Durf je niet op rollercoasters? Dit is waarom je bang bent of misselijk wordt en wat je daar kan aan doen

De pretparken zijn weer open. Hoera! Ongeveer twee op vijf bezoekers – volgens sommige cijfers zelfs meer – laten echter een belangrijk deel van de attracties in zo’n park links liggen: de achtbanen. Reden: ze durven er niet op. Er is zelfs een naam voor die angst: veloxrotafobie. Waarom heb je dat? En wat kan je er aan doen? En hoe pak je het aan met kinderen die nergens opdurven? Want blijkbaar doen de meeste ouders dat gewoon verkeerd.

Om te beginnen: de kans is groot dat als je volwassen bent en niet op rollercoasters durft, je nu denkt: “ik ben helemaal niet bang, ik word gewoon misselijk op dat ding”.

Wel, het kan. Als je misselijk wordt in een achtbaan, komt dat doordat allerlei sensoren, zoals je evenwichtsorganen en je ogen, verwarrende signalen afgeven aan het duizeligheidscentrum in je hersenen. Sommige mensen zijn daar effectief vatbaarder voor, maar dat zijn vooral ook die mensen die vooraf gewaarschuwd worden om niet in zo’n ding te stappen vanwege een medische conditie, zoals een hartkwaal of een te hoge bloeddruk. Zwanger zijn hoort daar bijvoorbeeld ook bij.

Maar, de kans dat je op een rollercoaster misselijk wordt, is meer dan tien keer kleiner dan dat je misselijk wordt op attracties die ronddraaien, zoals kermismolens of bijvoorbeeld de superpopulaire theekopjes in Disneyland.

Hoe ouder, hoe beter

Er is nog iets: omdat je de eerste keer dat je in zo’n achtbaan stapte misselijk werd, wil helemaal niet zeggen dat je in een rollercoaster ook de volgende keren misselijk wordt. Integendeel: dat duizeligheidscentrum in je hersenen waar we het over hadden, is voor de overgrote meerderheid van de mensen bijzonder adaptief. Of: hoe vaker je in een achtbaan gaat zitten, hoe kleiner de kans dat je misselijk wordt.

Ook geen excuus is dat je te oud bent of dat achtbanen iets voor uitsluitend jonge mensen zijn. Integendeel: het blijkt één van die dingen die echt beter worden naarmate je leeftijd toeneemt.

Er is wetenschappelijk onderzoek naar gedaan en daaruit blijkt overduidelijk dat je beter tegen achtbanen kunt naarmate je ouder wordt.

Vrouwen tussen de 25 en 30 jaar worden relatief snel misselijk, maar da’s een hormonale kwestie. Maar, en dat geldt ook voor mannen, hun evenwichtsorgaan bereikt pas z’n optimale niveau vanaf ongeveer 30 jaar.

Dingen die je helpen om de boel niet onder te kotsen

Je kan trouwens, als je echt bezorgd bent dat je de boel gaat onderkotsen, een aantal maatregelen nemen. Ze zijn eerlijk gezegd gewoon logisch. Eet een poosje voordat je in de achtbaan gaat iets klein, zoals een koekje, maar eet geen grote maaltijden. Draag geen hele warme kleding. Alcohol drinken is ook niet echt een goed idee. En weet dit: pilletjes met dymenhydrinaat (tegen wagen- en zeeziekte, zoals R Calm) werken totaal niet in dit geval.

Maar, bij het overgrote deel van de mensen die niet in een rollercoaster durven, gaat het wel degelijk om veloxrotafobie.

Veloxrotafobie valt voor een groot stuk in de categorie “angst voor een angst”. Het is wat technisch een “paniekstoornis” of een “gegeneraliseerde angst” heet. Die staat niet in verhouding tot de reële bedreiging die van de situatie of het object uitgaat en de lijder is zich daarrvan goed bewust.

Durf je niet in achtbaan? Dan lijd je aan rampfantasieën

Mensen met achtbaanangst leiden aan wat psychologen rampfantasieën noemen. Dat klinkt bijzonder erg, alsof er iets mis in je hoofd zou zijn wanneer je niet in een rollercoaster durft, maar in feite is het iets dat behoorlijk normaal is.

