Wonen in een Europese grootstad wordt voor velen onbetaalbaar. De huurprijzen swingen de pan uit, terwijl de lonen in sommige steden amper volgen. Een nieuwe internationale vergelijking onthult waar wonen nog enigszins betaalbaar is – en waar je bijna je volledig loon aan huur kwijt bent.
Een recente studie, aangehaald door Euronews, legt de kloof bloot tussen inkomen en huurprijs in 69 steden wereldwijd. De focus ligt op eenkamerappartementen in stadscentra, waar de huur vaak het duurst is. Het onderzoek vergelijkt de gemiddelde nettolonen met de huurprijzen, en berekent vervolgens de huur/loon-ratio – een cruciale graadmeter voor betaalbaarheid.
Lonen
Zwitserland steekt er met kop en schouders bovenuit. In Genève en Zürich ligt het gemiddelde nettoloon boven de 7.000 euro per maand. Ook steden als Amsterdam, Frankfurt, Kopenhagen en Luxemburg scoren goed met inkomens boven de 4.000 euro.
Aan de andere kant van het spectrum ligt Istanboel, waar het gemiddelde nettoloon amper 855 euro bedraagt – het laagste van alle onderzochte Europese steden.
Huurprijzen
Ook op vlak van huurprijzen zijn de verschillen enorm. In Londen betaal je gemiddeld 2.732 euro per maand voor een eenkamerappartement in het centrum. Andere dure steden zijn Zürich, Amsterdam, Dublin en Genève, allemaal boven de 2.000 euro.
Aan de goedkopere kant vinden we Athene (595 euro) en Istanboel (611 euro). Ook in steden als Boedapest en Praag blijven de huurprijzen relatief laag.
Huur hoger dan loon
De huur/loon-ratio toont hoe zwaar huur weegt op het inkomen. In Genève blijft die druk beperkt: slechts 29 procent van het gemiddelde inkomen gaat naar huur. Ook Luxemburg, Frankfurt, Zürich, Helsinki en Wenen blijven onder de 40 procent.
Maar in andere steden is de situatie ronduit zorgwekkend. In Lissabon en Istanboel ligt de huur/loon-ratio boven de 100 procent – met andere woorden: het gemiddelde inkomen is niet eens voldoende om de huur te betalen.
Ook in Londen (75%), Barcelona en Madrid (beide 74%), en Milaan (71%) moeten huurders het met een aanzienlijk deel van hun loon stellen. In nog meer steden, waaronder Rome, Dublin, Athene, Warschau en Boedapest, gaat meer dan de helft van het inkomen naar huisvesting.
En Brussel?
In Brussel ligt de gemiddelde huurprijs voor een appartement nu op 1.255 euro – dat is een stijging van 20 procent in vijf jaar tijd. Daarmee ligt onze hoofdstad ergens in de middenmoot qua Europese huurprijzen.
Toch onderneemt Brussel actie. In april keurde het Brussels Parlement een nieuwe wet goed die excessieve huurprijzen moet tegengaan. Een huurprijs wordt als buitensporig beschouwd wanneer ze 20 procent hoger ligt dan de referentiehuurprijs – een indicatieve waarde die afhangt van kenmerken zoals ligging en oppervlakte van het pand.
Sinds eind 2021 moet die referentieprijs verplicht worden opgenomen in huurcontracten. Wie te veel betaalt, kan naar de Paritaire Huurcommissie of naar de vrederechter stappen. Toch klinkt er kritiek op het systeem, omdat de referentieprijzen vaak weinig realistisch zijn in vergelijking met de werkelijke marktprijzen.
