Niemand lijkt nog wakker te liggen of er al dan niet een nieuwe regering komt, federaal.
Wat gebeurt er precies? Niets. Of daar lijkt het toch op. De federale onderhandelingen zijn officieel in handen van twee preformateurs, Geert Bourgeois (N-VA) en Rudy Demotte (PS). Die hebben zelfs een maand de tijd gekregen, tot eind oktober. Maar niemand is onder de indruk: de verwachtingen in de Wetstraat zijn eigenlijk bijzonder laag gespannen.
The big picture: Opvallend is dat er weinig externe druk is om een regering te vormen. Niemand maakt zich druk, er komt nauwelijks reactie. Het lijkt wel normaal, business as usual, dat er geen regering is. Dat ligt een beetje aan de ploeg van Michel II zelf: die besliste bij de val van het minderheidskabinet Michel II al om in ‘lopende zaken’ te blijven tot 26 mei, wat toen nog vijf maanden weg was. Daardoor is de geest uit de fles gegaan: raakt het land gewoon aan een vleugellamme regering, en een geparalyseerd federaal niveau.
Waarom dit gebeurt: Wie moet de tegenstand tegen die paralyse aanvoeren? Veel kandidaten zijn er niet.
- Van N-VA gaat de verontwaardiging niet komen: heel de situatie komt de Vlaams-nationalisten uitstekend uit. Kunnen aantonen dat de federale staat België nog weinig relevant is, laat staan een dwingende reden van bestaan heeft, is een droom die uitkomt voor N-VA en zelfs voor Vlaams Belang.
- De PS, die andere grote partij, zit in een zetel. Zij nemen de tijd, leunen achteruit, hebben de mathematische luxe te weten dat ze er nooit uitvallen bij coalities. Van hen komt nauwelijks druk: eerder het aandringen om gewoon nieuwe verkiezingen te houden.
- De MR is bezig met voorzittersverkiezingen, een boeiende race tussen vijf kandidaten. De top vertrekt, en is bezig met een nieuwe carrière. De premier, Charles Michel (MR) wil wel aandringen op spoed, maar is het zijn rol om nu nog op tafel te kloppen?
- Bij CD&V idem: een open race om het voorzitterschap houdt de partij in de ban. Nu de Vlaamse regering gevormd is, hebben twee cruciale figuren zich bovendien achter de beschutting van de Vlaamse regering terug getrokken. En misschien is een discrete rol wel de beste garantie om straks in de federale ploeg te zitten.
- De Groenen: zijn ook bezig met voorzittersverkiezingen, die dit weekend eindigen. Tot zo lang is het moeilijk een duidelijke koers te bepalen. Bij Ecolo willen ze wel meedoen, maar zijn ze federaal niet aan zet, omdat ze zichzelf op de kant gezet hebben. De groenen ergeren zich dus wel aan de sclerose, maar zijn zelf wat verlamd.
Wie is er wél aan het aandringen? Wel bij de sp.a en Open Vld krijgt men het wel op de heupen:
- Bij Open Vld is er zenuwachtigheid. Het is een publiek geheim dat de Vlaamse liberalen van paars-geel dromen, en gruwen van paars-groen. Ze willen de zaak graag forceren, zijn ook de enigen die al eens iets positief vertellen over de huidige onderhandelingen van N-VA en PS. “Het is eigenlijk rond, al twee weken geleden is het beslecht”, zo valt er te horen in de wandelgangen. Maar hoe geloofwaardig dat is? Bij de gele en rode hoofdrolspelers valt geen sikkepit enthousiasme te bespeuren, toch meestal de graadmeter.
- Ook sp.a kreeg het op z’n heupen. Fractieleider Meryame Kitir (sp.a) dreigde er zelfs mee niet meer met Bourgeois en Demotte te gaan praten, als er niet serieus werk gemaakt wordt van die coalitiegesprekken. Maar het maakt allemaal weinig indruk: haar boodschap raakte nauwelijks verder dan het Belang van Limburg. En overigens: ook hier is een machtswissel bezig, en ligt de focus niet op federaal in een regering klimmen.
De begrotingscijfers: Die zijn wel gruwelijk. Het begrotingstekort is nu officieel een feit: men voorspelt aan de Europese Commissie voor volgend jaar een tekort van 11 miljard euro. Het is dé manier voor Open Vld, en minister van Financiën Alexander De Croo (Open Vld) om nog eens aan te tonen dat er wel degelijk werk gemaakt moet worden van een regering: “Door een gebrek aan een nieuwe ploeg is 2020 een verloren jaar”, zegt die. Ook de deelstaten hebben de sluizen open gezet: daardoor loopt het tekort nog op. Maar, de honden blaffen, de karavaan passeert, en niemand beweegt.
Het parlement: In de Kamer lijkt het wel alsof ze overgegaan zijn tot de orde van de dag. Geen kreten over ‘een regering nodig’, neen, het ging bijna uitsluitend over de oorlog in Syrië. Dat België, om een deftig veiligheidsbeleid te voeren geen echte werkende coalitie nodig heeft, bewijst Michel II dan wel weer: na wat aarzeling kwam de Veiligheidsraad samen, en werd een aanpak uitgewerkt. Maar ondertussen is de kwestie van de IS-strijders wel een heet hangijzer dat misschien net meer politieke moed vergt dan het huidig debat. Want hoe geloofwaardig is een pleidooi om de kinderen van IS-strijders te laten terugkeren, als de moeders dan het land niet zouden binnen mogen? Die militaire en juridische paradox, hoe vang je best de gevangen IS-monsters op, zodat ze hun straf niet ontlopen of op een dag vrij komen, is niet evident te beantwoorden. Een regering met sterke meerderheid zou daarbij een flinke stap helpen.
Tussen de regels: Het valt op hoe weinig mensen enige hoop zien in het hele proces van de federale onderhandelingen. Werkelijk niemand in de Wetstraat die z’n eerlijke gedachten geeft over de situatie, heeft een werkbare route om uit de impasse te raken.
De essentie: Te veel partijen zijn blijkbaar ofwel met zichzelf bezig, of hebben er een belang bij de federale boel te laten verrotten.