Een gedurfde hedendaagse politieke architectuur: over de ‘lieve dromers’ van Groen

Ik viel bijna van mijn (design-)kruk tijdens de uitzending ‘De Auditeurs lichten Groen door’ in Ter Zake (16/05/2014) (zie link onderaan deze tekst).  ‘De Auditeurs’, dat zijn acht opiniemakers – what’s in a name-  uit reclame, media, etc. die rond de tafel hun impressies van Groen kwamen uitwisselen. Daaruit kwam een beeld dat ik totaal anders zie.

De audit en de sfeer werden stevig in- en neergezet door columnist Guillaume Van der Stighelen (hierna: Guillaume) die in Mad Men-stijl van wal steekt: “Wat de Groenen hebben – ge kunt dat niet ontkennen – ik weet niet of ze politiek competent zijn enzovoort – ma dat zijn lieve mensen, dat zijn echt lieve mensen” … “ma da zijn gewoon vriendelijke lieve mensen”.

-Onmiddellijk haakt Isabel Albers (De Tijd) in: “Maar is da lief ook niet naïef? Ik denk dat dat ook een heel gevoelig punt is voor de partij…”

-“Jaja”, onderbreekt Guillaume enthousiast  – wellicht extatisch door de rijmvorm -: “Zalig!”

-“In hoeverre doen ze er echt toe, en in hoeverre doen ze er niet toe?”, gaat Isabel geruggensteund verder.

Op dit moment pikt Jan Seghers (Het Laatste Nieuws) retorisch in “ja, maar wat Guillaume wil zeggen” – zo doen retorici dat – is: “Wees vooral geen partij als een andere…”

Waarop Guilaume enthousiast en vol vertrouwen met een uitbundige “Voi-la,!” reageert, terwijl hij heel diep knikt.  

Jan gaat verder: “Ja, maar ik denk dat wat Guillaume zegt, vooral een pleidooi is voor ‘wees vooral geen partij als een andere, Groen, als alle anderen’. ‘En waar zij mee bezig zijn –druk bezig zijn- is vooral een partij als alle anderen aan het worden.”

Guillaume (nog steeds enthousiast, hoewel zijn punt niet helemaal gedeeld wordt): “Juist!” Knikt goedkeurend, hoewel lichte frons.

Jan: “Dat hebben ze in hun stijl: ‘Je mag al eens een pak dragen. Dat mag zelfs, te zien aan Kristof Calvo een duur, en een mooi pak zijn.” “En, zij pleiten ook zeer uitdrukkelijk voor de macht. He, diezelfde Calvo die heeft gezegd ‘fuck die zijlijn, ik ben ze beu, die zijlijn. We willen mee regeren.”

Hans Vandewege (De Morgen) zei nog dat hij “met Calvo niet kan thuiskomen, het spijt mij zeer”. Is ok, Hans, cava. (Ook meldt hij dat Meyrem Almaci minder stemmen krijgt omdat ze Turkse roots heeft. Hij vergeet dat mensen met Turkse roots ook stemmen. Maar daar gaan we hier niet op in.)  

Guillaume deed nog een tussenkomst door ‘droom’ en ‘positieve droom’ op z’n Mad Mens uit te spreken.

En tenslotte probeerde Carl Devos, nog een inhoudelijke toets met een uitgebroed “Ik vind dat Groen zich steeds meer –om het nu te hard te formuleren- als een soort bijhuis van de socialisten opstelt”. Maar het ging over de stijl, niet over de inhoud, Carl!

Laten we het dan over stijl hebben.

Lieve dromers

Ik was er me eigenlijk nooit echt bewust van omdat ik het evident vind. De  personen die ik ken en voor Groen stemmen of opkomen zou ik niet in de eerste plaats als ‘lief en vriendelijk’  of als ‘dromers’ bestempelen. Ik ga akkoord, wellicht hebben ze die eigenschappen wel, maar volgens mij niet in sterkere mate dan dat die eigenschappen te vinden zijn onder politici van andere partijen. Zo komt Herman de Croo in mijn ogen ook erg lief en vriendelijk over. Anciaux is volgens mij ook een lieve dromer, en we weten allemaal waar De Wever van droomt. Als je het fragment bekijkt (zie link onderaan) dan kan je Almaci bezwaarlijk een ‘lieve dromer’ noemen, noch Calvo.

In mijn ogen komt Groen allesbehalve soft over. Meyrem Almaci, Bart Staes en Filip Watteeuw –en voor de Gentenaars onder ons: Evita Willaert- bijvoorbeeld zijn echte straatvechters, en Elisabeth Meuleman, Joke Devynk, Petra De Sutter en –alweer Gentenaars- Evita Willaert vind ik pure doordachte klasse hebben. Kristof Calvo heeft in de ogen van sommigen misschien iets van een salonschermer, maar zit vol vuur. En OK, misschien dat Wouter Van Besien met wat langer achterovergezet haar, een abstracter montuur en een krassere retorische stijl meer zou appelleren aan bepaalde groepen. Want in stijl-symbolen kan men makkelijk een boodschap of  alleszins een verwantschap zien met bepaalde personen en ideeën- hoewel de inhoud doorslaggevend blijft, absoluut. Zoals ik uit de stijl van (random voorbeeld) Ben Weyts kan afleiden dat we weinig gemeenschappelijk hebben, hoewel –toch belangrijk- zijn inhoud me eerst overtuigde van de slechte match.   

