Het Belgische The Colorist kleurt de songs van zangeres Lisa Hannigan opnieuw in, wij spraken nu al met dit bijzondere drietal

Na hun succesvolle samenwerking met Emiliana Torrini toert The Colorist Orchestra dit najaar met Lisa Hannigan door België en Nederland. The Colorist Orchestra opereert onder leiding van Aarich Jespers (eerder bij Zita Swoon) en Kobe Proesmans (onder andere Gabriel Rios en El Tattoo Del Tigre). Nu zijn dus de songs van de Ierse Lisa Hannigan onder handen genomen, wij gingen op de sofa zitten met dit bijzondere drietal.

The Colorist wil bestaande muziek van andere artiesten opnieuw inkleuren. Ze gebruiken daarvoor klarinet en cello, in combinatie met zelfontworpen, voornamelijk akoestische, instrumenten. Een bestaand oeuvre wordt geherarrangeerd en opnieuw gecomponeerd. Eigenlijk maken ze dus een coverversie, met dat verschil dat de uitgekozen artiest ook zelf betrokken is.

Lisa Hannigan: Ik ken Emiliana Torrini al heel lang. Ik heb Kobe en Aarich voor het eerst ontmoet in de backstage van een festival waar ze een optreden hadden met Emiliana. En toen zij zei al dat ik met The Colorist zou moeten samenwerken, dat het zo leuk was. Een jaar geleden ongeveer hebben ze me dan ook effectief gecontacteerd.

Kobe Proesmans: We kenden Lisa’s stem en haar muziek al lange tijd. Maar dan zijn we dus op dat festival waar ook wij speelden naar haar show gaan kijken en toen waren we echt met stomheid geslagen. Zoals dat dan vaker gaat hebben we gezegd “We might work together one day. Give me a ring.” En op een gegeven moment hebben we dat dan ook gedaan. (lacht)

Lisa, je werkt nu met Belgische muzikanten. Kende je al Belgische muziek, voor je hen leerde kennen?

Hannigan: (snel) dEUS! Grote fan van. Ik heb ze leren kennen via Glen Hansard die een goeie vriend is van mij en hij had Hotellounge (Be The Death Of Me) eens opstaan. (Zingt) “This elevator only takes one down”, she said/ “This place, this hotel lounge/…” Ik was meteen verkocht. Ik weet dat het niet het soort muziek is dat mensen van mij verwachten als ze naar mijn muziek luisteren, maar ik luister naar weinig singer-songwriters. Behalve Glen Hansard zelf dan, maar hij is een vriend. (lacht)

Zelfde fundering, ander gebouw

Wat erg belangrijk is om eens duidelijk te stellen: het is geen wedstrijd. Het is niet de bedoeling om de verschillende versies met elkaar te meten. Het is gewoon kwestie van een ander nummer te maken. Een nummer uit elkaar halen en terug in elkaar zetten. In feite is het zoals een coverversie, maar met de originele artiest erbij.

Hannigan: Precies, dat is ook hoe het voor mij voelt. Het zijn dezelfde nummers, maar toch compleet anders. De fundering is dezelfde, maar het gebouw is anders. En het mooie van het ding is: ik hoef er bijna niks om te doen. Zij doen al het werk. De funderingen zijn er al, ze halen die uit elkaar en brengen de tekeningen naar mij en zeggen “Dit is het gebouw dat we willen neerzetten.” Om even in de metafoor te blijven. (lacht)

Aarich Jespers: Meestal behouden we de structuur van de song wel. Soms blijft onze versie ook dicht bij de originele. Soms ook niet. Het blijft voor ons altijd wel spannend om die nieuwe versie aan Lisa te laten horen.

Hannigan: De emotie die in het oorspronkelijke nummer zat moest voor mij wel behouden blijven, dat was voor mij belangrijk. Ik denk dat ik één of twee keer heb moeten zeggen dat ik iets te vrolijk vond of niet vond passen, maar dat was het. Ik vind dit echt een fijn project, want ik speel die songs al jaren min of meer op dezelfde manier. Om mijn gitaar neer te leggen, gewoon te zingen en andere kleuren rond mij te horen: dat is best spannend voor mij. Ik zou het nooit op die manier gekund hebben zoals zij het doen.

Je hebt het zelf gedaan, een half jaar geleden, met Oh! You Pretty Things van Bowie voor de show Legion.

Hannigan: Ja, Noah Hawley, de schrijver-regisseur van Legion, vroeg me dat. Ik had al eens met hem gewerkt voor Fargo, voor Danny Boy, een klassiek Iers-Amerikaans liedje. Hij wilde een versie die tegelijkertijd verontrustend was en vreugdevol in het refrein. Noah Hawley werkt op dat vlak op een vergelijkbare manier als de jongens hier: ook hij zoekt naar een totaal nieuwe invulling van een nummer dat je al ettelijke malen voordien hebt gehoord.

Ik vind het jammer dat ik je nooit meer Then Go kan horen zingen, dat nummer van Damien Rice dat je vaak solo voor je rekening nam.

Hannigan: Wel, er zullen wel opnames van zijn.

Tennisraketten op tournee

Je meest recente plaat, ‘At Swim’ (2016) heb je gemaakt met Aaron Dessner van The National. Ook in dit geval is hij degene die jou gecontacteerd heeft om samen te werken en niet andersom. Je ligt best goed in de markt.

