De Bende van Jan De Lichte werd de laatste jaren een soort van volksmythe: de titel dwaalde rond, werd vaak genoemd in interviews. Zowat iedereen wist dat het bestond, maar niemand had het ooit gezien. Op 2 januari werd de reeks internationaal verkocht aan Netflix, maar pas nu kunnen we de reeks ook in Vlaanderen gaan bekijken. Streamz – wat we vroeger ‘de Vlaamse Netflix’ noemden, maar nu dus een echte naam heeft – gebruikt de reeks nu als grote lokker. Wij kunnen al zeggen: De Bende van Jan De Lichte presteert boven onze verwachtingen.
Aan Robin Pront – regisseur van D’Ardennen en nu bezig met de opnames van Zillion – vroegen we eens hoe hij op De Bende van Jan De Lichte terugkijkt. Uiteindelijk werd de reeks al in 2016 en 2017 ingeblikt, wat een ver verleden in een andere wereld lijkt.
Robin Pront: Het heeft lang geduurd hé. Als iemand er iets over zei maakte ik altijd het grapje “Als de reeks zelf maar niet historisch wordt.” Maar eigenlijk ben ik er weinig mee bezig geweest. Als ik iets afgewerkt heb, ga ik naar het volgende project. Ik begrijp heel goed dat zender deze reeks wilde bewaren voor op een strategisch interessant moment.
Het is volgens mij een soort reeks die we nog nooit hebben gezien in Vlaanderen. Ik kon alleszins geen andere voorbeelden bedenken.
Pront: Dat is inderdaad zo, voor Vlaanderen is dit een redelijk uniek gegeven. Ja, we hebben vroeger wel veel boerenfilms en -series gemaakt die enkele decennia geleden afspeelden, maar hier zitten we midden in de 18e eeuw, dat is toch nog een ander gegeven. Dat historische karakter van de serie maakte dat je ook tijdens het filmen in een redelijk unieke setting bevond. Dat tot een goed einde brengen was voor mij de grote uitdaging.
Ik las in één van de internationale recensies dat er zo weinig humor in de reeks zit, “of zou het Vlaamse humor zijn?” stond er nog bij. En ik denk dat het dat is, Vlaamse humor: ik moest bijvoorbeeld al giechelen bij woorden als “heerschap” of “kindergebroed” of bij de droge mededeling dat er “een stuk of zes” mensen gegeseld zouden worden op één dag.
Pront: Er zit zeker humor in, maar het is van die droge humor. Misschien is dat Vlaams ja, maar de humor zit ‘m hier in de gruwel. Je ziet het ook vaak in horrorfilms, dat er op zo een droge manier over allerlei martelingen en gruwelijkheden wordt gesproken. Dat is het hier ook en tegelijkertijd schetsen we een dramatisch beeld van het mensbeeld van diegenen die het in de stad voor het zeggen hebben.
Wanneer ben jij bij het project betrokken geraakt?
Pront: Dat was eerder laat in het proces. Ik herinner me dat ik volop festivals aan het doen was met D’Ardennen, mijn eerste langspeelfilm, toen Matteo Simoni me belde. Ik had er toen net een extreem drukke periode met D’Ardennen opzitten. Die film had ik gefilmd en afgewerkt in 8 maanden en ik zag het niet meteen zitten om me weer voor 12 of 13 maanden te engageren. Maar de twee eerste afleveringen: daar was ik wél voor te vinden.
Jan Zonder Vrees
De titel van de reeks en ook de openingsscène doet een reeks over rovers en struikrovers vermoeden, maar tot mijn aangename verrassing waren de drie afleveringen die ik al gezien heb, meer op karakterontwikkeling gericht en krijgen we een portret van een stad die aan het afzien is, en het klimaat waarin een bende struikrovers is kunnen ontstaan.
Pront: Grappig hoe je het zegt, want die openingsscène, dat is zowat de enige die volledig van mijn hand is, die ik van begin tot eind heb uitgewerkt. Ik wilde beginnen met een knaller. Het thema van de struikrovers inderdaad wat introduceren. Daarna deemstert dat wat weg ten voordele van de dramatische ontwikkelingen, om daarna weer helemaal terug te keren. Dus als je daar graag meer van ziet: er komt meer aan.
Het is een wereld die tot de verbeelding van iedere jongen van onze leeftijd spreekt, nee? Hebben we niet allemaal Jan Zonder Vrees gelezen en films over Robin Hood gekeken? Ik wil het niet te hard roepen, maar mijn favoriete film als jongen was Robin Hood: Prince Of Thieves, die film met Kevin Costner met Bryan Adams op de soundtrack. (lacht)
Jan De Lichte, het titelpersonage, is een dromer, een idealist. Zijn bloedbroerder Tincke zegt: “Vroeger was het hier slecht, nu is het nog veel slechter.” In welke van de twee herken je je het meest?
