De federale regering onder leiding van premier Bart De Wever (N-VA) staat voor een nieuwe budgettaire krachtproef. Een week nadat de Vlaamse regering haar besparingsplannen aankondigde, is het nu aan het federale niveau om een miljardenput in de begroting weg te werken. Binnen de meerderheidspartijen heerst er echter grote verdeeldheid over de aanpak.
De regering-De Wever kwam begin dit jaar al na moeilijke onderhandelingen tot stand, maar amper enkele maanden later dringt een nieuwe begrotingsronde zich op. De gesprekken voor de begroting van 2026 zijn intussen opgestart. Het structurele probleem van de Belgische overheidsfinanciën dwingt de regering om opnieuw miljarden te zoeken.
Tekort terug naar 3 procent
Hoe groot het gat precies is, blijft onderwerp van discussie. De laagste ramingen spreken van 12 miljard euro, maar MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez houdt het op 20 miljard. Volgens hem is dat nodig om de Europese doelstelling te halen: een begrotingstekort van maximaal 3 procent van het bruto binnenlands product (bbp) tegen 2030.
Vandaag bedraagt dat tekort 4,2 procent, en zonder ingrijpende maatregelen zou het volgens voorspellingen oplopen tot 5,5 procent in 2029.
Besparingen versus belastingen
De grote vraag is hoe dat geld gevonden moet worden. N-VA en MR wijzen extra belastingen resoluut af en focussen liever op besparingen. Les Engagés, de centrumpartij van vicepremier Maxime Prévot, ziet dat anders.
“Met enkel besparingen kom je er niet. Dat zou de maatschappelijke cohesie aantasten. We hebben een mix van besparingen, nieuwe inkomsten en mogelijk ook extra schulden nodig. Ik heb een aantal pistes voor nieuwe belastingen in m’n hoofd,” zei Prévot in De Morgen.