Hedendaagsheid

‘Lieve dromers’. Neen, integendeel. ‘Lief en vriendelijk’ misschien enkel als een slechte manier van de ‘opiniemakers’ om een niet-agressieve, hoffelijke politieke stijl te uit te drukken. Wat ik persoonlijk vooral met groen associeer is ‘hedendaagsheid’. En niet (enkel) in de zin van hedendaagse stijl, design, die via consumptie verlopen, maar in de zin van een hedendaags gedachtegoed dat volgens mij past bij een hedendaagse samenleving.

De kennissen van mij die Groen stemmen, zijn kritische, hedendaagse, stijl- en consumptiebewuste bewuste mensen die allerminst weg te schrijven zijn als lieve dromers –of nog erger geitenwollensokkendragers (ikheb een sterk vermoeden dat Jan Peumans vaker wollen sokken draagt, dan Elisabeth Meuleman). En inderdaad, Jan Segers, sommigen dragen wel eens mooie pakken, …zoals iedereen eigenlijk, ik zou ook een mooi pak dragen als kopstuk van Groen. Ik weet het, stijl –en gepercipieerde stijl- is ook uitdrukken, dat is zo. Vraag aan iedere fashionista ‘waarom?’ en je krijgt negen op tien, iets met ‘tonen wie ik ben’. Het gevaar is dat de perceptie die de opiniemakers neerzetten van de Groen-stijl (naïeve lieve dromers, die er al dan niet toe doen) bij sommigen overslaat op de gepercipieerde inhoud, en dat zou heel jammer zijn.

Resoluut hedendaags

Want de hedendaagsheid van Groen ligt in de (resolute!) nadruk op een solidair en functioneel sociaal-economisch beleid, levenskwaliteit, mobiliteit en hernieuwbare energiebronnen. Waarbij treinen ook ’s avonds rijden zodat je thuis geraakt na een avond in Brussel; waarbij je niet steeds bijna omvergereden wordt in stadscentra; fietsen niet enkel iets is voor postbodes maar ook bijdraagt aan positieve en een hedendaagse stads-vibe (zoals in Kopenhagen). Iets resoluut hedendaags, met een resolute groene levenskwaliteit in de steden, en –wat ook voor Petra De Sutter de belangrijkste reden is- waarin de idee dat mensen voorelkaar zorgen centraal staat.

Daarbij –en dat vind ik persoonlijk wel heel straf- stelt Groen ecologie en solidariteit niet buiten de politiek. Andere partijen zouden immers kunnen claimen (en/of mensen zouden kunnen denken) – ‘wij geven ook aandacht aan mobiliteit, en ecologie, maar zijn wel in de eerste plaats een politieke partij’.

Gedurfde hedendaagse politieke architectuur

Groen is dat ook, anders waren ze wel een ecologisch wassalon begonnen, of een leesclub. Het is de facto een politieke partij die onderdeel uitlaakt van Green Politics die wereldwijd actief zijn. Nogmaals, wat voor mij cruciaal is, is dat Groen de nadruk op ecologie en levenskwaliteit dus niet buiten hun socio-economisch programma plaatst, of in de marge daarvan, maar de kernwaarden ecologie en solidariteit in alle aspecten van haar politiek programma verwerkt. Ecologie en solidariteit staan immersde facto ook niet buiten de samenleving, maar er middenin, dus hoort het ook midden in politieke programma’s te staan. Dat is durven kiezen vind ik, een rechte lijn wandelen. Heel straf, en in mijn ogen een ideale match voor een hedendaagse samenleving. En daarbij onderscheidt ze zich zoals Groen kandidate An Moerenhout het verwoorde, van de “grijze partijprogramma’s” van andere partijen.

Groen is in mijn ogen dus allerminst slechts een ‘eenbijhuis van de socialisten’ zoals Devos opperde. Het is gedurfde hedendaagse politieke architectuur.

Eighties-salopette

Wellicht is uitgebreider onderzoek nodig om het programma van Groen met dat van andere partijen te vergelijken. Daar had ik momenteel de tijd niet voor. Misschien voelt professor Carl Devos zich wel wetenschappelijk geroepen? Tim Pauwels vergelijkt alvast de betaalbaarheid van de plannen van Groen ten opzichte van andere partijen (zie link onderaan ‘volledige uitzending’, dan bij ‘afzonderlijke fragmenten’).

Waar dus sommigen denken dat het toch nog allemaal wat slap klinkt, is er in mijn ogen wel degelijk sprake van een doordacht functioneel en efficiënt sociaal-economisch beleid, maar wel een dat eerlijk en solidair is. De klemtonen die er binnen zo een beleid worden geplaatst op solidariteit en  levenskwaliteit zijn helemaal niet ‘soft’. Ze getuigen van een bikkelharde geestdrift en overtuiging en het vraagt lef om zulke overtuigende klemtonen te leggen.

In conclusie, en op het risico dat  ik enkel schreef voor sociologen, vraag ik me zoals Bert Kruismans nog af hoe Groen ‘niet alleen sociologen, maar ook de mensen die onderzocht worden door sociologen’ kan bereiken. Misschien wel door een vetkuif, een Ray-Ban, een snor, een trainingspak of een eighties-salopette? Hopelijk hoeft dat ook niet.

De auditeurs lichten Groen door:

http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/videozone/programmas/terzake/EP_140516_terzake?video=1.1969951

Volledige uitzending TerZake:

http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/videozone/programmas/terzake/EP_140516_terzake

Meer
Lees meer...