakkers of lassers, zit de overheid met de openbare sector van ‘veiligheidsberoepen’: politie, brandweer, cipiers. De regering heeft zwaar ingezet op veiligheid als thema en dat zijn uitgerekend die beroepen. In het verleden toonde minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) zich al gul voor ‘zijn’ politie: er was lang sprake van dat die op 58 jaar met pensioen mogen. Maar dat lijkt totaal onhaalbaar.
Hoe dan ook: Bacquelaine zal de komende weken duidelijkheid moeten geven in het dossier, en tonen hoe hij die 300 miljoen gaat vinden. De hete herfst zal er niet minder warm op worden..