Europees Parlement keurt hervorming auteursrecht goed: dit betekent dat voor jou

Het Europees Parlement heeft de hervorming van het auteursrecht goedgekeurd, daarmee halen auteurs en artiesten hun slag thuis. De hervorming houdt vooral in dat websites zoals Google, Facebook en YouTube nu verantwoordelijk worden voor auteursrechtinbreuken op hun platform.

Vanaf nu zijn grote internetplatformen zoals Google, Facebook, Twitter, Instagram en YouTube aansprakelijk voor auteursrechtinbreuken op hun platformen. Dat is het gevolg van de omstreden hervorming van het auteursrecht dat vandaag werd goedgekeurd door het Europees Parlement in Brussel. De hervorming werd goedgekeurd met 348 stemmen voor en 274 stemmen tegen, 36 parlementairen onthielden zich.

Auteursrecht

De Europese wetgeving rond auteursrecht was al een tijdje gedateerd. De regels hielden totaal geen rekening met de komst van de digitale media. Er was dus dringend nood aan een hervorming van die regels en die is er nu dan eindelijk doorgekomen.

Die nieuwe regeling is vooral nadelig voor grote internetplatforms zoals Facebook en YouTube. Zij zijn vanaf nu namelijk verantwoordelijk voor de inhoud die op hun medium gedeeld wordt. Het is dus hun verantwoordelijkheid om te voorkomen dat foto’s, muziek en andere auteursrechtelijk beschermde inhoud op hun website gedeeld wordt zonder toestemming. Ze moeten dus zelf zorgen voor filters om onrechtmatig gebruik van andermans werk tegen te gaan.

Artikel 13

Wat dus voor de meeste problemen zorgt, is het bewuste artikel 13. Dat is het artikel dat de platformen aansprakelijk stelt. De reden dat deze aansprakelijk zijn, is omdat ze inkomsten genereren uit reclame. Die reclame verschijnt bijvoorbeeld bij video’s op YouTube. Google, het bedrijf achter YouTube, ontvangt inkomsten uit die reclame, maar wanneer het gaat om onrechtmatig gebruik van auteursrechtelijk beschermde werken, krijgt Google wel geld, maar de oorspronkelijke artiest niet.

Wanneer dus bijvoorbeeld iemand een video uploadt op YouTube met een nummer van Beyoncé als achtergrondmuziek, dan verdient YouTube daar geld aan via reclame-inkomsten maar krijgt Beyoncé niets. Die foute verdeling wil Europa nu rechttrekken door de platformen verantwoordelijk te stellen. Zij moeten dus voorzien in filters om dit soort inbreuken tegen te gaan.

Kritiek

Het spreekt voor zich dat mediaplatformen niet staan te springen over deze nieuwe regels. Google heeft al laten weten dat het verwacht dat de nieuwe wetgeving zal zorgen voor een inperking van de creativiteit (wat met covers van fans, bijvoorbeeld?) en de digitale economie zal schaden.

Ook Bits of Freedom, een Nederlandse stichting die opkomt voor digitale burgerrechten, is niet helemaal te vinden voor de vernieuwing van het auteursrecht. Het zou volgens hen gaan om te veel data, waardoor het onmogelijk is om dit door mensen te laten uitvoeren. Daardoor moeten de bedrijven hun heil zoeken in geautomatiseerde filters, waarbij het gevaar bestaat dat te veel inhoud geblokkeerd zal worden.

Memes, gifs en parodieën

Automatische filters zorgen vooral voor problemen voor inhoud die wel nog gedeeld mag worden, zoals memes en gifs. Deze zou je volgens de nieuwe wetgeving wel nog mogen delen, aangezien deze vallen onder de noemer “aanhaling, kritiek, karikatuur, parodie of pastiche”. Hierbij vervalt het originele auteursrecht omdat je iets anders doet met de originele content. Het zou na de implementatie van de nieuwe wetgeving dus nog steeds mogelijk moeten zijn om memes en gifs te delen op Facebook en Twitter.

Maar toch kunnen de nieuwe regels gevolgen hebben voor wie al eens graag een meme of een gif deelt. Als Facebook, Twitter en Google namelijk met geautomatiseerde filters komen om plagiaat op te sporen, dan kan het zijn dat deze filters geen onderscheid kunnen maken tussen een parodie en plagiaat en zo kunnen je memes en gifs dus over dezelfde kam geschoren worden als andere video’s en foto’s en zo dus wel verwijderd worden.

De regelgeving die is goedgekeurd door het Europees Parlement is niet meteen bindend. Het is namelijk aan de lidstaten om zelf een wetgeving op te stellen. Daarvoor krijgen de lidstaten nu twee jaar de tijd.

Pixabay
Meer
Lees meer...