In het geval van veloxrotafobie komt het doordat ze zelf ooit iets akeligs hebben meegemaakt, in de achtbaan of bijvoorbeeld in een speeltuinapparaat, of gewoon met een voertuig dat snel gaat.

Meestal ben je overigens al lang vergeten wat die exacte trigger is geweest. Het kan ook zijn dat je een griezelig verhaal hebt gehoord over een achtbaan, of een bericht hebt gelezen of gehoord waarin iemand uit de achtbaan werd geslingerd of kwam vast te zitten, en in je fantasie overkomt je dan hetzelfde.

Maar, en da’s belangrijk: je wordt in ieder geval nooit met veloxrotafobie geboren, net zoals je bijvoorbeeld ook niet met vliegangst wordt geboren.

Wat kan je er aan doen?

Wat kan je er aan doen dan? We zitten hier met een probleem. Er zijn twee pistes. Volgens een deel van de psychologen is achtbaanangst iets dat relatief makkelijk te overwinnen is. Maar we moeten eerlijk zijn: er is ook een strekking die stelt dat het niet zo simpel en zelfs onmogelijk is.

Laten we met die laatsten beginnen. Volgens de non-believers toont onderzoek aan dat “zelfs wanneer patiënten hun eigen irrationaliteit herkennen en perfect in staat zijn om een ​​logische risicobeoordeling te maken, ze geen reden kunnen opbrengen om hun angst te ontvluchten omdat hun disfunctionele ruimtelijke waarneming alle andere gedachten overtreft.”

Of: een mens lijdt het meest van het lijden dat ie vreest en dat gevoel is zo sterk dat het nooit weggaat.

Er is echter ook een andere, positievere piste.

Gedragstherapie, het klinkt erger dan het is

Die stelt dat via gedragstherapie achtbaanangst wel te overwinnen is. Waar dat op neerkomt, is niet dat je naar een psycholoog moet per se, maar dat je in stapjes moet opbouwen. Je begint dus met kinderachtbanen, die misschien niet zo spannend zijn. Daar ga je dan een paar keer in, net zolang tot je merkt dat het goed gaat.

Kies dan voorzichtig steeds heftigere achtbanen uit, zodat je angstreactie minder wordt. Het helpt ook goed om je aandacht af te leiden, zodat je jezelf niet de kans geeft om bang te worden.

Door in de wachtrij en in de achtbaan allerlei ingewikkelde rekensommen te maken, geef je je hoofd geen kans om bang te worden. Probeer bijvoorbeeld vanaf duizend in stapjes van elf terug te tellen naar nul.

Nog eentje: hoe ga je om met kinderen die niet durven?

Da’s allemaal goed voor volwassenen, maar wat met kinderen die bang zijn om in een achtbaan te stappen?

De in Amerika bekende psycholoog en boekenschrijver Susan Bartell heeft een aantal om tips uitgewerkt die kinderen klaar maken voor hun eerste ritje in de achtbaan.

Volgens Bartell maken ouders heel veel fouten op het moment dat zij hun kinderen over de angst voor achtbanen proberen te helpen. “Je kind vergelijken met een broer, zus of vriendje die wél in de achtbaan durft, is contraproductief”, stelt ze bijvoorbeeld.

“Ook een cadeautje of geld beloven als je kind in de achtbaan gaat is geen verstandige keuze – een ijsje als beloning achteraf kan nog wel. Ook fout is je kind bang te gaan noemen als het terughoudend is; van de term ‘bangerik’ of ‘lafaard’ wordt geen kind moediger. Zulke tactieken leiden vaak alleen maar tot grotere angst en kunnen zelfs zorgen dat wat een onbezorgd dagje uit had moeten worden volledig mislukt.”

Wat kan je dan wel doen? Vertel over je eigen leuke achtbaanervaringen en zeg dat zenuwachtig zijn voor een achtbaanritje normaal is. En tijdens het bezoek: kijk met je kind naar andere familieleden die wel in de rollercoaster gaan en laat het kind zelf kiezen met wie het in de attractie wil. En tenslotte: als het niet wil, forceer dan de zaak niet. Dat eindigt gegarandeerd in een hoop tranen en een mislukte, dure dag voor iedereen.

Meer
Lees meer...