De VS heeft al enorm veel geld geïnvesteerd in een rakettenschild, maar als de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un het toch waagt om een kernkop op Amerika af te vuren, is de kans groot dat die nooit tegengehouden wordt en zijn doel treft.
De afgelopen vijftien jaar heeft Washington maar liefst 100 miljard euro gespendeerd aan een raketafweersysteem. Toch zou het schild niet optimaal werken. De Amerikaanse regering geeft zelf toe dat er van de achttien tests maar tien gelukt zijn. Professor Internationale Betrekkingen Sven Biscop (UGent) vindt zelfs dat die tests nog een te optimistisch beeld geven. “Een vijandelijke raket onderscheppen is aartsmoeilijk”, zegt hij in Het Laatste Nieuws. “Eerst moet je met een radar de lancering detecteren en de raket volgen, vervolgens moet je met een afweerraket de kop proberen te neutraliseren. Militairen vergelijken het wel eens met een poging om met een kogel een andere kogel uit de lucht te schieten. Kijk gewoon naar de raketten die Noord-Korea de voorbije weken heeft afgevuurd: die tuigen waren al over Japan gevlogen eer ze het daar goed en wel beseften.”
Gevaar in VS groter bij slecht weer
Ook zou regen de werking van de radar kunnen verstoren en zouden felle zonnestralen de infraroodsensor van de onderscheppende raket kunnen verblinden. In Pyongyang weten ze dus wanneer ze best een raket moeten afschieten: als het slecht weer is boven de installaties in de VS en als zijn raket de zon in de rug heeft. “Het schild is op dit moment peperduur en weinig efficiënt”, zegt Biscop. Toch zou er de volgende twee jaar opnieuw zo’n 20 miljard euro in geïnvesteerd worden. “Om te beginnen is er een bijna blind vertrouwen in de technologie. In het Pentagon en het Witte Huis gaan ze er blijkbaar nog steeds van uit dat het systeem ooit wél performant zal zijn. Er zijn ook de industriële belangen: duizenden militairen en privépersonen hebben er hun carrière op gebaseerd. Moeilijk om dat ineens stop te zetten.”
Ook zei de Amerikaanse president Donald Trump onlangs nog dat zijn land “volledig voorbereid is voor die (militaire, red.) optie. Het is niet onze gewenste optie, maar het zal verschrikkelijk worden, verschrikkelijk voor Noord-Korea. Als we die optie moeten nemen, zullen we dat doen.”
Afweersystemen te land en ter zee
De Amerikaanse nieuwswebsite Ars Technica meldt dat het leeuwendeel van de ballistic missile defense mission, de opdracht om atoomraketten tegen te houden, op het Aegis Ballistic Missile Defense (Aegis BMD) system van de Amerikaanse marine ligt. Dat Aegis system wordt zowel te land als ter zee ingezet. Als Noord-Korea een korteafstandsraket afvuurt op Japan of Guam zal die waarschijnlijk onderschept kunnen worden vanop zee. Als er vanuit Pyongyang echter een intercontinentale raket afgevuurd wordt met de VS als doel, zal de VS vanaf de grond actie moeten ondernemen.
Amerikaanse kwetsbaarheid = wereldvrede
Biscop merkt nog op dat het feit dat het Amerikaanse rakettenschild niet werkt, goed nieuws is voor de wereldvrede: “Stel dat het wél zou werken, dan zet dat het principe van de mutual assured destruction op de helling. Dat houdt in dat landen met kernwapens elkaar niet aanvallen als ze daarmee hun eigen voortbestaan op het spel zetten. Door dat principe hebben de VS en de Sovjet-Unie tijdens de Koude Oorlog alleen maar dreigende taal gesproken, maar is er nooit een kernraket afgevuurd. Maar landen die over een efficiënt schild beschikken, ook Japan heeft zulke systemen, kunnen een aanval uitvoeren én een tegenaanval afslaan. Dan wordt het pas echt gevaarlijk. Daarom ook dat Europa een uiterst koele minnaar is van zo’n schild en dat China en Rusland er grote problemen mee hebben.”