Vele landen stellen zich kandidaat om een groot evenement zoals de Fifa World Cup te organiseren. Ze hopen immers hierdoor hun toerisme en economie een sterke impuls te kunnen bezorgen. Een onderzoek van wetenschappers aan de University of Surrey in Engeland geeft echter aan dat die verwachtingen in werkelijkheid niet worden ingelost.

Landen die er daarentegen in lukken wereldkampioen voetbal te worden, kunnen volgens de Engelse wetenschappers wel op een belangrijke economische injectie rekenen.

Export

“Het winnen van de FIFA World Cup leidt tot een aanzienlijke stijging van het bruto binnenlands product gedurende de twee kwartalen na de afloop van het evenement”, benadrukte onderzoeksleider Marco Mello, professor economie aan de Universiteit van Surrey. “Er kan daarbij gewag worden gemaakt van een groei tot maximum 0,25 procentpunt.”

“De organisatie van het evenement – wat vaak wordt gezien als een schitterende prijs voor de economie en de reputatie van een land – levert daarentegen geen enkele stimulans op voor de groei van het bruto binnenlands product. Er zou zelfs van een negatief economisch effect sprake kunnen zijn.”

Uit het onderzoek bleek dat de positieve impuls voor het bruto binnenlands product van het winnende land niet zozeer mag worden toegeschreven aan een toename van de consumptie of de investeringen, maar wel gelinkt kan worden aan een stijging van de exportgroei.

“Na de overwinning op een belangrijk sportevenement krijgen nationale producten en diensten van het land op de wereldmarkt een grotere aantrekkingskracht”, verduidelijkte Marco Mello. “De conclusies versterken het idee dat succes in een van de meest bekeken en prestigieuze internationale sportcompetities de conjunctuurcyclus kan beïnvloeden.”

Meer last dan kans

Maar eenzelfde positieve impuls moet het gastland van het evenement daarentegen niet verwachten. Eerder onderzoek toonde al aan dat de World Cup die in 1994 door de Verenigde Staten werd georganiseerd, voor het gastland meer een last dan een economische kans betekende.

Daarbij werd vastgesteld dat de verschillende Amerikaanse gaststeden door het evenement wellicht een gezamenlijk verlies van 9,3 miljard dollar hebben geleden, terwijl er vooraf een winst van 4 miljard dollar was gesuggereerd.

Marco Mello wees er nog op dat Engeland, rekening houdend met de impact van huidige economische crisis, van een eindoverwinning in de huidige World Cup in Qatar, belangrijke voordelen zou kunnen halen.

“Die sportieve winst zou de Britse handel en zijn exporteurs, die recent nog met de schok van de brexit werden geconfronteerd, kunnen helpen om de negatieve gevolgen van de huidige economische crisis te verlichten”, betoogde hij.