De tijd die gedurende de kindertijd en de adolescentie in vriendschappen wordt geïnvesteerd, kan een positieve invloed hebben op de lichamelijke gezondheid op volwassen leeftijd. Dat blijkt uit een studie van psychologen aan de Texas Tech University en de University of Pittsburgh, die bijna driehonderd jongens tot een eind in de volwassenheid volgden.
Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat als jongens op jonge leeftijd meer tijd met vrienden doorbrengen, ze minder risico lopen op overgewicht of cardiovasculaire gezondheidsproblemen als jonge dertigers.
Beschermende werking
Onderzoekers Jenny Cundiff en Karen Matthews stellen dat de conclusies van het onderzoek suggereren dat het jonge sociale leven een positieve invloed kan hebben op de lichamelijke gezondheid van volwassenen. En die positieve invloed komt niet alleen van de zorg die de kinderen kregen of hun financiële situatie waarin ze opgroeiden maar ook van hun vrienden.
Een sterke sociale integratie in de jonge levensfase kan dus een goede gezondheid op volwassen leeftijd bevorderen. Het verband bleef namelijk duidelijk over een periode van zestien jaar en kon niet door andere factoren zoals de persoonlijkheid of de sociale status van het gezin verklaard worden.
Duidelijke inzichten
Eerde studies stelden reeds vast dat het sociale welzijn en de lichamelijke gezondheid van volwassen verband houden met elkaar. Onderzoekers Cundiff en Matthews vroegen zich dan af of die associatie ook in vroegere
levensfases – zoals de kindertijd en de adolescentie – zou kunnen worden
teruggevonden. Om een duidelijker inzicht te krijgen in het verband tussen vroege relaties en de lichamelijke gezondheid jaren later, is er nog meer onderzoek nodig.