Wordt er nog gepraat over de vraag of artikels van de Grondwet moeten aangeduid worden voor wijziging? Want zo kan het volgend parlement op elegante manier een staatshervorming doen, als ze willen. Dat is ook wat Michel I in 2014 overeen kwam. Maar toen de N-VA het recent op tafel legde in ruil voor steun aan Michel II, sloeg de premier de deur dicht. Vraag is of die weigering het de N-VA niet veel te makkelijk zou maken: dan hoeven ze opnieuw vijf jaar geen communautaire stap te zetten.
“Vlaanderen, dat heel wat bevoegdheden heeft, moet die bevoegdheden op een efficiënte manier kunnen invullen. Maar dan moeten we daar toch over spreken.” CD&V-vicepremier Kris Peeters, ooit als Vlaams minister-president uitgesproken voorstander van “een Copernicaanse revolutie”, met veel meer bevoegdheden voor Vlaanderen, legt een discussie over een staatshervorming bij de volgende regering weer op tafel. Dat zegt hij op Radio 1. Maar evident wordt die niet. Want de MR van de premier is kwetsbaar.
“Ik weiger mee te stappen in confederale avonturen”, zo stelde premier Charles Michel (MR) nog fel in de Kamer, afgelopen dinsdag. In die speech, die z’n premierschap moest redden, dook het communautaire plots weer op, nadat de Zweedse coalitie dat vier jaar netjes “in de frigo” had gelegd.
Hoe zit dat nu weer met de Grondwet en artikel 195?
Wie dat zinnetje ‘confederale avonturen’ of ‘bevoegdheden op efficiënte manier invullen’ verder wil decoderen, komt uit bij de discussie rond de Grondwet en het fameuze “artikel 195”. Dat is een technisch complexe zaak, die eigenlijk dus draait over de juridische kant van staatshervormingen.
Wil het volgende parlement, na de volgende verkiezingen, een staatshervorming kunnen doen, dan moet de Grondwet daarvoor gewijzigd kunnen worden. Maar net omdat het de Grondwet is, kan dat niet zomaar. Het huidige parlement moet dan grondwetsartikels “voor wijziging vatbaar” verklaren, en dan pas kan het volgende parlement, en een eventuele nieuwe coalitie en nieuwe regering die Grondwet met een tweederdemeerderheid veranderen en zo een staatshervorming doen.
Het is dus een forse grendel: geen artikels met gewone meerderheid aanduiden nu, is geen staatshervorming straks met een eventuele tweederdemeerderheid, in de legislatuur die in principe van 2019 tot 2024 loopt. Op zich is het ook niet zo evident om nu al te weten welke artikels precies gewijzigd moeten worden straks. Een oplossing is dus artikel 195. Dat regelt de werking van de Grondwet zelf: dat aanduiden voor verandering, betekent de facto alles aanduiden. Al is het een handigheidje dat juridisch niet echt elegant is.
Het tegenovergestelde is niets aanduiden. Dat zet dan nog vijf jaar de sleutel op de deur, zo zeggen de tegenstanders van enige nieuwe hervormingen: zowat alle Franstalige partijen dus. Vraag is of dat echt zo is: verschillende staatshervormingen in dit land zijn buiten de Grondwet geregeld. Het is de politiek die deals maakt, en het juridische dat volgt, niet andersom in de Belgische politiek.
Wat besliste Michel I over artikel 195?
Dat de regering Michel II vandaag de zaak bespreekt, heeft te maken met de voorgeschiedenis binnen Michel I. De N-VA en de MR bespraken daar onder vier ogen hoe het communautaire zou geregeld worden. De deal tussen Bart De Wever (N-VA) en Charles Michel (MR) was simpel: geen communautaire discussies in deze legislatuur. Maar tegelijk wilden De Wever en Michel ook vermijden dat er over onder meer die Grondwet op het einde van de rit spanningen zouden komen. Want dat was exact wat binnen de regering van voorganger Elio Di Rupo (PS) in 2014 gebeurde.
In het regeerakkoord kwam een wat cryptisch zinnetje, dat de goede verstaander kon interpreteren. “Na afloop van deze legislatuur zal, zoals voorzien door het kiesstelsel en zoals toegestaan door de Grondwet, het aan de kiezers zijn om zich uit te spreken over de verschillende beleidsprojecten.” Tussen N-VA en MR was de deal helder: “Op het eind van de rit duiden we ofwel specifieke artikels ofwel artikel 195 aan”. CD&V en Open Vld bekrachtigden dat. Om MR in 2014 niet in problemen te brengen, bleef de deal geheim. Ze werd genoteerd in de zogenaamde ‘Atoma-schriftjes’.
Premier Michel en zijn MR ontkennen nu in alle talen zo’n akkoord, maar het was er wel. Dat bevestigt ook Kris Peeters. Alleen is er discussie of het een resultaatsverbintenis was of niet. “Het kwam er, als de rit positief zou uitgereden worden. En dat is niet het geval”, zo stellen CD&V en Open Vld. “Het was een afspraak, val of niet”, zegt de N-VA.
Die discussie dook op toen Michel II een allerlaatste keer steun vroeg aan de N-VA om vanuit het parlement het minderheidskabinet te steunen. De N-VA eiste garanties over artikel 195 en de premier wees dat keihard af: “Geen confederale avonturen!”. Dat leidde meteen tot felle conclusies, onder meer in De Morgen: “Atomaschriftje verdwijnen in de versnipperaar”, en “Confederale droom van N-VA ver weg”.
Strategisch misschien niet de meest verstandige zet
Tactisch dus slim van de premier: winst voor z’n eigen Franstalige kiezer, verlies voor de N-VA. Maar vraag is of het ook op langere termijn, meer strategisch zo verstandig is om geen artikel 195 aan te duiden, en de deur naar een staatshervorming op juridische manier zo fel dicht te zetten.
Om te beginnen is het weer koren op de molen van de N-VA, die zich kan profileren als enige die hervormingen wil, terwijl de rest, de Franstaligen, het land blokkeren. En dat met hulp van de andere Vlaamse partijen. Die rol van Calimero, waar vaak lacherig mee wordt gedaan door de andere partijen, wordt zo wel op een schoteltje aangeboden.
Bovendien is het niet bepaald consequent van een pak partijen die pleiten voor meer logica in het Belgisch staatsapparaat. Daarbij is de laatste jaren een interessante tendens opgedoken: om bevoegdheden ook terug naar het federale niveau te brengen. Onder meer Open Vld en de groenen, maar ook CD&V zijn daar voorstander van, voor bepaalde beleidsdomeinen. Zo willen Groen en Ecolo één minister van klimaat, in plaats van versnipperingen. En over buitenlandse handel zijn ook veel partijen het eens dat het een draak is geweest om dat te versnipperen over de deelstaten. Maar: geen artikels aanduiden, is ook daar vijf jaar geen verandering in brengen.
En dan rest nog het meest evidente argument. Geen artikels aanduiden maakt het voor de N-VA wel bijzonder makkelijk z’n huidige positie nog eens over te doen. Dat wil zeggen, de core business van het communautaire in de frigo steken, en beleidspartij spelen. “We willen wel, maar de anderen laten het ons niet toe”, wordt wel heel makkelijk als argument, op die manier. Nu al circuleren er scenario’s waarbij de N-VA op Vlaams niveau de leiding neemt, maar federaal de boel wil laten verrotten, of minstens anderen laten aanmodderen. Met een Grondwet die helemaal op slot blijft, hoeft N-VA niet veel excuses te zoeken om federaal weg te blijven. Een discussie die nog niet helemaal gesloten is dus.