De tarieven van De Lijn gaan opnieuw omhoog. De vervoersmaatschappij past vanaf 1 april haar prijzen aan, zowel voor losse tickets als abonnementen. Vooral frequente reizigers zullen dat in hun portefeuille voelen.
Wie met De Lijn reist, zal binnenkort dieper in de buidel moeten tasten. De prijs van een standaardticket stijgt van 2,5 naar 3 euro. Ook de prijzen van meerrittenkaarten gaan omhoog: een tienrittenkaart zal 21 euro kosten in plaats van 17 euro, en een vijftigrittenkaart stijgt van 75 naar 90 euro. Een dagticket gaat van 7,5 naar 9 euro en een dagticket voor een kind wordt 4,5 euro in plaats van 4 euro.
Ook de meeste abonnementen worden duurder. Een jaarabonnement voor volwassenen tussen 24 en 64 jaar (Omnipas) stijgt van 351 naar 416 euro. Voor 65-plussers gaat de prijs van 56 naar 67 euro. Enkel het tarief voor een jaarabonnement voor 18- tot 24-jarigen blijft ongewijzigd op 215 euro.
Beperkte stijging sociale tarieven
De sociale tarieven stijgen slechts beperkt. Een jaarabonnement voor mensen met een Vervoersgarantie (VG) zal 54 euro kosten, terwijl een abonnement voor mensen met een Verhoogde Tegemoetkoming (VT) stijgt naar 66 euro. Dit zijn de enige tarieven die nog door de Vlaamse regering worden vastgelegd.
Naast de prijsverhogingen voert De Lijn nog enkele praktische wijzigingen door. Zo stijgt de operatorkost van een sms-ticket van 0,15 euro naar 0,25 euro. Daarnaast wordt de geldigheidsduur van producten op een elektronische kaart verkort naar één jaar.