97 procent van EU‑jongeren gaat élke dag online

Jongeren blijven de digitale koplopers in Europa. Maar het verschil met de rest van de bevolking wordt langzaam kleiner. Volgens nieuwe cijfers van Eurostat gebruikte in 2024 liefst 97 procent van de 16‑ tot 29‑jarigen in de EU het internet dagelijks, tegenover 88 procent in de totale bevolking.

Bijna alle Europese jongeren (97%) gaan elke dag het internet op. Dat aandeel ligt nog altijd duidelijk hoger dan het EU‑gemiddelde over alle leeftijden heen (88%). Het onderstreept hoe diep digitale tools ingebakken zijn in het dagelijkse leven van jongeren – van school en werk tot vrije tijd.

Kloof krimpt gestaag

Tien jaar geleden was de kloof nog veel groter. In 2014 gebruikte 87 procent van de jongeren dagelijks internet, terwijl dat bij de totale bevolking slechts 63 procent was – een verschil van 24 procentpunten. Nu is dat gat geslonken tot 9 procentpunten (97% vs. 88%). Met andere woorden: de rest van de bevolking heeft een stevige inhaalbeweging gemaakt.

Niet enkel surfen, ook sociale netwerken zijn voor jongeren quasi vanzelfsprekend. 88 procent van de 16‑ tot 29‑jarigen in de EU maakt profielen aan, post berichten of neemt op een andere manier deel aan sociale netwerken. In de volledige bevolking doet 65 procent dat. Het sociale web blijft dus een uitgesproken jongerenterritorium, al schuift ook hier de brede bevolking op.

Grote verschillen tussen lidstaten

De ene lidstaat is de andere niet. Tsjechië spant de kroon: daar neemt 99 procent van de jongeren deel aan sociale netwerken. Cyprus en Griekenland volgen met elk 98 procent. Onderaan het lijstje vinden we Frankrijk (70%), Italië (80%), en vervolgens Duitsland, Slowakije en Bulgarije (alle 84%). Die variatie wijst op culturele verschillen, toegang, en misschien ook verschillen in digitale gewoonten en beleidsaanpak.

Meer
Lees meer...