Hannigan: Dat is mijn grote geluk geweest. Hij heeft mij uit een poel getrokken waarin ik aan het knoeien was. Ik was al een hele tijd aan het schrijven, ik had al een heleboel rommel. Het lukte niet, ik wist niet waar ik naartoe wilde. En toen was daar Aaron! Het is een sprong die ik toen gewaagd heb. Ik wist echt niet waar ik over moest schrijven, om te beginnen.

Voor je kan starten met het proces moet je natuurlijk ook nummers kiezen: waren er nummers die je absoluut wilde doen, of helemaal niet wilde doen misschien?

Hannigan: Ik heb me laten leiden door de nummers die ik doorheen de jaren al vaak gespeeld heb of degenen waarvan ik geniet om ze te brengen. Er zijn nummers die telkens van de setlist vallen om dezelfde reden: ik hou er niet van om ze te spelen. Sommige nummers zijn een lang leven beschoren, anderen nu eenmaal minder. Door enkele nummers was ik wel verrast, omdat ik ze al half vergeten was, maar we zijn snel tot een setlist gekomen.

Proesmans: Dat is een deel van het proces dat we nogal snel doen, Aarich en ik. We luisteren naar de bestaande platen. Beginnen bij nummer 1 van de eerste plaat en eindigen bij het laatste nummer van de laatste plaat. Tussendoor schrijven we gewoon op wat we willen doen. Dat doen we twee of drie keer en dan komen we redelijk snel bij een dozijn songs uit. We verdelen die netjes – 6 songs waar hij mee aan de slag gaat, 6 songs voor mij – en dan zijn we vertrokken.

Wat heeft je in feite naar de muziek getrokken, Lisa? Want ik las dat je vroeger nog geacteerd hebt?

Hannigan: Ik zou mezelf geen actrice durven noemen. Ik heb in een paar toneelstukken mee gedaan toen ik op de universiteit zat. Wat ik deed als actrice was ook niet populair voor ik met muziek startte. In de laatste jaren heb ik wel een stemmetje gedaan in een animatiefilm, maar zelfs dan kwam er veel zingen bij kijken, zoals toen ik Bronach speelde in Song Of The Sea. Het was geweldig leuk maar ik noem er mezelf geen actrice door. Ik denk dat de muziek me gewoon meer lag, dat ik dat gewoon meer voelde.

Het is wel opvallend dat je een stuk minder verlegen bent nu dan toen je pas besloten had om soloplaten te gaan maken.

Hannigan: Dat klopt ja, maar kom, ik ben er 36 nu. (lacht) Natuurlijk heb je dan meer zelfvertrouwen dan als je 20 bent. Dat gaat automatisch, toch? Ik kreeg meer vertrouwen in mezelf van zodra ik 30 was, dat was het kantelpunt voor mij. En nu kan het me allemaal niet meer schelen, ik sta er niet meer bij stil dat er mensen zijn die dingen over mij kunnen denken. Ik voel me gewoon goed in mijn vel nu.

Ik ben ook aan het studeren nu, Engelse literatuur. Ik moet trouwens dringend beginnen aan mijn huiswerk. (lacht) Dat is ook iets waar ik gewoon mee begonnen ben omdat het mij boeiend leek. Dat is iets waar ik me ook gemakkelijk mee kan bezig houden als ik onderweg ben. Studeren op tour, kei rock-‘n-roll. (lacht)

Een koffiemolen

Er is al een eerste single vrijgegeven, Lille, en daarin wordt onder andere het specifieke geluid van een koffiemolen gebruikt.

Proesmans: Ik denk dat het makkelijker is om je weg te vinden als muziek er altijd al geweest is, zoals bij mij. Mijn vader speelde een hoop instrumenten en elke dag na het werk speelde hij urenlang muziek. Ik ben begonnen met muziek spelen toen ik 6 was, maar het is nooit gepusht, ik had er gewoon toegang toe. Het is nooit een keuze geweest, het was er gewoon en het is allemaal erg organisch gegaan.

Jespers: Bij mij was het gewoon een manier om plezier te maken met vrienden. Voor we instrumenten hadden speelden we bijvoorbeeld al muziek op tennisraketten.

Hannigan: Oh, ik wil tennisraketten op tournee!

Proesmans: Vier jaar geleden toen we zijn beginnen samenwerken zijn we letterlijk daarmee begonnen: met badmintonraketten.

Een tennisraket is nog gebruikelijk, drummen op de bil misschien ook, maar om een voorwerp te zien en daar meteen muziek bij te horen: daar heb je toch een grote verbeelding voor nodig?

Jespers: Ik denk het wel, ja. We hebben ook lang en veel op reguliere instrumenten gespeeld hé, maar een voorwerp vastnemen en het behandelen als een instrument dat je nog niet kent, dat is erg inspirerend. Je opent deuren waarvan je niet wist dat ze er waren.

Proesmans: In mijn geval: ik verveel me erg snel. Dus als ik al drie keer de hihat gebruikt heb als ik drum, dan begin ik naar iets anders te zoeken. En dan begin ik een pak ontbijtgranen te gebruiken dat in de buurt staart, bijvoorbeeld.

Jespers: En als het niet te gebruiken is op het podium, dan zorgen we ervoor dat we er iets van maken dat we daar wel kunnen gebruiken. Zo begint het.

Proesmans: Muziek wordt op zijn interessantst als je je gelimiteerd voelt. Dan begint het echt.

The Colorist Orchestra speelt samen met Lisa Hannigan drie shows in België: op 16/11 in Oosterzele in GC De Kluize (try-out), op 19/11 in Het Depot te Leuven en op 23/11 ook nog in de Blauwe zaal van DeSingel in Antwerpen.

Voor meer info kan je terecht op de site van Rumoer!

Meer
Lees meer...