Engie geeft duidelijk aan dat het niet meegaat in het plan van formateur Bart De Wever (N-VA) om de levensduur van kerncentrales Doel 4 en Tihange 3 verder te verlengen.
De onderhandelingen binnen de zogenaamde Arizona-partijen, onder leiding van formateur Bart De Wever, hebben een duidelijke voorkeur voor kernenergie. Na gesprekken met de nucleaire waakhond FANC kwam men tot het besluit dat kernenergie een belangrijk deel van de energiemix zou moeten blijven. De Wever benaderde daarop Engie met de boodschap dat hij “sowieso” een verlenging van de levensduur van Doel 4 en Tihange 3 wil.
Engie reageerde direct afwijzend op het verzoek van De Wever. De energiemaatschappij, die mede-eigenaar is van de kerncentrales, is van mening dat er eerst duidelijkheid moet komen over de huidige verlenging tot 2035, zoals afgesproken door ontslagnemend minister Tinne Van der Straeten (Groen). “We gaan de spelregels toch niet veranderen alvorens we de goedkeuring van Europa hebben?”, zegt een woordvoerder van Engie in De Tijd.
Hoge kosten en alternatieve investeringen
Engie benadrukt dat het al grote concessies heeft gedaan door in te stemmen met de verlenging tot 2035 vanwege de nood aan alternatieve energiebronnen in de context van de huidige geopolitieke spanningen. Echter, het bedrijf ziet geen ruimte voor verdere investeringen in nucleaire energie, gezien de beschikbare investeringsmogelijkheden elders. De eisen die Engie had voor de eerste verlenging waren al aanzienlijk, waaronder een gegarandeerde stroomprijs van ongeveer 80 euro per megawattuur en een kostenplafond van 15 miljard euro voor het beheer van nucleair afval.
Engie wijst erop dat verdere verlenging van Doel 4 en Tihange 3 met tien jaar een hoge kostprijs met zich meebrengt, naar schatting meer dan 2 miljard euro, mede door de hoge loonkosten in België. De bal ligt nu bij De Wever, die zal moeten komen met een gedetailleerde kostenberekening als hij zijn plan wil doorzetten.
Toekomst
Engie en het FANC hebben al aangegeven dat het verlengen van nog oudere kerncentrales geen optie is, vanwege de hoge kosten die gepaard gaan met het voldoen aan de strenge veiligheidseisen. Deze eisen omvatten onder andere de weerstand tegen aardbevingen en neerstortende vliegtuigen. Ook Engie ziet hier geen mogelijkheden.
Het lijkt erop dat De Wever, als hij zijn kernenergieplannen wil voortzetten, op zoek zal moeten gaan naar een nieuwe exploitant voor de kerncentrales, wat een uitdagende taak belooft te worden. Ondertussen lijkt Engie meer geïnteresseerd in de bouw van gascentrales als alternatief, wat de energieprijzen zou kunnen verlagen.