Pront: Ik zeg altijd dat ik een cynische optimist ben. (lacht) Ik vind optimisme een grote kracht, maar ik weet niet of ik het altijd kan. Aan de andere kant: ik denk niet dat veel pessimisten zichzelf ook zo zullen noemen.
Ik ben zo één van die mensen die zich “realist” noemt op momenten dat het slecht gaat.
Pront: Kijk, dat bedoel ik dus. (lacht)
Geprobeerd om met vakantie te gaan
Een project als De Bende van Jan De Lichte, maar ook Zillion bewijzen: televisie of film maken vergt geduld. Tegelijkertijd heb je al gezegd dat alle tien de afleveringen regisseren – je neemt nu de eerste twee voor je rekening – niets voor jou zou zijn.
Pront: Dat is het tragische aan mijn leven: ik ben allesbehalve geduldig. (lacht) Echt plezant zou ik films maken dan ook niet noemen, tegelijkertijd heb ik er een ongelooflijke drive voor. Ik zou het zelfs een neurose durven noemen. Films maken, dat is elke dag opnieuw een strijd voeren. Hopen dat het goedkomt. En toch zou ik niets anders willen doen.
Vakantie nemen, ik heb het geprobeerd hé. Na De Bende van Jan De Lichte bijvoorbeeld heb ik gezegd: “Ik ga het doen.” Ik heb me toen zo’n vakantie geboekt waarbij je drie weken op een strand kan zitten. Na twee dagen was ik het beu en wilde ik terug beginnen werken. (lacht) Dit jaar heb ik nog geen vakantie durven nemen met de hele coronatoestand, maar het nieuwe plan is om vakantie te nemen samen mét mijn schrijfpartner, dan kan ik werk en vakantie combineren.
Je hebt corona genoemd: ’t heeft een beetje alles op zijn kop gezet hé. Je bent nu bezig met Zillion, een speelfilm over het leven rond de legendarische discotheek. Scènes in een discotheek, daar heb je veel volk voor nodig en net dat kan nu niet meer. Hoe moet het verder?
Pront: Ik heb helaas geen glazen bol, maar ik denk dat we met ons allen hopen op dat magische vaccin, zodat we toch kunnen terugkeren naar één of andere vorm van het normale leven. De cinema zal veranderen, zoveel is zeker. Hoe, dat weet ik niet.
Je merkt wel aan alles dat de sector aan het veranderen is. Tenet van Christopher Nolan die uitkomt, dat is een belevenis. Vroeger zou het één van de films geweest zijn. Een grote release uiteraard, maar ook niet superuitzonderlijk. Het geeft enerzijds aan hoezeer de mensen naar échte cinema snacken – de zomer was triestig wat dat betreft – en anderzijds gaat iedereen nu ook goed in de gaten houden hoe die film het doet. Er zal veel afhangen van wat er met volgende grote releases gebeurt van de prestaties van deze film.
Ik heb in Canada een kleine onafhankelijke film gedraaid, The Silencing. Het is gek wat daar nu mee aan het gebeuren is: op zowat alle video on demand-platformen is die film aan het scoren, terwijl niemand dat echt verwacht had. Ook dat geeft wel een verandering aan, al zal de tijd nog moeten uitwijzen hoe zich dat precies zal moeten manifesteren.
Ben je zelf nog regelmatig naar de film geweest?
Pront: Nee, terwijl ik vroeger minstens wekelijks ging. Maar als ik nu nog eens naar Titanic moet gaan kijken… Nee, daar is mijn leven te kort voor. Terwijl ik niets leuker vind dan je huis uit gaan om een film te gaan kijken, in de winter er zelfs de kou voor te trotseren, de cinema binnen stappen, een emmer popcorn kopen en in de UGC de roltrap op in afwachting van wat je zien gaat.
Robbe De Hert was ook vaak te vinden in diezelfde UGC in Antwerpen. Hoe voelde je je bij zijn overlijden?
Pront: Dat was een trieste dag. Voor iedereen die van ver of dichtbij iets met de Vlaamse film te maken heeft, heeft Robbe veel veranderd. In zijn tijd was hij bijna alleen, met uitzondering van Guido Henderickx misschien. Later kwamen Stijn Coninx en nog later Jan Verheyen, en dan had je het bijna gehad. Het is Robbe die altijd op de barricades is gaan staan om de Vlaamse film volwassen te maken. Dat heeft zijn tol geëist, maar wij hebben veel aan hem te danken. Het is mooi hoe hij tot op het einde gepassioneerd was voor film. Hij zei het als het goed was én als het slecht was, zoals iedere gepassioneerde liefhebber. Robbe, die zal altijd larger than life blijven.
De Bende van Jan De Lichte is vanaf maandag 14 september te zien via Streamz. Later zal de serie ook te zien zijn op vtm.